Samen met haar collega’s Ikram Taouanza en René Broekroelofs onderzocht ze in het rapport wat de werkzame mechanismen zijn bij anti-discriminatie-interventies en of bepaalde interventies meerdere vormen van discriminatie tegelijkertijd kunnen verminderen.
Discriminatie in de wijk
‘Het verminderen van discriminatie van Turkse Nederlanders vermindert ook discriminatie van Marokkaanse Nederlanders, maar daarmee heb je nog niet antisemitisme of homofobie aangepakt.’ Zes tips van onderzoeker Felten over hoe je discriminatie in de wijk of op een school kunt verminderen.
1. Gewoon erover praten helpt niet
‘De grootste don’t in anti-discriminatie-interventies is alle ruimte geven aan vooroordelen. Het is absoluut niet zo dat “het gewoon bespreekbaar maken”, een positief effect heeft.’ Felten ziet dat het toch nog vaak zo wordt aangepakt. ‘Wat er dan meestal gebeurt, is dat de doelgroep, bijvoorbeeld een groep hangjongeren of boze wijkbewoners, bij elkaar gezet wordt en mag vertellen wat zij denken over bijvoorbeeld moslims, Surinamers of homo’s met het idee dat het daarna nog bijgesteld kan worden. Het effect is echter dat er heel veel ruimte komt voor discriminerende uitingen. Probeer dan nog maar eens het tij te keren, als de hele groep het erover eens is dat moslims, Surinamers of homo’s bijvoorbeeld vies zijn.’
2. Zet in op empathie
‘Wat wel kan werken is inzetten op het vergroten van empathie,’ weet Felten. ‘Nodig bijvoorbeeld een moslim uit in de klas om te vertellen hoe het voelt om buitengesloten te worden. Vraag vervolgens aan de leerlingen in de klas of zijzelf ooit in die situatie van uitsluiting hebben gezeten en of ze nog weten hoe dat voelde. Op die manier kunnen ze invoelen hoe discriminatie voelt en brengen ze meer compassie en empathie op voor diegene. Heel belangrijk aan deze methode is dat de doelgroep niet gaat denken dat die moslim een uitzondering is. Dat heet “sub-typing”.’ Een slecht voorbeeld van homovoorlichting dat Felten ooit zag, was een jongen die vertelde over zijn homoseksualiteit maar begon met: ‘Ik val wel enkel en alleen op mannen, maar ik ben eigenlijk helemaal niet zo’n typische homo.’ Felten: ‘Alles wat hij daarna vertelde gold dus niet voor alle homo’s. Daardoor hoefden de leerlingen niks te veranderen aan hun stereotype beeld van homo’s.’
3. Maak gebruik van de meerdere vliegen-methode
Feltens onderzoek Meerdere vliegen in een klap laat zien dat bepaalde interventies kunnen zorgen dat meerdere vormen van discriminatie tegelijkertijd worden aangepakt. Felten: ‘Als bijvoorbeeld “witte” jongeren zich inleven in iemand die van Turkse afkomst is en empathie gaan ervaren voor hem of haar, is de kans groot dat dit niet alleen vooroordelen vermindert ten aanzien van Turkse Nederlanders maar ook ten aanzien van Marokkaanse Nederlanders. Dit komt omdat van beide groepen vergelijkbare beelden bestaan onder “witte” jongeren. Let wel: zo’n ontmoeting vermindert waarschijnlijk geen antisemitisme, homofobie of seksisme. De valkuil is dat je er vanuit gaat dat aandacht besteden aan één vorm van discriminatie, automatisch álle andere vormen van discriminatie ook vermindert.’
4. Oefenen met buiten het hokje denken
Felten: ‘Een vernieuwende anti-discriminatie-methodiek is het oefenen met anti-stereotypen. Denk aan: de vrouwelijke vuilnisman, de moslim hipster of de mannelijke verloskundige. Mensen die daarin oefenen worden minder discriminerend.’ Een kleine disclaimer: dit effect is vooralsnog alleen in laboratoria bewezen. Oftewel op kleine schaal en alleen in de context van studies naar discriminatie. ‘Het zou interessant zijn om te zien hoe dit in het veld werkt’, aldus Felten.
5. Herinner iemand zich te gedragen
Een andere methode die vooral in het lab getest is, is mensen eraan herinneren dat ze moreel goed gedrag willen vertonen. Laat bijvoorbeeld iemand zien die ‘moreel goed doet’, een soort held. Denk bijvoorbeeld aan een buurman die soep brengt bij zijn buurvrouw, ook al zit hij zelf krap bij kans. ‘Dit noemen we “morele verheffing”. Als je zo’n persoon op iemands netvlies zet, is de kans groter dat hij zich direct daarna beter gaat gedragen en dus minder discrimineren,’ vertelt Felten. ‘Mensen weten kennelijk best wel dat ze niet moeten discrimineren. Opmerkelijk hieraan is dat je dus niet iemand hoeft te herinneren aan dat hij níet wil discrimineren maar aan moreel goed gedrag. We weten alleen nog niet hoe lang dit effect blijft hangen.’
6. Verander het beeld dat een wijk van zichzelf heeft
‘Belangrijk in discriminatie, is wat mensen dénken wat normaal gevonden wordt door hun peer-groep. De “sociale norm”. Als iemand in een wijk woont en dénkt dat zijn buren discrimineren ten aanzien van de nieuwkomer in de wijk, dan is hij geneigd om diegene ook te gaan discrimineren. Zelfs als hij zélf eigenlijk weinig problemen heeft met die nieuwkomer. Lukt het je dus om de bewoners van de wijk ervan te doordringen dat discrimineren niet sociaal geaccepteerd is onder andere wijkbewoners, dan is de kans groot dat buurtbewoners zich inspannen om niet te discrimineren’, tipt Felten.
Meer weten over het onderzoek? Kijk dan hier. De checklist voor antidiscriminatie-interventies, geactualiseerd in juni 2023, vind je hier.