Ik ben eraan toe als ik eerlijk ben. De afgelopen maanden was het zwaar als je iedereen ziet vertrekken. Ik was bijna alleen over en er was werkelijk niemand te bereiken. In juli en augustus lagen het ambtelijk apparaat en de meeste collega-organisaties helemaal stil. Het waren rustige weken dus was er tijd om na te denken in plaats van rennen en vliegen. Buiten de vakantieperiode staat de agenda continu onder druk. Je rent van de ene naar de andere afspraak en in de tussenliggende periode overleg je met alles en iedereen om die dan weer op de hoogte te brengen van wat er tijdens de overleggen en vergaderingen is gebeurd.
Dit geldt overigens niet alleen voor bestuurders of directeuren. Onze sector vergadert inderdaad heel veel. Veelvuldig worden we op de hak genomen door cabaretiers en andere grappenmakers. Ik heb daar eens verder over nagedacht. Toen ik mijn agenda bekeek, constateerde ik inderdaad: ik praat en overleg wat af. Wil ik dit eigenlijk wel of overkomt het me gewoon?
In het eerstelijns welzijnswerk in buurten en wijken zie je, dat alles en iedereen met ons wil praten: zelforganisaties, culturele organisaties of verenigingen. Het blijft zeker niet bij één keer. En doe het maar, want anders ligt er binnen 24 uur een boze brief bij de wethouder. Diezelfde wethouder moet ik dan weer geruststellen. Dan zijn er ook nog de lokale professionele organisaties als politie, zorginstellingen, corporaties en winkeliersverenigingen, die ook allemaal wat willen. Natuurlijk moet dit ook nog eens vastgelegd worden. Dan werken er in Den Haag ook nog eens meer dan honderd ambtenaren, die iets met MOOI van doen hebben. Zij willen ons allemaal spreken en voor zo’n overleg sturen ze allerlei agenda’s, verslagen, beschikkingen en brieven waar wij dan ook weer over moeten overleggen. Met hen, maar ook intern. Daarnaast praten we ook op directie- en bestuursniveau met topambtenaren, politici en bestuurders. Feitelijk om ervoor te zorgen dat zij zich kunnen verantwoorden naar bazen en kiezers. Dit gaat maar door, elke dag weer. Zo houden we elkaar gezellig bezig in dit land.
Bovenstaande is overigens geen klaagzang van mijn kant, want ik vind mijn werk hartstikke leuk. Maar als ik, tijdens zo’n vakantieperiode, de tijd heb om achterover te leunen, bedenk ik dat wij van huis uit helemaal geen vergadervolkje zijn. Het is geen kwestie van willen: we moeten! Dus rennen wij ons rot zonder enige tijd voor bezinning. Ik heb me vanaf nu voorgenomen om wekelijks even niets doen, gewoon zitten en nadenken. Bijvoorbeeld over de vraag: ‘Is wat ik doe, datgene wat ik zou moeten doen?’ Wat mij betreft zou iedereen in het welzijnswerk, van uitvoerder tot bestuurder dit moeten doen. Even los van de reflexen, al is het maar een kwartiertje. Stilstaan, kritisch zijn en misschien tot nieuwe inzichten komen. Even het hoofd leegmaken.
Dat ga ik ook doen de komende weken. Dus even geen weblogs van mijn hand. Die worden de komende twee keer verzorgd door mijn collega’s Hans Roskam (regiodirecteur Escamp) en Rob Wiegman (Voorzitter Raad van Bestuur).
Ciao!
Dik Hooimeijer (1954) is lid van de raad van bestuur van Stichting MOOI, een welzijnsorganisatie in Den Haag, Zoetermeer en omstreken. Binnen de organisatie heeft hij Marketing & Innovatie als aandachtsgebied. Sinds 1975 is hij werkzaam in de welzijnssector. Hij noemt zichzelf een absoluut welzijnsdier, maar is ook een oprecht criticaster. Naar zijn oordeel is het welzijn te weinig innovatief en speelt het niet altijd in op de tijdgeest.