Ergens is dat best wel logisch. In hun eigen denkwereld doen ze het juiste en functioneren ze goed, maar functioneert de wereld om ze heen niet naar behoren. Soms vraag ik mij wel eens af wie er nu gelijk heeft. De wereld die deze jongeren neerzet als jongeren met een beperking of zijzelf?
De vraag is of er altijd een diagnose nodig is om deze jongeren van de juiste hulp te voorzien? Voor mijn gevoel hoef je niet heel lang gestudeerd te hebben om aan te voelen dat deze jongeren net iets meer ondersteuning nodig hebben dan een ander. Simpelweg de route van loket naar loket wijzen is niet voldoende, ze zullen vastlopen in alle bureaucratie om zich heen. Het grote monster van de ‘overvraging’ ligt al heel snel op de loer.
Regelmatig maak ik mee dat deze jongeren overvraagd worden, vooral in de huidige ontwikkelingen waar we steeds meer neigen naar zelfredzaamheid. Voor burgers met een beperking die vastligt op papier wil men in de wirwar van protocollen nog weleens onderscheid maken. Maar helaas staat er nergens tussen de regels omschreven hoe om te gaan met jongeren die duidelijk hulp behoeven zonder dat dit op papier is vastgelegd.
Een mooi voorbeeld is de nieuwe bijstandswet voor jongeren onder de 27 jaar. In de basis hebben zij geen recht meer op een bijstandsuitkering. Ze mogen zich melden voor een zoekperiode van 4 weken waarin zij zelfstandig op zoek moeten naar werk. Meer dan eens maak ik mee dat dit niet voor alle jongeren even duidelijk is. Helaas zegt de wet dat dit compleet de verantwoordelijkheid is van de jongere zelf, zolang zij niet in staat zijn zwart op wit aan te tonen dat zij een beperking hebben. Maar zeg nou zelf, IQ is toch niet alles?
Toch biedt in mijn ogen deze hele kanteling van zorg waar we inzitten meer kansen dan bedreigingen voor deze doelgroep. Zolang we ons er maar van bewust zijn dat deze doelgroep bestaat. We worden namelijk geacht steeds minder gebruik te maken van geïndiceerde zorg, en steeds meer te kijken wat een burger simpelweg nodig heeft. Dit moeten we op de juiste manier inrichten door niet alleen aan een veranderde structuur te werken, maar vooral een nieuwe cultuur te ontwikkelen. Een cultuur waarin we oog hebben voor de ander. Meer aanwezig zijn in de wijken en de leefwereld van de jongeren, dan zouden we beter kunnen signaleren welke ondersteuning iemand nodig heeft. Het enige wat ons dan nog rest is deze ondersteuning te bieden.
Ik kan mij voorstellen dat dit nogal wat vragen oproept bij de beleidsmakers die uitgaan van de eigen kracht. Ook hier heb ik over nagedacht, want wat is eigen kracht nu daadwerkelijk? In mijn beleving gaat het erom dat mensen uiteindelijk in staat zijn hun eigen broek omhoog te houden. En niet dat zij vanaf dag 1 alles zelf moeten kunnen. Een nieuwe cultuur kan ertoe leiden dat wij beter in staat zijn aan te sluiten bij deze jongeren, waardoor we ze op hun tempo kunnen leren binnen hun eigen mogelijkheden hun broek op te houden. Wat het van ons vraagt is om te stoppen met versplintering, maar te zorgen dat diegene die aan de slag gaat met deze jongeren zich verantwoordelijk voelt voor de vraag die er gesteld wordt.
Kortom, korte lijnen, aanvoelen wat de ander aan ondersteuning nodig heeft en de ruimte hebben om hierop in te spelen. Als we dit met alle transformaties voor elkaar krijgen, hebben we inderdaad minder dure indicaties nodig, en hoeven we de ander niet telkens te stigmatiseren met allerhande IQ onderzoeken en lijsten met beperkingen. Maar kunnen we ons richten op datgene waar ze wel goed in zijn, zodat ook zij kunnen meedraaien in onze maatschappij.