De vorige keer blogde Elsbeth over de overgang naar het wijkteam >>
Het doel van de sociologieles was om van een afstand (verder dan je eigen neus lang is) te kijken naar dit samenlevingsvraagstuk. Niet om elkaar met standpunten te overspoelen. Want juist een tsunami van persoonlijke meningen kan het stellen van vragen wel eens in de weg staan. En dat is erg.
Sociaal werkers (in spe) brengen, als het goed is, juist een dialoog op gang. Een dialoog waar mensen elkaar horen en zien. Waardoor mensen elkaar tegenkomen, elkaar leren kennen en elkaar leren begrijpen. Elkaar vragen gaan stellen. In plaats van elkaar buitensluiten op basis van vooringenomen meningen.
Na de geeltjes met meningen vroeg ik de studenten wat je je zou kunnen afvragen bij het samenlevingsvraagstuk over mensen die vluchten naar Nederland.
In groepjes schreven ze allerlei vragen op zoals:
- Waar komen de uitspraken over vluchtelingen vandaan?
- Waar zijn die op gebaseerd?
- Zijn de uitspraken die gedaan worden eigenlijk wel waar?
- Welk effect hebben (social) media?
- Op welke manier wordt er door wie op welke groepen mensen gereageerd?
- Vanuit welke overtuiging wordt er over dit vraagstuk gesproken en geschreven?
- Welke rol kunnen sociaal werkers hebben bij het meedenken over (en oplossen van) samenlevingsvraagstukken?
- Hoe komt het dat vooral gemeenten en politici aan het woord zijn en geen sociologen en sociaal werkers? En mensen ‘van de straat’ en mensen die gevlucht zijn?
- Wat zegt dat van -en over ons?
De studenten uit mijn sociologieklas gingen met een hoofd vol vragen naar huis. En ik met een smile op mijn gezicht. De les was wat mij betreft geslaagd.
Eigenlijk heb ik een hekel aan oneliners. In deze blog, waar het gaat over nuanceren door vragen te gaan stellen, passen ze al helemaal niet. Oneliners zetten een punt.
Vooruit. Toch twee om dit blog af te sluiten:
De ware wijze herken je niet aan zijn antwoorden maar aan zijn vragen. En wat je vindt mag je houden.