Door Annette Rebel – Jongerenwerk moet steviger en
vooral beter op de kaart worden gezet. Dat is het doel van de landelijke
dag op 22 maart met de titel ‘Jongerenwerk
verbindt’.
Alleen maar feesten
‘De sector heeft een slecht imago’,
aldus Antheunisse van het Zuid-
Hollandse expertisecentrum PJ Partners. ‘Vaak denken mensen dat jongerenwerkers zo’n
beetje à la jaren zestig leuke dingen met de jeugd doen. En er zou alleen maar
worden gefeest. Er is helemaal geen oog voor hun pedagogische kwaliteiten
waarmee jongerenwerkers veel voor jongeren kunnen betekenen.’
Badwater
Ook gemeenten weten het jongerenwerk volgens
de voormalige werker niet altijd op waarde te schatten. ‘Met de komst van de WMO
verruilen gemeenten soms hun eigen jeugdwerkers met die van een andere gemeente
in de buurt, waarschijnlijk wegens de lagere kosten. Terwijl de eigen werkers
goede relaties met jongeren hebben opgebouwd. Door die weg te sturen, gooien ze
het kind met het badwater weg.’
Onlusten
Als voorbeeld noemt Antheunisse de recente
onlusten in de Utrechtse wijk Ondiep. In deze buurt zou slechts één
jongerenwerker werkzaam zijn. ‘En nu de vlam in de pan is gekomen, wordt er wel
geroepen dat er meer werkers zouden moeten komen. Je moet niet wachten op
calamiteiten, maar structureel voldoende jongerenwerkers inzetten.’
Inzicht
Daarvoor is wel inzicht nodig in de kwaliteiten
van jongerenwerkers en hun toegevoegde waarde. Om daar de aandacht op te
vestigen, wordt op de landelijke dag van het jongerenwerk stilgestaan bij de
schakelrol die jongerenwerkers hebben tussen jongeren enerzijds en anderzijds
politie, jeugdzorg en onderwijs.
Radicaal
Op 22 maart stromen vele tiener- en
jongerenwerkers naar Apeldoorn, Eindhoven en Rotterdam om presentaties en
workshops bij te wonen over onder meer radicale jongeren, racisme en
de jongerenwerker als rolmodel. Ook vinden er debatten plaats tussen gemeenten,
Bureau jeugdzorg, politie en jongerenwerk. Antheunisse: ‘Via dialoog komt er
meer aandacht voor de verbindende capaciteiten van de jongerenwerkers. Althans,
dat is de bedoeling.’