De Raad van Ouderen is in het najaar van 2018 geïnstalleerd met als doel het ministerie van VWS te adviseren. De Raad wordt ingezeten door ouderen elf ouderen die lid zijn van regionale en landelijke ouderennetwerken. Het advies over zingevingsvragen is het vierde advies dat deze raad geeft.
Meer onderzoek
Het advies opent en sluit met het advies om meer onderzoek te doen naar de relatie tussen eenzaamheid en zingeving (aanbeveling 1), waaronder effectiviteitsonderzoek naar de voorgestelde interventies (aanbeveling 12).
Oog voor diversiteit
Ook benadrukt de Raad van Ouderen dat wat zinvol leven is, super persoonlijk is en daarom niet gezocht moeten worden naar pasklare oplossingen die voor iedereen helpen (aanbeveling 2). Met name bijzondere groepen – ouderen met dementie en ggz-problematiek, mensen met een verstandelijke beperking en mantelzorgers – verdienen extra en speciale aandacht (aanbeveling 10). De Raad benadrukt de groep ex-mantelzorgers. Zij kunnen na het overlijden van hun partner in een gat vallen, onder andere omdat ze soms door de intensieve zorg hun eigen netwerk en bezigheden hebben verwaarloosd.
Woordenspel
Na deze misschien algemene opmerkingen, pakt het rapport de zwaarte van het concept zingeving aan. De term is niet voor iedereen duidelijk. Het kan nogal zwaar aanvoelen en wordt vaak uitsluitend geassocieerd met de levensbeschouwelijke betekenis. Variaties op de grote, trage vragen van het leven (vragen waar geen snel antwoord op bestaat) zijn daarom nuttig om het gesprek over zingeving op gang te krijgen (aanbeveling 3). Bijvoorbeeld: Wat maakt jou leven zinvol? Waar word jij blij van? Waarom heeft het voor jou zin om verder te leven? Die vragen zijn laagdrempelige en geven toch een gesprek over zingeving zonder het woord ‘zingeving’ centraal te stellen.
Een gewaarschuwd mens telt voor twee
‘Er zijn veel campagnes nodig over de realiteit van het ouder worden en de voorbereiding op de derde levensfase’, zo luidt aanbeveling 4. Veel eenzaamheid kan volgens de Raad voorkomen worden als mensen beter voorbereid zijn op deze fase en niet overvallen worden door het wegvallen van vrienden en familie. Daarom roepen ze overheid, eerstelijnszorg, verzekeraars en de media op om meer informatie te geven over die derde levensfase.
Fysiek contact en relatiebemiddeling
De behoefte aan fysiek contact moet volgens de Raad niet onderschat worden. ‘De handelingsverlegenheid van ouderen en professionals bij fysiek contact is vaak een belemmerende factor. De mogelijkheden – zoals massages, dansen, sekswerkers in verpleeghuizen et cetera – verdienen meer bekendheid. Ook huisdieren kunnen voor een deel aan de behoefte aan fysiek contact voldoen. Wanneer de zorg voor een huisdier te zwaar is kan een deeltijdhond ook een optie zijn’, is aanbeveling 5. Relatiebemiddeling, hulp bij het vinden van een nieuwe partner of vrienden, kan helpen de behoefte een intimiteit en persoonlijk contact te vervullen.
Jong geleerd is oud gedaan
Op het gebied van onderwijs en opvoeding raadt de Raad aan meer aandacht te beden aan ‘het trainen van veerkracht en weerbaarheid’. Ze noemen het persoonlijke ontwikkeling en burgerschap, wat vaardigheden behelst als je bewust zijn van je eigen behoeften, ervaren wat jou voldoening geeft en jezelf kunnen vermaken (aanbeveling 6). Aanbeveling 9 sluit hier op aan, want ouderen, mantelzorgers en zorgvrijwilligers zouden ook meer moeten leren over geestelijke verzorging. Met name humanistieke, niet-kerkelijke geestelijke verzorging zou bijvoorbeeld op video’s in wachtkamers onder de aandacht gebracht kunnen worden.
Zingeving meest gezondmakende factor
Ook huisartsen praktijkondersteuners van de huisartsen en sociale professionals zouden zingeving meer on top of mind moeten hebben (aanbeveling 7). Nu wordt er volgens de Raad nog te veel gedacht in het medische, en te weinig in zingeving en zinvolle contacten. Terwijl Machteld Huber, bekend van de positieve gezondheid, stelt dat zingeving de meest gezondmakende factor is.
Buurtinitiatieven
‘Alle initiatief die cohesie in de buurt versterken zijn zinvol.’ Omdat ouderen minder mobiel zijn speelt de buurt een belangrijke rol in hun leven. Daarom vraagt de Raad van Ouderen daar aandacht voor (aanbeveling 8). Denk aan de inrichting van de openbare ruimte (‘Bankjes maken de actieradius van ouderen groter’), buurtprojecten, voorrang op seniorenwoningen in de buurt en sowieso een grotere variëteit aan woningen van ouderen zodat ze makkelijker een plek kunnen vinden om met gelijkgestemden te wonen.