De vorige keer blogde Hans over sociale wijkteams >>
Deze keer werd de rust in de bus doorbroken door een gesprek schuin achter mij tussen twee heren rond de 50. In sportieve, nette, kleurrijke jacks, met lederen tassen die nog in de hand gedragen worden. Degelijke types dus, vast op weg naar kantoorbanen met koffieautomaat. Een van hen zat in een OR.
Hun gesprek was alles behalve degelijk en uitgestippeld. Het ademde onrust en urgentie. De heren stelden elkaar wezenlijke vragen die in meer organisaties zullen leven. Ik opende op mijn iPhone de notitie-app en begon dit blog te typen.
‘Wat is de nieuwe markt?’
‘Hoe houd je aansluiting?’
‘Hoe bind je jongeren aan je organisatie?’
‘Ben je behoudend en verlies je stilletjes de aansluiting? Of vernieuw je?’
Volgens de heren liepen er genoeg studenten rond die in hun bedrijf aan de slag konden. Maar wisten die het bedrijf wel te vinden? Hoe kom je eigenlijk met ze in contact? En klanten dan? Ze concludeerden dat potentiële klanten waarschijnlijk niet weten dat hun organisatie bestaat.
Pardon?
Hoe kon het zijn dat ze niet zagen dat ze zo dicht bij hun antwoorden zaten, fysiek? Ik zag in die bus om mij heen namelijk alleen maar jonge mensen, studenten en scholieren, potentiële consumenten, hun toekomstige collega’s misschien. En bijna allemaal in de weer met hun smartphone. Dus hoezo ‘hoe hou je aansluiting met de nieuwe markt?’
Het is nog nooit zo makkelijk geweest als nu om in contact te komen met groepen en individuen die iets voor jou kunnen betekenen. Nee…, waar jij iets voor kunt betekenen.
Met die smartphones ben je via sociale media en mobiel draadloos internet al lang dicht bij je doelgroep. Namelijk in zijn of haar broekzak!
Wat een mogelijkheden biedt dit voor zorg en welzijn. Dat onderstreepte Kelly de Vries, werkzaam bij de jeugdreclassering, in haar workshop “Zijn waar je doelgroep is” tijdens de conferentie Verkeerd verbonden, over sociale technologie, op de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN, met gratis wifi in de stadsbus vol studenten).
Kelly was er heel helder in, je doelgroep zit op internet want 95% van het land zit daar. Dat vraagt van ons, welzijnswerkers/ hulpverleners dat we leren ‘blenden’. Oftewel het kunnen toepassen van de mix van communicatiemiddelen die we hebben, zowel in een rechtsreeks gesprek, via e-mail, via sociale media als Facebook of via apps als Whatsapp. Want, zo stelt ze: ‘Jongeren bellen je niet en zoeken je niet op in je kantoor.’
Klopt, ze zitten namelijk hun smartphone te checken, onder andere in de bus. Op momenten dat zij even de rust hebben en jij iets voor ze kunt betekenen. Op voorwaarde dat jij bent waar je hoort te zitten… daar, in die broekzak dus.
Een cliënt in eigen kracht zetten en zelfregie geven betekent loslaten wat jou bekend is (bellen, met koffie op je kantoor uitnodigen), loslaten dat je wel weet wat goed voor de ander is. Je aanpassen aan hoe je cliënt relaties wil onderhouden met de wereld om hem heen. En heus niet alleen bij jongeren.
Op de conferentie was een sociaal werkster die daar moeite mee had, met loslaten wat vertrouwd is. Begrijpelijk, ze is niet de enige. Zij meende dat de ander zich maar moest aanpassen aan haar. Zij weigerde via Whatsapp te communiceren en maakte dat ook kenbaar aan haar doelgroep. Ik heb haar sterkte gewenst en de hoop geuit dat ze dit lang vol mag blijven houden. Want dat betekent dat ze haar vak nog uit kan blijven oefenen. Tot er een moment komt dat het niet meer gaat …
Hoe zit het met jou? Voel jij de onrust van de heren in de bus ook? Herken jij jezelf in die collega die vasthoudt aan het vertrouwde? Waar zit jouw blinde vlek? Ik ben heel benieuwd. Laat je het even weten?