1. Wat is de kern van deze wet?
De Zorgverzekeringswet verplicht Nederlandse burgers om een basiszorgverzekering af te sluiten bij een zorgverzekeraar. De basisverzekering vergoedt onder andere de kosten van huisartsenzorg, ziekenhuiszorg, geneesmiddelen en geestelijke gezondheidszorg. Naast de basiszorgverzekering sluiten veel Nederlanders ook een aanvullende verzekering af, voor bijvoorbeeld de tandarts en orthodontist, brillen en lenzen en alternatieve geneeskunde. Een aanvullende verzekering is niet verplicht.
In de Zorgverzekeringswet is acceptatieplicht vastgelegd. Zorgverzekeraars zijn verplicht om verzekeringsplichtigen altijd te accepteren voor de basisverzekering, ongeacht hun leeftijd, gezondheid of geslacht.
De kosten voor de zorgverzekering zijn voor eigen rekening. Daarnaast is er een jaarlijks eigen risico van 385 euro (2023). Het eigen risico in 2024 is opnieuw op 385 vastgesteld. De eigen bijdrage voor geneesmiddelen blijft maximaal 250 euro. Wat veel mensen niet weten, is dat je werkgever ook meebetaalt aan de zorgverzekering via de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet. Zzp’ers moeten deze bijdrage zelf afdragen aan de Belastingdienst. Ook als je met pensioen bent of alimentatie krijgt, is dit laatste het geval.
2. Hoe zit dat met de zorgtoeslag?
In 2023 kost een gemiddelde zorgverzekering 138,45 euro per maand, becijferde Zorgwijzer.nl. Een fiks bedrag, zeker voor mensen met een laag inkomen. In de Zorgverzekeringswet is ook opgenomen dat deze groep mensen recht hebben op zorgtoeslag. Of en hoeveel zorgtoeslag de verzekerde krijgt, hangt af van het inkomen en het vermogen van degene die de zorgverzekering afsluit. De maximale zorgtoeslag bedraagt 154 euro per maand voor alleenstaanden en 265 euro voor gezinnen.
3. Wat is het verschil tussen de Zorgverzekeringswet en de Wmo?
Ouderen die zelfstandig blijven wonen en steeds meer zorg nodig hebben, krijgen te maken met diverse zorgwetten. De ouderenzorg is qua financiering gefragmenteerd. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) regelt dat mensen met beperkingen of chronische problemen ondersteuning kunnen krijgen bij het zelfstandig wonen en deelname aan de samenleving. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wmo en moeten hiervoor een individueel ondersteuningsplan opstellen voor de persoon die hulp nodig heeft.
Maar er is ook thuiszorg, die vergoed kan worden voor mensen met een ziekte of beperking en voor ouderen. Het is afhankelijk van de persoonlijke situatie welk soort thuiszorg vergoed wordt en vanuit welke wet dat gebeurt. Verpleging en verzorging van mensen met een kwetsbare gezondheid (vanwege een medische aandoening) valt onder de Zorgverzekeringswet. Maar gaat het om hulp waarbij de cliënt (tijdelijk) niet zelfredzaam is, dan gaat de hulp van professionals meer om persoonlijke verzorging. Deze vorm van zorg – denk aan hulp bij het opstaan, douchen, aankleden, naar het toilet gaan etcetera – wordt betaald uit de Wmo. De zorgvraag en de persoonlijke situatie van de cliënt bepalen dus vanuit welke zorgwet de zorg betaald wordt.
4. Op welke manieren heb je nog meer te maken met de Zorgverzekeringswet?
In Nederland worstelen honderdduizenden mensen met het betalen van de zorgpremie. Zorgverzekeringsschulden staan – na een schuld bij de Belastingdienst – in de top 2 van meest voorkomende schulden. Dat is begrijpelijk, want als je te weinig geld hebt ga je nadenken over welke rekeningen je als eerste betaalt: de huur, de energierekening of de zorgverzekering? Dan is het te begrijpen dat de zorgpremie even niet voldaan wordt. Want betaal je je huur niet, dan riskeer je dat je uit huis gezet wordt.
Hoe gek dat ook mag klinken, dat biedt voor schuldhulpverleners dus ook kansen. Een zorgverzekeringsschuld kan een indicator voor achterliggende problemen zijn. Wanneer cliënten met ongeopende brieven komen of aangeven dat de zorgtoeslag ineens niet meer wordt uitbetaald, moeten zij dus gealarmeerd zijn. Ook vragen van cliënten over hun loonstrookje kunnen een reden zijn om door te vragen. Mensen die bijvoorbeeld 152,20 euro minder per maand salaris hebben gekregen, kunnen met loonbeslag van het CAK te maken hebben. Dan zijn ze in de wanbetalersregeling van de Zorgverzekeringswet terechtgekomen. Redenen genoeg dus om daar scherp op te zijn.
Ook cliënten die terloops melden dat ze een nieuw polisblad hebben ontvangen van de zorgverzekering, geven een signaal af dat ze mogelijk oplopende schulden hebben. Dan is de kans aanwezig dat de aanvullende verzekering door de verzekeraar is beëindigd vanwege een premieachterstand van enkele maanden.
5. Hoe ga je om met onverzekerde cliënten?
Sociaal werkers komen cliënten in allerlei kwetsbare situaties tegen. Al is een basiszorgverzekering in Nederland verplicht, er is ook een groep onverzekerden. Denk aan daklozen of illegale vreemdelingen. Wie geen zorgverzekering heeft, moet zijn/haar eigen zorgkosten betalen. Ook kunnen ze een boete krijgen. Als een cliënt geen vast woon- of verblijfadres heeft, is de kans groot dat de zorgverzekeraar de zorgverzekering heeft beëindigd.
Voor sociaal werkers die in aanraking komen met onverzekerden, is het van belang ze te wijzen op het belang van goede zorg. Als ze geen woonadres hebben, zijn er drie manieren om toch een zorgverzekering af te sluiten: met een briefadres, een digitale loonstrook niet ouder dan 1 maand of een verklaring van de Sociale Verzekeringsbank. Lees hier meer over deze mogelijkheden.
Daarnaast is er voor Vreemdelingen zonder verblijfsvergunning de Regeling onverzekerbare vreemdelingen, zodat ook zij gebruik kunnen maken van medisch noodzakelijke zorg.