De Inspectie deed de uitspraak naar aanleiding van meldingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag door een medewerker van een gesloten jeugdvoorziening in 2016. Van locatie ‘de Vaart’ is twee keer een melding gedaan van een medewerker die een seksuele relatie had met een jongere die in de Vaart verbleef. De inspectie concludeert dat jeugdzorginstelling onvoldoende heeft gehandeld om seksuele relaties tussen medewerkers en kwetsbare jongeren in een afhankelijkheidsrelatie te voorkomen.

Seksueel grensoverschrijdend gedrag

De inspectie stelt dat beëindiging van het dienstverband van een jeugdwerker wegens seksueel grensoverschrijdend gedrag ‘er niet toe mag leiden dat de medewerker zonder meer in  de jeugdhulp werkzaam kan blijven. Op een jeugdhulpaanbieder rust immers de morele verplichting om jongeren te beschermen tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag.’ Volgens de Inspectie voor de Jeugdzorg moet de reden van dit ontslag opvraagbaar moet zijn voor een volgende werkgever.

Toetsingskader

De inspectie heeft voor de beoordeling gebruik gemaakt van het “toetsingskader Voorkomen seksueel grensoverschrijdend gedrag”. Op vrijwel alle punten heeft de Inspectie geoordeeld dat verbeteringen nodig zijn. Inmiddels heeft de Vaart maatregelen genomen om de verbeteringen door te voeren. Op 1 juli 2017 zal de instelling zelf een zogenoemde ‘interne audit’ uitvoeren om te bekijken of de verbeteringen effect hebben. Daarna bekijkt de Inspectie opnieuw ‘door een onverwacht toezicht’ of benodigde verbeteringen zijn doorgevoerd.

Kijk voor het uitgebreide inspectierapport hier>>