Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Samenwerking koepelorganisaties moet verder onheil thuiszorg voorkomen: De slag om de patiënt

Faillissementen en ontslagen bedreigen de thuiszorg. Nauwere samenwerking tussen de koepelorganisaties van de particuliere en reguliere thuiszorgorganisaties moet het tij keren. ‘Met de invoering van marktwerking is het onderscheid tussen particulier en regulier verdwenen. We moeten ons samen hard maken voor de belangen van de gehele sector.’

De thuiszorg staat onder druk. Door de strengere indicatiestelling voor huishoudelijke zorg en premieverhogingen hebben instellingen dertig procent minder zorg kunnen leveren. Instellingen verliezen omzet en kampen met faillissementen. Er zijn al honderden banen verloren gegaan en begin dit jaar voorspelde de toenmalige directeur van de koepelorganisatie voor particuliere thuiszorgorganisaties Branchebelang Thuiszorg Nederland (BTN), dat de komende vijf jaar twintigduizend tot dertigduizend medewerkers hun baan zullen verliezen. Of het werkelijk om zulke grote aantallen gaat betwijfelt de koepelorganisatie van reguliere thuiszorgorganisaties Z-org (voorheen Landelijke Vereniging van Thuiszorg – LVT) . Door de vergrijzing zal de behoefte aan thuiszorg immers toenemen. Maar dat er vele banen in de thuiszorg gaan verdwijnen, vreest hij ook.

Kaalslag

Uit een enquête van het blad ZorgVisie eind 2004 bleek dat ruim de helft van de thuiszorgorganisaties het jaar met rode cijfers afsloot. Daarnaast brengt de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), waarmee de huishoudelijke zorg uit de AWBZ naar de gemeenten gaat, veel onzekerheid met zich mee. En onlangs heeft het nieuwe fenomeen van de kraamzorgveiling op internet zijn intrede gedaan, waartegen vele kraamzorgaanbieders te hoop lopen.

Het zijn ontwikkelingen die alle thuiszorgorganisaties, of ze nu als regulier of particulier te boek staan, aangaan. Vandaar dat de beide koepelorganisatie eind juni besloten tot nauwere samenwerking. Volgens hen een logische stap nu het onderscheid tussen particuliere en reguliere thuiszorgorganisaties is verdwenen.

‘Sinds 1996 kunnen particuliere organisaties ook een AWBZ-erkenning krijgen,’ zegt de kersverse directeur van Z-org Aad Koster: ‘Ze vallen onder hetzelfde financieringssysteem en moeten aan dezelfde kwaliteitseisen voldoen als onze leden. Alle thuiszorgorganisaties zijn in feite ondernemers geworden die concurreren met elkaar en onderhevig zijn aan marktwerking. Daarom hebben we ook onlangs onze naam gewijzigd in Z-org, Organisatie van zorgondernemers.’

De term ‘thuiszorg’ dekt volgens Koster de lading niet meer. ‘Onze leden zijn op veel meer terreinen actief dan voorheen. Naast thuiszorg, kraamzorg, jeugdgezondheidszorg en uitleen van hulpmiddelen bieden velen onder meer ook de combinatie van wonen en zorg, preventie en welzijnsactiviteiten. Velen werken nauw samen binnen de zorgketens. Als ondernemers zoeken ze naar nieuwe kansen in de markt. Dat geldt voor alle instellingen. Met de nauwere samenwerking willen we onze leden beter ondersteunen in hun ondernemerschap. Fuseren doen we nog niet, eerst eens kijken hoe dit verloopt.’

Krachtig gezamenlijk optreden is momenteel vooral belangrijk vanwege de WMO. Gemeenten zullen de huishoudelijke zorg gaan inkopen, maar bij wie? Proberen ze het zo goedkoop mogelijk te doen bij schoonmaakbedrijven, of gaan ze ook kwaliteitseisen stellen? Koster: ‘Op zich kunnen wij ons wel scharen achter de gedachte van de WMO om de zelfredzaamheid van burgers te bevorderen. In wezen is dat de kern van thuiszorg. Maar het gaat er om hoe de WMO straks uitgevoerd wordt. Wij vinden dat huishoudelijke zorg meer is dan het schoonmaken van een kantoor. Het gaat vaak om cliënten in kwetsbare posities. Thuiszorgmedewerkers merken op dat mevrouw steeds het gas laat aan staan. Zij zorgen ervoor dat hun instelling een collega stuurt om te kijken of er sprake is van beginnende dementie. Onze huishoudelijke zorg is voorwaardenscheppend voor verzorging en verpleging. Als dat niet goed gebeurt kunnen mensen minder lang thuis wonen. Als onze leden echter goede aanbiedingen doen, kan de WMO ook kansen bieden. Ik denk dan aan een geïntegreerd aanbod van huishoudelijke zorg met bijvoorbeeld ondersteunende begeleiding en allerlei welzijnsachtige activiteiten.’

