Om de ranglijst samen te stellen, wordt gekeken naar de situatie van kinderrechten in een land. Deze wordt afgezet tegen de mate van ontwikkeling van een land. De rechten van kinderen worden gescoord op vijf terreinen: het recht op leven, het recht op gezondheid, het recht op onderwijs, het recht op bescherming en de randvoorwaarden rondom kinderrechten.
Randvoorwaarden
Vink: ‘Vooral op de randvoorwaarden scoren westerse landen slecht. De gedachte is dat de randvoorwaarden nu goed zijn en er daarom niet in geïnvesteerd hoeft te worden. Een land als Tunesie heeft afgelopen veel geïnvesteerd om te voorkomen dat er meer tienermoeders in het land komen en scoort dus hoger op randvoorwaarden. Hoe eerlijk de vergelijking is tussen een land als Thailand en een land als Nederland, daar kunnen wetenschappers denk ik wel een paar uur over debatteren.’
Armoede
Dat gezegd hebbende, verbaast het Vink toch niet dat Nederland gezakt is op de ranglijst. ‘Nederland doet het niet veel slechter dan vorig jaar, maar zeker ook niet beter. Er wordt bijvoorbeeld gesteld dat er meer kinderen opgroeien in armoede. Dat signaal herkennen we wel. Ook schieten we volgend KidsRights tekort in de ondersteuning van vluchtelingen kinderen.’
Tien tot twaalf procent van de Nederlandse kinderen groeit op in armoede. Daar moet het kabinet wat aan doen. Nicolette van Gestel, adviseur bij de SER: ‘Hoe langer je onder de armoedegrens leeft, hoe moeilijker je daar weer bovenop komt.’ Lees meer >>
Achteruit
Vink wijst er verder op dat indexen als de ranglijst van KidsRights gebruik maken van hele globale data. ‘Je kunt er dus niet iets heel specifieks over zeggen. Maar wat wel duidelijk is vergeleken met het rapport van vorig jaar, is dat overall de situatie van kinderen achteruit is gegaan. KidsRights wijt dat aan de toenemende armoede en een groter aantal kinderen dat op de vlucht is en voor wie geen ondersteuning beschikbaar is.’
Decentralisaties
Vergeleken met andere westerse landen zoals Engeland (gezakt van plek 11 naar 156) en Nieuw-Zeeland (gezakt van 45 naar 158), doet Nederland het nog niet zo slecht. De conclusie dat het niet goed gesteld is met de rechten van Nederlandse kinderen is volgens Vink dan ook te kort door de bocht. Toch moeten we het rapport als een belangrijk signaal zien. ‘Het is belangrijk dat er in het gedecentraliseerde systeem ook nationaal aandacht blijft voor kinderen. De ranglijst laat zien hoe snel de situatie kan verslechteren als het systeem zo versnipperd is.’
Langetermijn investeringen
Onlangs maakte demissionair staatssecretaris Jetta Klijnsma 20 miljoen euro vrij om kinderen in armoede mee te laten doen. Is dat een mooie stap naar betere kinderrechten? Vink: ‘Het feit dat er specifiek aandacht is voor kinderen en armoede is belangrijk, dat moet gaan bijdragen aan een betere situatie voor kinderen. Maar we moeten opletten dat het niet projectmatig blijft. Langetermijn investeringen, nationale aandacht en het hebben van een lange adem zijn nu heel belangrijk.’
Lees hier het rapport en de ranglijst van KidsRights >>
Het NJi besteedde eerder in een blog ook al aandacht aan het armoedebeleid >>