‘Vanaf dat ik me kan herinneren, ik zal een jaar of vier zijn geweest, zei mijn moeder tegen me dat ik niet mocht huilen. Ik was er te groot voor volgens haar. Een klein meisje kun je natuurlijk niet zomaar afleren te huilen, dus soms huilde ik wel degelijk, en dan zette mijn moeder me als straf onder de koude douche. Vanaf mijn zesde jaar toonde ik helemaal geen emotie meer. Als mijn handen ook maar een beetje trilden, concentreerde ik me net zo lang op mijn handen tot ik ze stil had gekregen. Als ik een glas melk omstootte, was ik meteen één brok zenuwen. Ik was en boos op mezelf omdat ik weer zo onhandig was geweest, en bang voor de volgende straf van mijn moeder.’
Bovenstaande passage is een deel uit het verhaal van Sanne. Zij is een van de twaalf slachtoffers en plegers die in Zie je mij? vertelt over de impact van huiselijk geweld en kindermishandeling. Allemaal delen ze ook uitgebreid hun ervaringen met hulpverlening, de positieve en de negatieve. Zo legt Sanne uit hoe de groepstherapie die zij kreeg aangeboden haar nog veel meer narigheid bracht. Ze werd gepest en kon niet omgaan met het onvoorspelbare gedrag van mensen met borderline die in haar groep zaten. Pas veel later heeft ze tijdens lotgenotencontactgroepen ervaren dat veiligheid en vertrouwen een belangrijke voorwaarde is om ervaringen te kunnen delen.
En net als de andere vertellers laat Sanne ook zien welke hulpverlening haar juist hielp weer vertrouwen in zichzelf te krijgen. De psychotherapeut die bleef aangeven dat ze de emoties van Sanne wél aankon bijvoorbeeld. Sanne wilde haar meest heftige ervaringen eerder nooit delen om anderen niet te belasten. Sanne omschrijft dit als volgt ‘Maar deze psychotherapeut bleef benadrukken dat ze in staat was haar eventuele emoties niet op mij zou gaan projecteren. We gaan samen voor jou zorgen, maar ik kan voor mezelf zorgen, dat bleef ze maar zeggen. En dat was voor mij een enorme doorbraak’, vertelt Sanne.
Hameeda Lakho, expert en inhoudsdeskundige en mede-auteur van Zie je mij?, waarom moest dit boek er komen?
‘Meerdere redenen, een heel belangrijke is dat we ons onvoldoende realiseren dat ook jarenlange therapie het trauma niet laat verdwijnen. Ieder slachtoffer en iedere pleger die ingrijpende ervaringen heeft doorgemaakt is voorgoed veranderd als persoon. Sanne heeft enorme stappen gemaakt in haar herstel. Toch kan ze zich in een crisis weer een ontredderd meisje voelen dat niet eens weet hoe ze zich staande moet houden. Onbezonnen en vol vertrouwen leven is voor haar leven niet mogelijk, schrijft ze.
Zo zijn ook veel anderen hyperalert geworden voor elk geluid of gevoel dat hen aan het fysiek of emotioneel geweld kan herinneren. Bovendien zijn wij als ervaringsdeskundigen huiselijk geweld en kindermishandeling een kei in rationaliseren. We konden om te overleven niets anders dan onze gevoelens zo ver mogelijk wegstoppen of uitschakelen. Als je huilde, zag die ander dat je kwetsbaar was en hij of zij verder misbruik van je maken.’
Als traumatische ervaringen zo heftig doorwerken, wat betekent dat dan voor de rol van sociaal werkers en andere hulpverleners/zorgverleners?
‘Allereerst moeten we ons allemaal veel beter realiseren dat trauma’s een enorm impact hebben op een leven en niet weggaan. Sylvia, die zo psychisch mishandeld en verwaarloosd was door haar vader dat ze jaren later uit wanhoop haar eigen zoontje op bed gooide, verwoordt dat prachtig. “Ik ben eigenlijk als in stukjes. Ik kan nooit meer helemaal heel worden, ik kan wel herstellen, maar ook in het herstel zul je altijd de naden blijven zien.”
Tegelijk zijn alle slachtoffers en plegers wel in staat geweest hun zichtbare en onzichtbare littekens te omarmen. Cruciaal daarvoor was bijvoorbeeld dat ze hulpverleners ontmoetten die zich realiseerden hoe moedig het is om überhaupt die stap naar hulpverlening te zetten. In ons boek komen naast slachtoffers en plegers ook andere inhoudsdeskundigen aan het woord, die de verhalen nabeschouwen, zoals kinder- en jeugdpsychiater Peter Adriaenssens. Hij merkt terecht op: “Laat merken hoe dankbaar je bent en hoe moedig het is als iemand al de bereidheid heeft getoond tegenover je komen te zitten of op te bellen voor een gesprek.”
