Met verbazing volgde ik de presentatie van de nieuwe beleidslijnen rond het sociaal domein in mijn gemeente. Daar waar op papier alle hoop is gevestigd op de burger als de nieuwe drager van zorg en welzijn in de wijk, komt deze in het geheel niet voor waar het gaat om de organisatie van dat beleid. De burger komt pas in zicht als overheid en instellingen hun nieuwe werkwijze in de wijken hebben uitgerold. Raadsvragen over de noodzaak van specifiek maatwerk per wijk in nauwe samenwerking met de betrokken burger, worden met weinig zeggende antwoorden afgedaan.
Nu wil ik het college van mijn stad niet neerzetten als gemakzuchtig of incompetent. In informele gesprekken met hen aan de zijlijn doemt het beeld op van bestuurders die hart hebben voor hun stad, maar te weinig weten wat er speelt in de wijken. Die begrotingstechnisch niet kunnen overzien waar ze aan toe zijn omdat de laatste kortingen uit Den Haag nog niet binnen zijn. Ga dan maar eens een transitie verkopen als maat en kwaliteitswerk.
Bij raadsleden speelt een ander verhaal. In het nieuwe duale stelsel worden indrukwekkende dossiers er in no time doorgejaagd. Raadscommissies zijn uitgekleed en raadsleden hekelen de kennisvoorsprong van wethouders, ambtenaren en adviseurs. Het vervolg is dat raadsleden gaan scoren met topics die te overzien zijn en het ook in de pers en bij bewoners goed doen.
Neem daarbij de sluiting van vrijwel alle wijkcentra, met uitzondering van een of twee die tegen een vrijwel onbetaalbare ‘marktconforme prijs’ door bewoners kunnen worden overgenomen en de bitterheid en het cynisme van de burger komt je als een verlammende lawine tegemoet.
Terwijl het uur van de waarheid nadert, waarin duidelijk wordt wat de transities rond zorg+welzijn feitelijk gaan opleveren, lijkt de afstand tussen bestuur, instellingen en burger groter dan ooit. En dat is een bittere constatering gezien de rol die de burger moet gaan spelen bij de reorganisatie van het sociale domein. Dan hebben we het nog niet gehad over de nieuwe gebiedgerichte teams van professionals die zich aan het formeren zijn, tegen de schimmige achtergrond van de belangen van betrokken instellingen, die in alles gericht zijn op overleven. Vooralsnog heeft het er de schijn van dat de inzet van de burger een sluitstuk vormt in een chaotische operatie, die dermate complex is dat de tijd en de energie ontbreekt om transities bottum up uit te voeren.
En dat wordt de zoveelste gemiste kans binnen het sociaal domein.
Weer het bekende afschuifsysteem, welbekend uit de schoolboeken van organisatiekunde. Gelukkig wordt er straks gemeten.
Dan zal blijken dat de laatste schakel, de burger een variabele is
in het gekantelde systeem!
O jeetje, wat nu?
Hoe geef je (diep ingesleten)cultuur een andere structuur?
Wie het weet kan alsnog aan de bak!
De wijze waarop dit nu gebeurt is door een peuter nog te doorgronden.
Voordegekhouderij van de bovenste plank.