Ook mensen met dementie willen zoveel als mogelijk hun normale leven blijven leiden. Dat blijkt een belangrijke bevorderende factor voor zinvolle daginvulling voor mensen met dementie. ‘Zeker in de beginfase geldt dat heel sterk’, zegt Hans Alderliesten, die in opdracht van het ministerie van VWS het onderzoek namens Movisie uitvoerde.
Integreren in het gewone leven
In de omgang met mensen met dementie zou het uitgangspunt daarom ‘leven met dementie’ moeten zijn, in plaats van ‘zorg over dementie’, zo bepleit het onderzoeksrapport. Dat helpt om dementie zo veel mogelijk te integreren in het gewone leven. Een deel van de vrijwilligers en professionals voelt zich daar echter onvoldoende voor toegerust. Daar ligt volgens Alderliesten een belangrijke rol voor het sociaal werk.
De eigen sportvereniging
Bij de eigen sportvereniging kunnen blijven sporten is bijvoorbeeld erg waardevol voor mensen met dementie. Alderliesten vertelt over omnivereniging Hercules in Utrecht, die elke vrijdag meedoen aan het concept van de derde helft. ‘De King Arthur Groep (thuiszorgorganisatie) sluit daarop aan met een zinvolle daginvulling voor mensen met dementie. Sporten en bewegen is altijd goed, zeker voor mensen met beginnende dementie. Natuurlijk voor de vitaliteit, maar ook voor de verbinding met anderen. De focus bij de derde helft ligt daarom op sporten en ontmoeten.’
Besturen begeleiden
Voor sociaal werkers zijn dit soort initiatieven van sportverenigingen bij uitstek gelegenheden om bij betrokken te zijn. Want het klinkt misschien eenvoudig om als vereniging open te staan voor mensen met dementie, maar er komt toch best wat bij kijken. Alderliesten: ‘Sociaal werkers kunnen de besturen en andere vrijwilligers van de verenigingen voorlichten, stimuleren en begeleiden.’
Uitzondering op de regel
Op die manier kunnen sociaal werkers het aantal dementievriendelijke verenigingen helpen uitbreiden. Het zou goed zijn als sociaalwerkorganisaties dat expliciet als opdracht krijgen. Want hoewel er meer positieve voorbeelden zijn, vormen die volgens Alderliesten de uitzondering op de regel. Daarmee benoemt hij een belangrijke belemmerende factor.
‘Soms zijn sport- en andere verenigingen huiverig om leden met dementie binnenboord te houden’, vervolgt hij. ‘Tijdens gesprekken daarover blijkt geregeld dat de besturen angst hebben om daarmee andere leden kwijt te raken. Terwijl die angst helemaal niet nodig is. Verenigingen die mensen met dementie een “lidmaatschap voor het leven” bieden, laten zien dat het gewoon kan.’
Basisopdracht
Sociaal werkers kunnen dus een directe en indirecte rol pakken: behalve op het niveau van het werken met de doelgroep en hun naasten, is het ook van waarde om de omgeving dementievriendelijker te helpen maken. Alderliesten verwijst daarbij naar de basisopdracht voor elke sociaal werker: ‘Een inclusieve samenleving helpen creëren, hoort gewoon bij het werk. Ga het gesprek maar aan op de verenigingen, dan blijkt vaak dat ze best welwillend zijn.’
Zij aan zij
In de gemeente Meijerijstad staan professionals en vrijwilligers van de welzijnsorganisatie zij aan zij met mensen met dementie. Ze delen bijvoorbeeld samen zaadjes van vergeet-me-nietjes uit aan inwoners, verenigingen en ondernemers. ‘Mensen met dementie vroeg in beeld krijgen is een belangrijke bevorderende factor’, zegt Alderliesten. ‘Omdat het dan nog eenvoudig is om aan te sluiten bij het leven zoals ze het gewend zijn, of in elk geval dat als vertrekpunt te hebben.’
In het straatbeeld
Hiermee komt dementie in het straatbeeld en wordt bovendien getoond dat mensen met dementie zeker nog bij kunnen dragen. Dát duidelijk maken is van grote waarde, omdat het naar twee kanten toe versterkend werkt: de omgeving krijgt meer begrip en waardering én de mensen om wie het gaat benutten hun talenten en behouden zo hun eigenwaarde. ‘De kracht van de verhalen van mensen die het zelf meemaken doorbreekt de vooroordelen zeer effectief. Dat helpt enorm bij het normaliseren van dementie.’
Beleidsbeïnvloeding
Volgens Alderliesten hebben sociaal werkers ook op het niveau van de beleidsbeïnvloeding een rol te spelen. ‘Welzijn is de beste vorm van zorg’, zegt hij. Om er direct aan toe te voegen: ‘Zorg en welzijn hebben elkaar nodig. We moeten voorkomen dat ze tegen elkaar uitgespeeld worden.’ Tussen gemeenten en zorgverzekeraars gaat het gesprek nog vaak over de welzijnskosten die vooral bij gemeenten liggen en de besparingen op de zorgkosten die ten goede komen aan de zorgverzekeraars.
Niet de politie
Sociaal werkers kunnen via hun werk uitdragen hoe de samenleving beter geëquipeerd kan worden, en door dat consequent aan te tonen kunnen ze het beleid beïnvloeden. ‘De hele dag door zijn sociaal werkers bezig om mensen een fijne dag te bezorgen: bij mensen thuis, in het buurthuis, in de wijk. Is iemand aan het dwalen op straat? Vergeet iemand af te rekenen in de supermarkt? Jij kunt ervoor zorgen dat de omstanders en medewerkers weten dat de politie bellen niet de goede oplossing is.’
Samenwerking
Voor Movisie is dementie al jaren een belangrijk thema. Movisie werkt daarbij steeds intensiever samen met Alzheimer Nederland. ‘Inhoudelijk zijn de raakvlakken groot: Alzheimer Nederland werkt aan een toekomst zonder dementie, maar tot die tijd maakt de stichting zich ook hard voor het verbeteren van de levenskwaliteit van mensen met dementie en hun omgeving.’
Kennis delen
Als voorbeeld noemt Alderliesten dat Alzheimer Nederland onlangs een onderzoek naar woonbehoeften van mensen met dementie heeft afgerond. ‘Daaruit blijkt dat deze mensen een grote behoefte hebben aan een woonomgeving waarin ze activiteiten kunnen ontplooien en waar ze andere mensen kunnen ontmoeten. Dat sluit dus naadloos aan op onze studie naar zinvolle daginvulling. Dit soort kennis delen we met elkaar en brengen wij in bij onze contacten met gemeenten en andere stakeholders.’
Op die manier versterken beide organisaties elkaar, zeker bij het laten landen van kennis. Alzheimer Nederland heeft een groot bereik bij het algemene publiek en de doelgroep, terwijl Movisie een sterk en eigen netwerk heeft binnen de gemeenten.