Corinne Dettmeijer-Vermeulen is blij met de aandacht van Zorg + Welzijn voor het onderwerp. Juist de hulpverlening heeft nog heel wat werk te verrichten als het om de aanpak van kinderporno gaat, zo blijkt uit haar lijvige rapportage. Dettmeijer en haar team startten in 2009 met de opstelling van de rapportage Kinderpornografie. Sinds 2006 is Dettmeijer Nationaal Rapporteur Mensenhandel. Twee jaar geleden kreeg ze de opdracht om zich ook te wijden aan kinderporno.
Bekend is dat de omvang van het kinderpornografisch materiaal explosief toeneemt door het gebruik van internet. In de Kamer en bij enkele instellingen leven grote zorgen. Dettmeijer kreeg de taak om te onderzoeken hoe de aanpak van kinderporno in Nederland is georganiseerd. Ze sprak met diverse ministeries en instellingen, waaronder Justitie, Openbaar Ministerie, Politie, Reclassering Nederland en VWS, AMK’s (Advies- en Meldpunt Kindermishandeling), Bureaus Jeugdzorg en de GGD.
U concludeert dat de aanpak van kinderporno voornamelijk in het justitiële kader ligt en geen deel uitmaakt van de aanpak van seksueel geweld tegen kinderen. Waar ligt dat aan?
‘VWS heeft ongeveer twee jaar geleden aangegeven dat ze vonden dat het hun probleem niet was. Ze zagen kinderporno als cybercrime, georganiseerde criminaliteit. Ik vind het onbegrijpelijk dat VWS een zo ernstig probleem niet heeft opgepakt en dat het nu alleen binnen de repressieve kolom aandacht krijgt. Gaat het om seksueel geweld in de analoge wereld, dan vangt VWS de boeven ook niet. Maar er wordt wel gezorgd voor preventie, signalering en hulpverlening aan de slachtoffers. Technologie zou dat niet anders moeten maken.’
U geeft ook aan dat deze rapportage Kinderpornografie uw eerste en tevens uw laatste is, omdat u vindt dat de aanpak van kinderporno niet los mag worden gezien van de aanpak van seksueel geweld tegen kinderen.
‘Een rapporteertaak over alleen kinderpornografie vind ik geen recht doen aan het probleem. Kinderpornografie is een vorm van seksueel misbruik van kinderen en kan daar niet los van worden gezien.’
In welk opzicht verschilt kinderporno van andere vormen van seksueel geweld tegen kinderen?
‘Als het gaat om het vervaardigen van kinderporno, dan wordt er vaak een extra dimensie aan het geweld toegevoegd. Een kind wordt misbruikt, er worden opnames gemaakt. Een kind wordt gedwongen om te lachen. Die omstandigheden maken de vernedering extra groot. Daarna kan het materiaal worden verspreid en bekeken. Dat voegt ook een extra dimensie toe aan het slachtofferschap. Iemand die seksueel is misbruikt en daar hulpverlening voor krijgt, kan dat trauma in vele gevallen op een gegeven moment afsluiten. Maar als je weet dat die beelden voor de rest van je leven op internet staan, dan wordt het een ander verhaal.’
Lees verder in Zorg + Welzijn Magazine nr 11, november 2011.