‘De hervorming van de langdurige zorg geeft onzekerheid, zeker. Maar als we het goed doen, pakken we nu eindelijk door. We hebben in 2014 gesproken met zo’n 200 medewerkers in de ouderenzorg en gehandicaptenzorg. Toen werd glashelder: medewerkers zijn al jaren toe aan een omslag’, zegt Jeroen Schumacher, expert vernieuwend zorgen bij Vilans. Op basis van deze gesprekken kwamen zes belangrijke punten naar voren.

1.Kwaliteit van bestaan

Spreek met elkaar over hoe je een subjectief begrip als kwaliteit van bestaan definieert. En wat doe je als de aandacht voor welbevinden in tegenspraak is met zelfregie? Bijvoorbeeld als de cliënt de hele dag in de stoel wil blijven zitten. Soms staan je eigen waarden lijnrecht tegenover die van de cliënt of familie. Belangrijk is om de wensen en de behoeften van de cliënt bovenaan te zetten en daarbij goed te begeleiden: in gesprek gaan, verdiepen, onderzoeken en overtuigen.

Wat kun jij als professional doen om de transitie te doen slagen? Weet wat er van je wordt verwacht en welke competenties daarbij horen. Ga niet het wiel opnieuw uitvinden en weet wat je beweegt. Lees hier meer >>

2.Zelforganisatie

De regie bij de cliënt betekent een verschuiving van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’. Zorgen met ‘de handen op de rug’ is vaak moeilijk te verenigen met het ‘zorghart’ dat veel medewerkers hebben. Het is schipperen tussen loslaten en weer meer begeleiden of sturen. Zorgmedewerkers willen weten hoe ze moeten kiezen tussen loslaten en de risico’s die dan kunnen ontstaan.

3.Werken in een netwerk

Uit de interviews blijkt dat zorgprofessionals de rol van het sociale netwerk zeker erkennen, maar in de praktijk is het nog zoeken naar hoe je de inzet van familie en vrienden kunt organiseren. De zorgmedewerkers willen graag duidelijkheid in beleid en regels over de plek van deze sociale netwerken. Hoe ga je bijvoorbeeld om met heel mondige of juist afwezige mantelzorgers? Het is nodig om ervaring op te doen met het werken in een netwerk, want dat is iets anders dan werken in een team. Je moet leren over de schutting te kijken van de eigen organisatie.

4.Toepassen van nieuwe technologie

Zorgmedewerkers verwachten veel van de nieuwe technologie, maar welke impact dat zal hebben op hun werk is meestal onduidelijk. Bovendien kunnen veel mensen die in de zorg werken niet goed met de computer overweg. Het is goed om meer te weten over welke technologie er is en vertrouwen te krijgen in het eigen kunnen. Probeer het uit, word er handig mee, maak fouten, maar ga met nieuwe technologie aan de slag.

5.Meer met minder

Veel medewerkers worden steeds meer bewust van de kosten in de zorg. Dat staat vaak op gespannen voet met persoonsgerichte kwaliteitszorg. Hoe ga je hiermee om en hoe leg je dat uit aan de cliënt en de familie? Als je een aantal uur hebt om zorg te geven, waar liggen dan de prioriteiten en wie doet wat? Zorgmedewerkers zullen meer moeten overleggen met cliënten en hun netwerk over de effectiviteit van hun werk.

6.Nieuwe functies

De nieuwe zorg vraagt om nieuwe kennis, nieuwe vaardigheden en nieuwe functies. Zorgmedewerkers hebben aanvullende kennis over bijvoorbeeld wet- en regelgeving nodig, maar moeten vooral ook een andere houding aanleren. Waarom ben je ooit begonnen in de zorg. Kun je die motieven handhaven?  Wil je je juist specialiseren of word je generalist? Daarvoor is inzicht nodig in veranderende functie-eisen.
Bron:Vilans