Lees hier meer blogs van William Miero >>
Een van de belangrijkste is in mijn ogen het versterken van binding. Zorg dat als je als welzijnsstichting een alternatief kan bieden voor de negatieve straatcultuur. Niet de groepen die op straat negatief gedrag vertonen zouden voor jongeren een soort familie moeten zijn, maar de jongeren en jongerenwerkers die in het buurthuis of op straat bezig zijn met goede, zinnige en tot de verbeeldingsprekende activiteiten. En onder activiteiten versta ik ook een aanbod in samenwerking met partners die toeleiden naar scholing en werk.
In Amerika zijn er verschillende projecten waar het community-gevoel prominent aanwezig is. Een duidelijk voorbeeld vind ik de Guardian Angels in New York. Al ruim twintig jaar ben ik een groot bewonderaar van die organisatie. Wat zij doen is uniek. Projecten zoals de buurtvaders, Watch Out, straatcoaches en het Jongeren Toezicht Team zijn daar eigenlijk allemaal een afgeleide van.
In 2009 bezocht ik het hoofdkwartier van de Guardian Angels in New York. Het is een non-profitorganisatie die bestaat uit vrijwilligers die surveilleren ten behoeve van de burgerveiligheid. Aanvankelijk richtte Curtis Sliwa de Guardian Angels in 1979 op om het wijdverspreide geweld en de misdaad in de metro’s van New York te bestrijden. Inmiddels doen de Angels meer dan alleen surveilleren op straat. Ze geven les op scholen en hebben programma’s en projecten om de persoonlijke ontwikkeling van kwetsbare jongeren te bevorderen. De Guardian Angels zijn uitgegroeid tot een internationale community met chapters in tal van andere landen, waaronder Zuid-Afrika, Groot-Brittannië, Canada en Nieuw-Zeeland.
Ik was vooral onder de indruk van de wijze waarop Curtis en zijn mensen de organisatie ‘in de markt hebben gezet’ en zichzelf hebben weten te verkopen. Vooral door in te zetten op het community-gevoel, waarmee ze de jeugd een alternatief boden voor een leven in bendes. Hun ongewapende strijd tegen drugs en andere criminaliteit bleef niet onopgemerkt. Door zichzelf ook veelvuldig te promoten in de pers en contact te zoeken met (lokale) politici, verwierven de Guardian Angels landelijke bekendheid. Het community-gevoel wordt extra versterkt door de herkenbaarheid: de uniformen, de professionaliteit en de duidelijke structuur van de organisatie. Ze creëerden hiermee een gevoel van ‘erbij te willen horen’. Het bezoek aan New York heeft me alleen maar meer doen beseffen dat we hier nog een extra tandje moeten bijzetten.
De inzet van gepassioneerde kinder-, tiener- en jongerenwerkers en een aantrekkelijk aanbod zijn voorwaarden om aan binding te kunnen werken. Dat dit soort projecten die echt het verschil kunnen maken niet of nauwelijks in Nederland voorkomt, heeft niet alleen te maken met het niet altijd aanwezig zijn van die twee genoemde voorwaarden. Het heeft ook te maken met de trend om vooral te kiezen voor kortdurende projecten en samenwerkingsverbanden. Projecten van 2 a 3 maanden zijn geen uitzondering. Werken aan het versterken van binding is in zo’n korte tijd zinloos. Als we grote problemen willen aanpakken, moeten we in ieder geval groot en buiten de gebruikelijke denkkaders durven denken. Ik denk dat we op dit gebied veel van de Amerikanen kunnen leren.
William Miero (1964) houdt zich bezig met advisering, projectontwikkeling en uitvoering op het gebied van Jeugd & Jongerenwerk, Jeugd & Veiligheid en Leefbaarheid. In 1993 is hij als jongerenwerker in Oss begonnen en momenteel actief als zelfstandige met name in de Randstad en midden Nederland. Jeugd is zijn passie en onder het motto ‘vrijheid binnen grenzen, voor jongeren en jongerenwerkers’ is hij voortdurend met collega’s en partners op zoek naar mogelijkheden om jongeren een plek te geven in de samenleving.