Het registreren van slachtoffers van loverboys blijkt lastig; de daders handelen heel verschillend en sommige meisjes zien zichzelf niet als slachtoffers. Loverboyproblematiek kan gemeld worden bij het meld- en registratiepunt voor mensenhandel CoMensha. Maar binnen de Jeugdzorg ontbreken de cijfers, stelt Anna van Deth van Kenniscentrum MOVISIE. Professionals blijken weinig kennis te hebben over de risicofactoren en profielen van loverboyproblematiek, aldus het kenniscentrum.
Meldplicht
In 2010 registreerde CoMensha, dat een coördinerende rol heeft in de opvang en hulpverlening aan slachtoffers van mensenhandel, 210 slachtoffers. Er bestaat geen meldplicht, waardoor CoMensha, afhankelijk blijft van de bereidwilligheid van organisaties. Uit vraaggesprekken schatten jeugdzorginstellingen het aantal slachtoffers op jaarbasis op ongeveer een tot vijf per instelling.
Overschrijdend gedrag
In de pilotregio’s kunnen medewerkers uit de jeugdzorg training krijgen, waardoor ze beter kunnen registreren. Ze oefenen met signaleren en beoordelen van seksueel overschrijdend gedrag, om vervolgens te leren hoe te handelen. De medewerkers krijgen ook informatie over mensenhandel, jeugdprostitutie en loverboys, het Vlaggensysteem en/of eergerelateerd geweld. Dat is geen luxe, stelt het kenniscentrum. Uit onderzoek blijkt dat 84 procent van de meisjes en 66 procent van de jongens na hun 14e jaar te maken krijgt met seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Voorkomen
‘Op deze manier werken we aan kennisvergroting in het veld en krijgt CoMensha van de eerste helft van 2012 gegevens over leeftijd, geslacht en achterliggende problematiek. Hoe eerder seksueel grensoverschrijdend gedrag wordt gesignaleerd, hoe groter de kans dat loverboyproblematiek voorkomen kan worden’, zegt van Deth.
Bron: MOVISIE/ANP-Photo/Roos Koole
graag zou ik horen waar de pilots lopen tav registratie loverboy.
alvast bedankt.