Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties1

5 vragen over de Participatiewet: waarom een herziening van de wet in de maak is

Met veel bombarie werd de Participatiewet ruim 8 jaar geleden aangekondigd. Maar de uitvoering in de praktijk bleek nogal complex. Daarom wordt gewerkt aan een herziening. Wat mogen we daar van verwachten? In dit artikel beantwoorden we de 5 belangrijkste vragen.
De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet. Foto H_Ko / stock.adobe.com

1. Wat is de kern van deze wet?

Iedereen die kan werken maar het op de arbeidsmarkt zonder ondersteuning niet redt, valt onder de Participatiewet. De wet moest ervoor zorgen dat meer mensen werk vinden, ook mensen met een arbeidsbeperking. Sinds 2015 is deze nieuwe wet van kracht: de invoering ervan had gevolgen voor bijstandsgerechtigden, Wajongers en mensen in de sociale werkvoorziening, ook wel bekend als de Wsw’ers (Wet sociale werkvoorziening).

2. Waarom is deze wet bedacht?

Het doel van de Participatiewet is om zoveel mogelijk mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen in reguliere banen bij reguliere werkgevers. Als dit niet mogelijk is, kan het ook gaan om vrijwilligerswerk of beschut werk, waarbij mensen met een arbeidsbeperking in een aangepaste omgeving kunnen werken. Het uitgangspunt van de Participatiewet is dat iedereen naar vermogen deelneemt (participeert) aan de samenleving en zoveel mogelijk in het eigen onderhoud kan voorzien. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet en zien erop toe dat bijstandsgerechtigden actief naar werk zoeken en passend werk accepteren.

3. Wat zijn de dilemma’s rond deze wet?

De gemeenten zijn dus verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet en zien erop toe dat bijstandsgerechtigden actief naar werk zoeken en passend werk accepteren. Maar deze gemeenten bepalen zelf wat voor hulp zij exact bieden. Denk hierbij aan een re-integratietraject, proefplaatsing, een baancoach, een arbeidsongeschiktheidsuitkering, financiering voor om- en bijscholing en andere hulp in het verkennen van de arbeidsmarkt. Deze wet kan op lokaal niveau dus verschillend uitpakken.

Verder bleek dat veel mensen met een arbeidsbeperking (die vóór de invoering van de wet in aanmerking kwamen voor een plek in de sociale werkplaats) niet beter af zijn met de Participatiewet. Integendeel, sinds de invoering van de wet zijn de baankansen van mensen met een handicap gedaald en zijn meer van hen afhankelijk geworden van een uitkering, bleek uit dit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Ook bleken contracten van de mensen die wel een baan vonden van kortere duur en voor gemiddeld minder uren. Daarmee bleven ze dus meer afhankelijk van een uitkering.

Blijf op de hoogte van de laatste praktische inzichten over wetgeving en participatie met de gratis online nieuwsbrieven van Zorg+Welzijn, het vakmedium voor professionals in het sociaal domein.>>

Dat de wet in de praktijk niet werkt zoals bedoeld, had volgens het SCP meerdere oorzaken, waaronder de plotselinge verantwoordelijkheid die de gemeente kreeg. Verder zijn er volgens het SCP structurele problemen. Zo is niet iedereen in staat te werken, maar leek de politiek hier wel vanuit te gaan toen de wet opgesteld werd.

Er ligt mede daarom in de wet een dwingend karakter besloten. Zo van: ‘Er is werk genoeg voor iedereen. Dus als je niet werkt en participeert, ligt dat aan jou.’ Dit is natuurlijk kort door de bocht, maar uit die gedachtegang spreekt wantrouwen. Dat bleek ook in de praktijk: zo ontstond landelijk grote ophef over een bijstandsgerechtigde vrouw uit de gemeente Wijdemeren die 7.000 euro moest terugbetalen vanwege gekregen boodschappen. Zij kreeg over een periode van drie jaar wekelijks boodschappen van haar moeder. Dit had ze moeten doorgeven aan de gemeente, want er geldt een ‘inlichtingenplicht’. Het heeft, samen met het onderzoek van het SCP, er mede toe geleid dat er een herziening van de Participatiewet komt.

