De Levenseindekliniek kan in het nieuwe jaar het merendeel van de kosten bij de verzekeraars declareren. Twee maanden geleden was het voortbestaan van de Levenseindekliniek onzeker, omdat zorgverzekeraars de kosten niet wilden vergoeden. De onderhandelingen met de verzekeraars kwamen de afgelopen weken in een stroomversnelling, aldus directeur Steven Pleiter van de Levenseindekliniek: ‘Nadat duizenden mensen hun zorgverzekeraar bestookten met brieven waarin werd opgeroepen euthanasie via de Levenseindekliniek te vergoeden.’ Grote verzekeraars als VGZ en CZ en kleinere als ASR, Zorg en Zekerheid, ONVZ bleken alsnog bereid dit in hun zorgpakket op te nemen. Met Achmea (Zilveren Kruis, Interpolis, FBTO) zijn inmiddels de eerste gesprekken gevoerd. Het verloop daarvan is zo hoopgevend dat de brievenactie wordt gestaakt, aldus Pleiter.
Strohalm
Directeur Steven Pleiter van de Levenseindekliniek is tevreden. ‘Wij zijn de laatste strohalm voor mensen die bij hun eigen arts tevergeefs om euthanasie vragen. We zijn blij dat de verzekeraars nu ook het belang van ons werk inzien en daaraan willen meebetalen.’ Tot voor kort waren giften en legaten de belangrijkste inkomstenbron. Die geldstroom biedt op de langere termijn een wankele basis. Bovendien moet euthanasie onderdeel zijn van de basiszorg en daarom niet betaald worden van liefdadigheid.
Euthanasie
De Levenseindekliniek bestaat sinds 1 maart 2012 en is er alleen voor mensen die van hun behandelend arts geen euthanasie krijgen. Sinds de oprichting meldden zich 1300 mensen met een euthanasieverzoek. Van hen kregen er 244 euthanasie. Opvallend is dat 102 van deze mensen alsnog door de eigen arts werden geholpen, na bemiddeling van de Levenseindekliniek. De overige 142 kregen euthanasie van de artsen en verpleegkundigen van de Levenseindekliniek.