De bouw van ‘Us Dream’ – ‘Onze droom’ op z’n Fries –
gaat deze zomer na vijf jaren voorbereiding van start. In Leeuwarden-Noord
verrijst dan een kleinschalige woonzorgvoorziening voor zes gehandicapte
jongeren, onder meer betaald uit de Woonzorgstimuleringsregeling en het
Innovatieprogramma Stedelijke Vernieuwing. De woonvoorziening is opgezet door
ouders voor wie geen moeite te veel is en die ambtelijke deuren open krijgen die
voor anderen gesloten blijven. ‘Het is te doen, maar je moet een gezonde dosis
doorzettingsvermogen hebben,’ geeft Hans Biemans, de vader van de 13-jarige
Annika toe. ‘Je loopt tegen muren en drempels aan in de regels en in de zorg. Je
moet de grenzen van de regelgeving opzoeken en die proberen op te rekken.’
Stimulans
De ouders van Lieke, Annika, Saskia, Suzanne, Daniëlle en Matthijs
kennen elkaar al lang. Enkelen ontmoetten elkaar vijf jaar geleden tijdens de
zwemles van kinderdagverblijf It Kampke, vertelt Maria van der Wal, de moeder
van Suzanne (17): ‘We zaten daar elke week, terwijl onze kinderen met
vrijwilligsters in het zwembad lagen. Dan spreek je erover hoe het gaat, hoe het
zit met de Wet Voorzieningen Gehandicapten, wat we met artsen beleven en wat er
bij het aanvragen van rolstoelen komt kijken. Veel ouders constateerden dat de
instellingen altijd de regie hebben en hun eigen cultuurtje vasthouden.
Andere ouders kwamen elkaar tegen op bijeenkomsten met de Sociaal
Pedagogische Dienst over kleinschalige woonvormen en het toekomstig wonen van de
kinderen. Hans Biemans: ‘Met die grote groep bezochten we alle instellingen in
Friesland. We bezochten ook particuliere wooninitiatieven voor meervoudig
gehandicapten elders in het land en zij vertelden ons hoe zij het hadden
aangepakt.’
Zo ontstond geleidelijk de groep ouders die voor hun kinderen een eigen
woonvoorziening wilden opzetten. Ze kozen voor een gemengde groep van
verstandelijk en meervoudig gehandicapte kinderen, zodat beide groepen elkaar
kunnen stimuleren. Hans Biemans: ‘Het is prachtig om te zien dat Suzanne naast
Annika zit, naar haar kijkt en haar mond afveegt. Voor Suzanne is het een
prestatie en het is hartstikke leuk voor Annika dat het gebeurt.’
De grote instellingen lukt het vaak niet om voldoende mensen op een
groep te krijgen, constateren Biemans en Van der Wal. ‘Het is soms heel erg.
Acht mensen hebben één begeleider. Sommige instellingen zijn trots dat ze elke
dag dagbesteding aanbieden. Als je dan doorvraagt, blijkt dat de dagbesteding in
de praktijk vaak neerkomt op hooguit anderhalf uur per dag. En voor de
meervoudig gehandicapten is dat anderhalf uur snoezelen. Daar gaat geen enkele
stimulans van uit en daarom besloten we het zelf te doen.’
Levensloop
De ouders zetten een leefplan op voor hun kinderen, formuleerden een
gemeenschappelijke visie op de zorg en gingen daarmee de instellingen langs.
Hans Biemans: ‘Zo zochten we de mensen die de zorg kunnen uitvoeren. We kwamen
uit bij Heechhout-Kaai, nu onderdeel van Talant, de grootste instelling in
Friesland. Zij kwamen het meest tegemoet aan onze wens de regie in eigen hand te
houden. Wij zoeken het personeel uit, voeren de sollicitatiegesprekken, maar het
personeel komt bij hun in dienst. Zij voeren de salarisadministratie en zorgen
voor de continuïteit van de zorg.’
Dat er straks 24-uurszorg komt, is voor een belangrijk deel te danken
aan de goede medewerking van het zorgkantoor. ’s Nachts is er een verzorgende
aanwezig en tijdens de piekuren zo mogelijk drie. Als alle kinderen er zijn,
zoals ’s avonds, zijn er waarschijnlijk twee begeleiders aanwezig. Maria van der
Wal: ‘Het zorgkantoor was bereid om de hardheidsclausule toe te passen, waardoor
het persoonsgebonden budget voor gehandicapten met de zwaarste categorie wordt
verhoogd met een fors bedrag. Ze hebben hun nek voor ons uitgestoken.’
