‘Wij willen de jeugdige prostituees in een omgeving opvangen waar ze zich los
kunnen maken van het netwerk dat hen dwingt in de prostitutie wil houden. Ze
moeten uit de zuigkracht van die wereld komen,’ zegt projectleidster Grietje de
Vries van opvanghuis Asja in Leeuwarden. De stap naar het opvanghuis – dat
de meisjes bescherming en nieuwe perspectieven biedt – is voor hen vaak geen
sinecure. Ooit zijn ze door loverboys en vrouwenhandelaren tot prostitutie
gedwongen. En wanneer ze eruit dreigen te stappen, schuwen de souteneurs
bedreiging en geweld niet.
Politie en jongerenwerk, die regelmatig signalen opvingen dat minderjarige
prostituees hulp wilden, namen het initiatief tot de oprichting van het
opvanghuis Asja. Daar konden souteneurs de meisjes niet achterhalen zodat ze ook
geen druk meer konden uitoefenen om in de prostitutie werkzaam te blijven. In
oktober 1999 ging Asja (dat ‘nieuw leven’ betekent) met subsidie van de
provincie Friesland, de gemeente Leeuwarden en enkele fondsen als driejarig
experiment van start. De meisjes van 16 tot 23 jaar worden vrijwillig
opgevangen. ‘Toch is het vaak heel moeilijk voor hen om die draai te maken,’
stelt Grietje de Vries. ‘Ze hebben een ellendige periode achter de rug. Niet
alleen zij zelf, maar ook vaak hun familieleden zijn met geweld bedreigd als ze
uit de prostitutie zouden stappen. Ze moeten ook afstand kunnen nemen van hun
oude leven, van het geld, de luxe. Sommige meisjes woonden altijd op
hotelkamers, reden in Porsches. Ze moeten het nu met een uitkerinkje of wat
zakgeld doen.’
In de twee jaar dat Asja bestaat, is de doelgroep enigszins veranderd. De
Vries: ‘Bij de start stonden we open voor alle jonge meiden. We kregen
aanmeldingen van meisjes van 11, 12 jaar. Daar schrokken we enorm van: is het zo
erg? We wisten niet wat we daarmee aan moesten. Deze meisjes hadden andere hulp
nodig. We hebben ze doorverwezen naar de jeugdhulpverlening en de
minimumleeftijd gesteld op 16 jaar. Overigens blijkt achteraf dat die hele jonge
meisjes incidenten waren. De afgelopen twee jaar hebben we vijftig meisjes
opgevangen, 25 Nederlandse en 25 allochtone meisjes. De meeste Nederlandse
meisjes zijn door loverboys de prostitutie ingelokt. Het gaat om Turkse,
Marokkaanse of Antilliaanse/Arubaanse jongens die zo’n meisje eerst verliefd op
zich laten worden. Vervolgens bewerkt hij haar zo dat ze voor geld met anderen
naar bed gaat.’
Of het verschijnsel van loverboys toeneemt en of de leeftijd van prostituees
steeds lager wordt? Volgens De Vries speelt de problematiek zich in zo’n
schemergebied af dat ze daar niet te snel uitspraken over wil doen. ‘Maar
degenen die wij opvangen zijn meestal heel kwetsbare meisjes. Vaak komen ze uit
instabiele gezinnen met emotionele en pedagogische verwaarlozing. Veel meisjes
zijn in hun jeugd seksueel misbruikt, hebben afgebroken schoolopleidingen. Met
hun lage zelfbeeld en weinig zelfvertrouwen zijn ze een gemakkelijke prooi voor
loverboys. De meeste allochtone meisjes komen uit Oost-Europa en West-Afrika,
die via vrouwenhandel in de Nederlandse prostitutie zijn beland. De Afrikaanse
meisjes zijn zonder uitzondering minderjarig. Ze laten zich als alleenstaande
minderjarige asielzoeker (ama’s) registreren. Eenmaal in een asielzoekerscentrum
nemen ze contact op met een tussenpersoon en verdwijnen uit het centrum. Vrijwel
alle meiden gebruiken verslavende middelen, die hebben ze nodig om dit werk te
kunnen doen. Maar ernstig verslaafde prostituees nemen wij niet op. Die
verwijzen wij door naar de verslavingszorg.’
Hoe komen de meisjes bij jullie? ‘Hoofdzakelijk via de politie.
