Eind 2015 stemde de Tweede Kamer voor een wijziging van de Wmo op drie punten. Ten eerste mogen thuishulpen niet meer ontslagen worden, om daarna weer opnieuw als alfahulpen te worden ingezet. Ten tweede mag het overheidsgeld dat gemeenten krijgen voor huishoudelijke hulp, ook echt alleen aan thuishulp worden uitgegeven. En ten slotte zijn gemeenten verplicht om ‘realistische tarieven’ te hanteren, zodat thuishulpen een fatsoenlijk salaris krijgen dat onder de cao valt.
Eind vorig jaar maakte staatssecretaris Van Rijn bovenstaande afspraken met vakbonden en gemeenten. Lees meer >>
Kritiek
De VNG uitte kritiek op de wijzigingen, omdat die de verantwoordelijkheden van werkgevers onterecht op het bord van gemeenten zouden leggen. En daarnaast zouden ze leiden tot meer bureaucratie. De vereniging noemde de wijzigingen zelfs ‘onuitvoerbaar’ voor gemeenten.
Geen minimumtarief
Staatssecretaris Martin van Rijn heeft blijkbaar geluisterd naar de kritiek, want op de website van Zorgvisie staat te lezen dat in ieder geval het minimumtarief van tafel is. VNG-woordvoerder Edward Ernst laat weten: ‘Het kan gewoon niet zo zijn dat gemeenten de verantwoordelijkheid krijgen over scholing van medewerkers of al dan niet een vast dienstverband. Dan zouden wij als gemeenten gedwongen op de stoel van de werkgevers gaan zitten.’
Cao’s
Thuishulpen moeten op basis van de geldige cao-afspraken voor de Verpleging Verzorging en Thuiszorg (VVT) betaald worden. Maar sinds het failliet van TSN Thuiszorg is er discussie in welke schaal ze moeten vallen, FWG 10 of FWG 15.