In totaal bestaat het budget voor de zorg voor Us Dream straks uit ruim
tweehonderdduizend euro. Van der Wal: ‘Niet gering, maar het is een reële
vertaling van de zorgvraag. Onze kinderen hebben namelijk zeer specifieke zorg
nodig. Een instelling levert meestal alleen zorg op basis van de grootste gemene
deler. Alleen hebben wij niet al die kosten voor overhead. Een kind dat naar een
instelling gaat kost de maatschappij net zo veel.’
Voor de huisvesting slaagden de ouders erin twee subsidiepotten aan te
boren: de Woonzorgstimuleringsregeling en het Innovatieprogramma Stedelijke
Vernieuwing (IPSV). Us Dream ontwikkelde een levensloopbestendig huis, zo
opgezet dat de kinderen er tot op hoge leeftijd kunnen blijven wonen. De
woonvorm bestaat uit zes mini-appartementen met een eigen woonkamer, slaapkamer,
klein keukentje en badkamer en een gemeenschappelijke woonkamer en keuken.
Biemans: ‘We gaan uit van een normale wooncarrière. Je gaat van je ouderlijk
huis op kamers, later misschien naar een flat, daarna misschien naar een
koophuis. Voor een kind in een instelling is het normale traject: je zit op een
kamer, deelt een woonkamer en je zit misschien op je zestigste nog op diezelfde
kamer. Een kind als Annika heeft een rolstoel nodig, een hoog-laag bed, een
tillift, een stretcher en dat moet allemaal op dat ene kamertje.’
Bijdragen
Het huis wordt voorzien van allerlei slimme snufjes.
Bewegingsdetectoren schakelen bijvoorbeeld het licht aan en uit, openen de
deuren en bij veel zon gaat de zonwering automatisch naar beneden. De begroting
hiervoor is bijna rond. De investeringen worden gedekt door subsidies, maar ook
met bijdragen van fondsen, sponsors, overheden en de woningcorporatie. De ouders
– en later de kinderen – gaan zelf de huur betalen. Biemans: ‘Ze krijgen vanaf
hun achttiende WAO voor jongeren, die tot hun 23e oploopt tot bijstand. Van dat
bedrag moeten ze dan leven. Wij als ouders moeten daarvoor ook de huur betalen.
Dat komt boven op ons gezinsbudget en daarom hebben we voor onze kinderen
huursubsidie aangevraagd. Maar dat kan niet als minderjarigen niet zelfstandig
wonen. Staatssecretaris Remkes is wel enthousiast over het project, hij heeft de
subsidie uit de Woonzorgstimuleringsregeling en de IPSV beschikbaar gesteld.
Maar hij wil minderjarigen geen huursubsidie toekennen. Dat is voor mensen die
economisch zelfstandig zijn en tijdelijk extra steun nodig hebben.’
De ouders gingen ook hierover de discussie aan en – uiteraard – vonden
ze samen met de ministeries van VROM en VWS een creatieve oplossing. ‘VROM past
geen jongerenkorting toe op de groep boven de achttien en onder de 23 die in een
aangepast huis wonen. De huursubsidie voor die groep wordt dus hoger. Onder de
achttien krijgen ze van VWS waarschijnlijk een extra bijdrage. Het ministerie is
de zorg voor de jongeren, die niet in een instelling wonen, nu immers kwijt. VWS
is daarom bereid om binnen de pgb’en een aparte bekostigingsstroom op te zetten
voor de huisvesting. Dat moet nog wettelijk worden geregeld, net als het niet
toepassen van de jongerenkorting op de huursubsidie. Daarvoor hebben we nog tot
halverwege volgend jaar.’
Binnenkort starten de sollicitatiegesprekken met de kandidaat-verzorgenden.
De functieprofielen en de vereiste competenties liggen al klaar. Van der Wal:
‘De verzorgenden moeten goed zijn in het actief stimuleren van meervoudige
gehandicapten en structuur kunnen bieden aan kinderen met autistisch gedrag. Ze
moeten goed naar kinderen kijken en de signalen opvangen. Als een kind niet kan
praten, maar naar de koffie kijkt, moet je doorhebben dat het koffie wil.
Bovendien komen de verzorgenden straks niet in een instelling, maar in het huis
van onze dochters en zoon. Dat vergt een hele andere houding dan in een
instelling.’
Biemans en Van der Wal zien wel een gevaar van de ontwikkeling waar ze
zelf deel van uitmaken. ‘Het gevaar van de kleinschalige woonvormen is dat de
beter functionerende kinderen weggaan uit instellingen. Die blijven zitten met
de zwaardere gevallen. Zij kunnen met het gemiddelde bedrag dat beschikbaar is
niet voorzien worden van goede zorg. Dat gaat dus ten koste van de zorg. De
landelijke politiek moet dat oplossen.’/Martin Zuithof