Minister Carola Schouten heeft die herziening de ‘Participatiewet in balans’ genoemd. Kerngedachte is dat de wet menselijker en minder stringent wordt opgetuigd. Zo mogen mensen in de bijstand maximaal bijverdienen tot 15 procent van hun uitkering, zonder dat ze daar op gekort worden. Overigens zijn hogere percentages dan 15 procent ook ingewikkelder, want dan komt toekenning van toeslagen als huur-, zorg- en kindertoeslag in het gevaar.

4. Wat zijn de uitzonderingen?

Binnen de Participatiewet gelden er specifieke regelingen voor bepaalde groepen. Een belangrijke uitzondering geldt voor mensen met een beperking die niet in staat zijn om het wettelijk minimumloon te verdienen. Zij kunnen in aanmerking komen voor beschut werk.

Verder is de gemeente Utrecht ongehoorzaam geweest in de afgelopen jaren. Zij is een voorloper in het afwijken van de landelijke afspraken, in het bijzonder voor jongeren tot 27 jaar. Om te voorkomen dat deze kwetsbare jongvolwassenen onnodig diep in de schulden komen of buiten beeld raken, kent de gemeente Utrecht sinds december 2021 namelijk sneller bijstand toe aan deze groep. Ook worden deze jongvolwassenen vrijgelaten iets bij te verdienen uit vrijwilligers- of deeltijdwerk. De herziening ‘Participatiewet in balans’ lijkt daar dus ook op aan te sluiten.

5. Op welke manier heb jij als sociaal werker te maken met deze wet?

Veel gemeenten richten zich vooral op mensen die relatief makkelijk naar werk begeleid kunnen worden. Veel bijstandsgerechtigden kampen echter met meerdere problemen, vaak ook gepaard op het gebied van welzijn. Door de focus op betaald werk worden deze mensen niet altijd goed geholpen. Voor sociaal werkers is het van belang dat in het oog te houden.

De nieuwe Participatiewet moet zich volgens het SCP daarom niet alleen richten op werk en inkomen, maar beter aansluiten op het leven van mensen met een bijstandsuitkering en hun problematiek. Deze mensen zijn gebaat bij een levensbrede blik. Er moet een brede blik op bijstand komen, vindt het SCP. Een betere afstemming tussen wetten en maatregelen en meer samenwerking bij de uitvoering van de Participatiewet zijn daarvoor onmisbaar. Overigens treedt de nieuwe wet op zijn vroegst op 1 januari 2025 in werking.

Een compleet overzicht geven van álle wetten en regels waarmee sociaal werkers te maken hebben is lastig. Binnen jouw doelgroep en werkgebied gelden ongetwijfeld nog veel meer specifiekere regels dan de 13 onderstaande wetten. Maar met dit niet-volledige overzicht van wet- en regelgeving in het sociaal domein ben je wel beter op de hoogte.

1 REACTIE

  1. Het lijkt duidelijk dat deze wet is gemaakt door degenen die veronderstellen dat degenen die overheidsuitkeringen ontvangen, meelopers zijn, ongeacht het feit dat onderzoek hun ideeën niet bevestigt.
    Onderzoek heeft zelfs bevestigd dat de overgrote meerderheid van de werklozen werk wil vinden, aangezien er belangrijke economische en sociale voordelen aan verbonden zijn, niet in de laatste plaats een gevoel van eigenwaarde en een bijdrage leveren aan de samenleving.
    Bovendien gaat de veronderstelling dat er altijd banen beschikbaar zullen zijn en werkgevers die werklozen willen aannemen, in tegen de werkelijke omstandigheden.
    In wezen zijn degenen die aandringen op dwaze ‘Werk of verhonger’-wetten meestal degenen met een lage sociale empathie en een hoog hebzuchtig gedrag.
    Bij het formuleren van dit soort wetten moeten parlementsleden rekening houden met fundamenteel menselijk motiverend gedrag en onbewezen en onbewijsbare veronderstellingen over de motivaties van degenen die praktisch niet in staat zijn om werk te vinden in een samenleving die in veel gevallen niet van plan is hen ooit aan te nemen, uit te sluiten.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.