Die pakt hen op als ze achter de ramen zitten en verkeerde papieren hebben of
als ze minderjarig blijken te zijn. Wij proberen de meisjes te motiveren
aangifte te doen. De politie komt regelmatig in burger op bezoek en informeert
ze over het doen van aangifte. Door de goede samenwerking met de politie is het
aantal aangiften toegenomen. In 1997 en 1998 werd twee keer per jaar aangifte
gedaan. Van de meiden die door Asja zijn opgenomen hebben er tien aangifte
gedaan, waarvan vijf leidden tot tot een veroordeling. Natuurlijk lopen de
meisjes daarmee gevaar. Daarom zou het zo goed zijn als er elders in het land
nog een opvanghuis komt. Nu lopen meisjes uit Leeuwarden het gevaar mensen uit
het circuit op straat tegen te komen.’
Welke specifieke hulp biedt Asja? ‘We laten de meisjes eerst
twee weken tot rust komen. Daarna krijgen ze een vaste mentor die samen met hen
de problemen op een rijtje zet om die vervolgens aan te gaan pakken.
Organisatorisch zijn wij ondergebracht bij Blijf van mijn Lijf Leeuwarden omdat
zij veel ervaring heeft met – seksueel – geweld en veilige opvang. Onze
methodiek komt ook veel overeen met die van Blijf van mijn Lijf. Gebruik maken
van je sterke kanten, zelf keuzes maken en verantwoordelijkheid nemen, met al
die elementen uit de vrouwenhulpverlening proberen wij het zelfvertrouwen van de
meiden te vergroten. We hebben ruimte voor vier vrouwen, naast een crisisbed. De
aanpak in de groep is van wezenlijk belang. Als dat goed gaat, kunnen ze elkaar
veel steun bieden. De erkenning en herkenning is groot, hun isolement wordt
opgeheven. Maar soms hebben alle vrouwen verschillende nationaliteiten. Ze
kunnen elkaar niet verstaan. Dan werkt de groepsaanpak niet. Daarom willen we
meer meiden kunnen opvangen. De kans is dan groter dat er vrouwen met dezelfde
achtergrond verblijven. Nu we structurele subsidie hebben gekregen zoeken we een
groter pand. Dat is ook nodig omdat we meer vraag dan aanbod hebben: negen
meisjes hebben we uit ruimtegebrek elders moeten plaatsen. Met hetzelfde aantal
van zeven hulpverleners kunnen we dan meer meisjes opvangen.’
Asja is de enige voorziening in Nederland waar jonge prostituees dag en
nacht terechtkunnen. Waarom kan dat niet bij Blijf van mijn Lijf? ‘Vaak
hebben deze meisjes een omgekeerd dag- en nachtritme, het is moeilijk hen met
het programma van Blijf van mijn Lijf mee te laten draaien. Vrouwen van die
instelling hebben er ook moeite mee: zij worden liever niet geassocieerd met
prostituees. Daarnaast biedt het ‘s nachts geen begeleiding. Toen deze jonge
prostituees nog wel bij Blijf van mijn Lijf werden opgevangen, gingen ze ‘s
nachts weleens weer de straat op. Bovendien wil de politie juist ‘s nachts de
opgepakte meiden ergens kunnen plaatsen.’
Hoeveel meisjes blijven nu echt uit de prostitutie? ‘Om dat te
achterhalen, zou je onderzoek moeten doen. Dat is duur. Bovendien bestaan we nog
te kort om het effect te kunnen meten. We bieden opvang voor drie maanden met
een mogelijke verlenging van drie maanden. In de praktijk varieert het verblijf
van enkele dagen tot een half jaar. Driekwart van de meiden vertrekt bij ons met
een duidelijk perspectief. Een deel gaat op zichzelf wonen, bij hun vriend of
bij hun moeder. De helft gaat na Asja naar een andere vorm van opvang of
hulpverlening. Daaruit blijkt wel hoe complex hun problematiek is. Zes meisjes
zijn zonder overleg vertrokken, daarvan weten we niets. Eén zit weer bij haar
loverboy. Sommigen die illegaal in Nederland verbleven, zijn teruggegaan naar
hun land van herkomst.’
Waar ze misschien weer in hetzelfde circuit zijn beland? ‘Dat
kan. We hebben wel eens geprobeerd om dat te achterhalen, maar alle contact
bleek verbroken. De internationale vrouwenhandel aanpakken, is uiterst moeilijk.
Maar ook bij loverboys is het juridisch vaak moeilijk aan te tonen dat het om
gedwongen prostitutie gaat. Daarom is voorlichting op scholen zo belangrijk. Ook
preventie is een van onze doelstellingen, maar daar zijn we nog te weinig aan
toe gekomen.’/Maria van Rooijen