1. Informeer gemeente, toegangsfunctionarissen en inwoners over de informele cliëntondersteuning: wat de informele ondersteuning doet, wat de specifieke kracht en meerwaarde is en waar de grenzen liggen.
2. Organiseer regelmatig netwerkbijeenkomsten met een formele- en informele cliëntondersteuner en wijkteammedewerkers voor de onderlinge bekendheid. De totstandkoming van samenwerking heeft tijd nodig, het is een ingrijpend proces.
3. Stimuleer de samenwerking tussen informele en formele cliëntondersteuners via opdrachten in de leveringsovereenkomsten en het afsluiten van samenwerkingsconvenanten.
4. Waarborg kwaliteit door het regelen van deskundigheidsbevordering en werkbegeleiding voor de informele cliëntondersteuners. Het kan heel zinvol zijn om formele en informele ondersteuners samen scholing te laten volgen. Ze leren vooral ook van elkaar door het uitwisselen van ervaringen en kennis.
5. Zorg voor goede coördinatie, een adequate vergoeding en secundaire arbeidsvoorwaarden, ook voor informele cliëntondersteuners.
6. Op landelijk niveau kan de informele cliëntondersteuning worden gestimuleerd door zaken als de ontwikkeling van profielschetsen, competentieprofielen en daarop aansluitende (erkenning biedende) scholing, het verspreiden van voorbeelden van samenwerkingsconvenanten en onderzoek dat de specifieke meerwaarde van informele cliëntondersteuners zichtbaar maakt.
Klik hier voor het rapport van het onderzoek van Movisie.
Het moet echt en snel beter in het sociaal domein, vindt Jan de Vries, directeur van MEE Nederland. ‘Die nadruk op generalisten vind ik geen goed idee.’ Lees meer>>
Leerzame video: zo geef je je cliënt op de juiste manier zelfregie
Oeps, klein foutje: Jan de Vries is sinds 01-01-16 geen directeur meer van MEE NL.