De eveneens nieuwe directeur van BTN, Jan Verschuren, vreest dat hij de prijsconcurrentie met schoonmaakbedrijven en de groeiende overheadkosten ten koste gaan van de werkgelegenheid in de thuiszorg. ‘De WMO brengt een enorme bureaucratische last met zich mee. In plaats van met de huidige 31 zorgkantoren zullen aanbieders met honderden gemeenten moeten onderhandelen. Uiteraard kunnen gemeenten in regionaal verband samenwerken, maar veel gemeenten zullen toch weer op bepaalde terreinen een eigen beleid voeren. Daarnaast verdwijnt met de WMO het recht op huishoudelijke zorg. Cliënten moeten maar afwachten of ze die straks nog krijgen. Wij zullen alle zeilen bijzetten om te voorkomen dat er een knip ontstaat tussen huishoudelijke zorg en verzorging en verpleging.’

Stunten

Wat een groot deel van de sector momenteel het meest ergert is de zorgveiling. Als verzekerden van zorgverzekeraar Menzis of Achmea kraamzorg aanvragen wordt hun zorgvraag via internet aangeboden aan kraamzorgaanbieders. Valt die aanvraag in het werkgebied van de aanbieders waarmee de zorgverzekeraar een overeenkomst heeft, dan zijn de kraamzorgaanbieders verplicht een bod uit te brengen. Om de opdracht te verwerven moet een zorgaanbieder een bonus bieden aan de zorgverzekeraar. Een andere zorgaanbieder kan een hogere bonus bieden. Uiteindelijk kiest de zorgverzekeraar met welke zorgaanbieder hij in zee wil. De bonus is voor de zorgverzekeraar en de aanbieder betaalt daarenboven nog 19,50 euro aan de beheerder van de zorgveiling op internet.

Veel kraamzorgaanbieders zijn hier mordicus tegen. Ria Jonker van de Stichting Kraamzorg Het Groene Kruis in Groningen: ‘Het is niet transparant. Je weet niet welke instelling lager biedt dan jij. Soms zie je in de stad Groningen acht aanbieders een bod uitbrengen. Waar komen die acht vandaan? Misschien biedt de zorgverzekeraar zelf nog even om jouw bod naar beneden te krijgen. Cliënten hebben geen keuzevrijheid. Ze kunnen wel hun voorkeur aangeven, maar de verzekeraar vraagt ook een tweede voorkeur. Als de aanbieder van de tweede keuze dan een aantrekkelijker bod biedt krijgt die de opdracht. Dit moet ten koste gaan van de kwaliteit. Er worden bonussen geboden van 300 euro. Dan kun je geen CAO meer naleven of bijscholingen financieren. Achmea eist dat aanbieders zich aan de Basiskwaliteitseisen houden, maar dat wordt, naar men zegt, pas in 2006 getoetst.’

Ook Jan van de Akker van Thuiszorgcentrum VDA in Veghel voorziet grote problemen voor de sector. ‘Er wordt gestunt op die veiling. Nu veel kraamzorgaanbieders minder werk hebben zijn ze bereid onder de kostprijs zorg aan te bieden. Dat houden ze niet lang vol, uiteindelijk leidt dit tot faillissementen.’ De BTN spreekt zelfs van misleiding en heeft de toezichthouder in de gezondheidszorg Zorgautoriteit i.o. gevraagd om een oordeel. Verschuren: ‘De aanbieder moet de zorg kopen, terwijl het proces dat daaraan ten grondslag ligt volstrekt ondoorzichtig is. Als een cliënt gekozen heeft voor een bepaalde aanbieder, wordt die zorg toch nog geveild. Daarmee wordt de valse suggestie gewekt dat die zorg ook door andere aanbieders binnen te halen is.’ Ook Koster betwijfelt of zorgveiling.nl wel voldoende rekening houdt met de privacy en keuzevrijheid van de cliënt, de noodzakelijke transparantie en kwaliteitseisen. ‘De BTN en wij zitten op het puntje van onze stoel om te kijken of dit wel goed gaat en we zullen ogenblikkelijk in actie komen als dat niet zo is.’

De zorgverzekeraar wijst alle kritiek van de hand. Woordvoerder Christina Rompe: ‘Wij hebben beide koepelorganisaties meerdere malen uitgenodigd met ons te praten. Ze zijn daar nooit op ingegaan. De kwaliteitscriteria die wij hanteren zijn door de koepelorganisaties zelf opgesteld, naleving wordt getoetst door de koepels en het ministerie. Bovendien vragen wij het oordeel van alle cliënten. Als ze een eerste keuze aangeven, wordt die alleen niet gehonoreerd als de instelling niet beschikbaar is. Als daar klachten over zijn, vernemen we die graag van de koepelorganisaties, maar ze hebben tot nu toe nog niets van zich laten horen.’ Dat wordt overigens weer ontkend door Z-org. ‘Wij hebben wel degelijk met de zorgverzekeraars gesproken. We krijgen te veel signalen dat het niet goed gaat,’ aldus Koster.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.