Daarvoor tuigt zij mantelzorgsteunpunten op, voor advies en morele steun. Wie aantoonbaar zoveel zorg verleent, dat dit leidt tot een besparing op AWBZ-kosten, kan zelfs een mantelzorgcompliment krijgen.
In de praktijk stuiten mantelzorgers op belemmeringen waarvoor ook mantelzorgsteunpunten geen oplossing weten. Zo sprak ik onlangs een mevrouw die wil zorgen voor haar 93-jarige moeder, nu nog woonachtig in een andere plaats. Na een hersenbloeding kreeg moeder, die geheel zelfstandig een eengezinswoning bewoonde, een indicatie voor een verpleeghuis. Na maanden revalideren knapte ze fors op. Het is haar wens om zelfstandig te blijven wonen. Ze erkent dat haar huidige huis te groot is en wil verhuizen naar een aanleunwoning. Logisch en praktisch is een aanleunwoning dichtbij haar dochter, maar dat is dus in een andere gemeente.
Helaas blijkt de praktische en begrijpelijke wens van moeder en dochter niet eenvoudig te verwezenlijken. Bureaucratie in de zorg en weerstand bij de gemeente vormen samen een moeras waarin de dames dreigen te verdrinken. Zij snappen het niet. In een aanleunwoning kan moeder met hulp van haar dochter mogelijk nog lang zelfstandig wonen. En dat bespaart de samenleving een hoop kosten.
De frustraties lopen begrijpelijkerwijs op, omdat zowel de gemeente als het CIZ op geen enkele wijze willen meewerken aan een passende oplossing. Zij verschuilen zich achter formele beschikkingen.
Dit soort situaties is natuurlijk niet nieuw. Ik geloof er niet in dat nadere regelgeving hiervoor de oplossing is. Ik pleit slechts voor een samenleving waarin het niet alleen gewoon wordt gevonden dat kinderen meehelpen bij de zorg voor hun oude moeder, maar waarin het ook de norm is dat de overheid zijn uiterste best doet om dit op een of andere manier mogelijk te maken.
Anouchka van Miltenburg (42) is van huis uit journalist en sinds 2003 lid van de Tweede Kamer voor de VVD. Ze is getrouwd en heeft drie kinderen.