De vorige keer blogde Kim over volwassen worden >>
Vertwijfeld staar ik de dokter aan, is er iets mis met mij? Nee toch? Ik ben gewoon niet zo handig, maar ik ben toch niet gek? Heb ik echt hulp nodig? Allerhande emoties schieten door mijn lijf, een licht praktische beperking, terwijl om mij heen alles draait om praktisch werken, doen, aanpakken. Hoe kan ik dan aan het werk komen? Kan het met medicijnen opgelost worden? Kan iemand mij nog dingen leren? Ojee, ik ben dom!
Ik bedenk mij soms hoe het met mij zou gaan als ik niet in de kenniseconomie van nu zou leven, maar pak hem beet 100 jaar geleden. Ik zou tot de conclusie komen dat wanneer de zorggedachte destijds dezelfde zou zijn als nu, ik waarschijnlijk de diagnose Licht Praktische Beperking had gekregen. Ik ben namelijk een sterke denker, maar als het aankomt op zaken in elkaar zetten, de handen uit de mouwen steken en vooral praktisch inzicht dan schort het er nogal aan. In een maatschappij waar de denkers nog niet veel plek hebben ingenomen, zou deze kwaliteit weleens kunnen leiden tot een beperking.
Die gedachte hou ik regelmatig vast in mijn werken, vooral als ik met met licht verstandelijk beperkte jongeren te maken heb. Steeds vaker vraag ik mij af: zijn zij beperkt of is onze maatschappij dat? Het kan toch nooit zo zijn dat alleen omdat ze een minder ontwikkelde cognitie hebben, ze niet in staat zijn om van betekenis te zijn in onze maatschappij? Want dat is wel hoe veel van deze jongeren zich voelen. Praktisch kunnen ze best functioneren, en in deze tijd waren er tal van baantjes die ze wellicht op het lijf waren geschreven. Maar waar zijn die baantjes nu? Waar is hun plekje in de maatschappij?
Als ik destijds de diagnose Licht Praktische Beperking had gekregen dan had ik wellicht ook in een beschermde arbeidsomgeving moeten werken. Ruimte voor denkers was er immers niet, alles was praktisch ingericht dus daar moest men mij in begeleiden. Maar wat nou als er meer evenwicht zou komen in de maatschappij? Er zowel ruimte en waardering voor de denkers als de doeners was, moest ik dan nog wel beschermd werken? Of kon ik gewoon op een andere plek mijn talent benutten?
Terug naar deze tijd, ik denk dat mijn boodschap wel duidelijk is. Uiteraard verdienen jongeren met een verminderde cognitie zorg, de vraag is alleen of zij zoveel zorg nodig hebben als wij constant denken te moeten bieden. Met de inrichting van de huidige maatschappij zeg ik ja, binnen deze inrichting maak ik mij zelfs heel serieus zorgen om deze jongeren. De vraag is alleen, wie is er nu beperkt, zij of wij?
En terwijl u over deze vraag nadenkt, ga ik nog even mijn Licht Praktische Beperking verwerken.