Op initiatief van Het Oosten praten overlastgevende jongeren en buurtbewoners met elkaar over hun wederzijdse grieven. ‘We willen de jongeren meer bij de buurt betrekken,’ zegt Peter Kramer. ‘In een klankbordgroep gaan ze twee keer per jaar met Het Oosten in gesprek. Binnenkort organiseren we voor de jongeren een introductiedag bij de woningcorporatie waarop ze kunnen zien dat ze méér doet dan alleen woningen. Vervolgens kunnen ze meelopen bij afdelingen als bewonerszaken, verhuur, onderhoud, of mee op bezoek naar nieuwbouwcomplexen.’
Is de overlast in Osdorp de aanleiding van dit initiatief?‘Natuurlijk hebben veel mensen te maken met overlast. Maar al waren die er niet, dan hadden we nog deze initiatieven ontplooid. Vanuit onze maatschappelijke achtergrond willen we het gesprek gaande houden over wat er zich in de buurt afspeelt. Lange tijd waren corporaties terughoudend. De redenering was: “Je kunt beter niks te maken hebben met problemen in de buurt, anders moet je er ook wat aan doen”.’
Wat valt u op in de gesprekken tussen overlastgevende jongeren en buurtbewoners?‘Dat er veel wederzijds begrip is, daar verbaasde ik me over. De jongeren zijn heel erg voor een beter contact met buurtbewoners. Ze vinden dat ze best op hu gedrag mogen worden aangesproken. Maar dan niet blèrend vanuit een raam “dat het nu maar eens afgelopen moet zijn”.‘De wensen van jongeren zijn bijvoorbeeld meer ontmoetingsplekken, een plek niet direct onder het balkon van buurtbewoners, of ontmoetingsplekken die vaker open moeten zijn dan twee middagen van elk twee uur. Hier bestaat best begrip voor bij buurtbewoners. Voor jongeren geldt eigenlijk dat ze beter door krijgen wat hun gedrag teweeg brengt. En de ouderen moeten wat vaker in de spiegel kijken om te zien hoe ze zelf als jongere waren.’
Hoe ziet u de rol van uw woningcorporatie? ‘De rol van Het Oosten is dat het na gesignaleerde problemen de partijen bij elkaar probeert te brengen die een oplossing kunnen bieden. We zijn er in ieder geval niet voor om de problemen in de wijk op onze schouders te nemen. Dat betekent ook dat we niet diep in onze buidel gaan tasten. Hoewel we wel eens een speciaal voorstel sponsoren: zo willen de jongeren binnenkort voor de ouderen een festijn organiseren waarop ze gaan koken en muziek laten horen.
‘Als woningcorporatie heb je al gewonnen dat je de gezichten kent van de buurtbewoners en weet hoe ze op elkaar reageren. Aan de andere kant zijn de groepen niet stabiel. Wanneer de groep uit elkaar gaat, vormen zich weer nieuwe groepen in nieuwe wijken. Wat dat betreft is het goed wanneer meer corporaties met dit soort buurtinitiatieven komen. Nieuwkomers in de wijk zullen zo sneller gehoor vinden, waardoor de kans op onbegrip tussen buurt en jongeren afneemt.’
Nieuwsbrief Zorg + Welzijn, 24 maart 2006