Een belangrijke boodschap in het boek is ook dat alle hulpverleners leren zich te verdiepen in het volledige, echte verhaal van (mogelijke) slachtoffers en plegers…
‘Alle verhalen in Zie je mij? laten zien hoe hardnekkig intergenerationeel trauma doorwerkt generaties op generaties. Nicole kropte noodgedwongen heel veel op, zoals het overlijden van haar moeder, pijn en eenzaamheid in een kindertehuis. Ze werd slachtoffer van huiselijk geweld, belandde in de prostitutie, kreeg relaties met criminelen en probeerde zelfmoord te plegen. En zo iemand kan dan ook een dader worden; ineens vond ze zichzelf blind van woede met een mes in haar hand tegenover haar nieuwe vriend. Velen zijn ook heel open over wat hun ouders hebben meegemaakt, ook vaak heftige trauma’s die weer doorgegeven zijn.’
En meer praktische adviezen voor de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling?
‘Daarvan staan er heel veel in dit boek, al moet je altijd onthouden dat elk mens en elke situatie om andere vaardigheden vraagt. Soms is het van levensbelang om als hulpverlener je eigen kwetsbaarheid te laten zien, terwijl een ander juist behoefte heeft aan iemand die vooral heel veel rust en begrip uitstraalt, zelfs als je boos wordt. Ga er hoe dan ook niet van uit dat iemand zijn of haar eigen situatie begrijpt. Uitleggen wat hij of zij meemaakt en nodig heeft is nou juist een van de moeilijkste dingen voor iemand met traumaproblematiek, dus help daarbij door inzichten te geven en op zoek te gaan naar gevoelens als angst, verdriet, eenzaamheid, woede en wanhoop. Maak cliënten duidelijk dat het veilig is ze te bespreken.’
3 adviezen over gespreksvaardigheden bij huiselijk geweld en kindermishandeling, bron boek Zie je mij?
- Voorspelbaarheid kan heel belangrijk zijn voor je cliënt. Vraag wat voor hem of haar een veilige benadering zou zijn. Moet je ergens specifiek rekening mee houden? Voor Sanne was dat: laten weten dat je opstaat, zodat Sanne niet hoefde te vrezen voor onvoorspelbaarheid zoals een klap net als vroeger.
- Stel onbevooroordeelde maar concrete vragen aan plegers van huiselijk geweld en kindermishandeling. Bijvoorbeeld: ‘Hoe voelt dat dan als je klappen uitdeelt?’ Of: ‘Welk doel tracht je te bereiken met het geweld?’ Als niemand zo’n vraag durft te stellen, is de kans dat de pleger over zijn of haar gedrag gaat nadenken heel klein, en blijft het geweld dus waarschijnlijk in stand.
- Mensen die te maken hebben gehad met huiselijk geweld of kindermishandeling kunnen het gevoel hebben dat ze zich altijd moeten inhouden bij hulpverleners. Dat ze altijd ondanks hun emoties zich correct en rationeel moeten kunnen uiten. Letterlijk benoemen dat ze hun frustraties mogen afreageren is ook veiligheid en vertrouwen creëren.
Heb je nog een boodschap voor mensen die zelf te maken hebben (gehad) met huiselijk geweld of kindermishandeling?
‘Omarm je innerlijke moed en veerkracht, maar ook je littekens. Zelf vreesde ik lang dat het verleden mij eronder zou krijgen, hoe hard ik er ook voor wegrende. Maar dat kon alleen als ik het zelf liet gebeuren. Nare gevoelens de ruimte geven is echt het beste. Sta jezelf toe dat je een neerslachtige bui hebt, je eenzaam voelt, depressief, angstig, boos. Accepteren dat trauma niet alleen impact heeft op het nu maar ook op de toekomst is een cruciale stap in de verwerking. Als we milder zijn naar onszelf en onze omgeving, creëren we daar meer ruimte voor.
De lange zoektocht naar het terugvinden van een evenwicht in je leven en het continue balanceren tussen hoop en wanhoop, tussen heden en verleden, vragen innerlijke moed. De verhalen in ons boek zijn het bewijs dat mensen die innerlijke moed ook echt kunnen aanspreken. Als hulpverleners maar bij de complexe geschiedenis en wat er voor hun cliënten echt toe doet kunnen komen.’
Helder geschreven, en ook verhelderend! Erkennend van zulke enorme traumatiserende impact.Heel dapper knap en juist dat deze vormen van geweld gemeld worden in een boek! Grote Klasse !!
Ik heb het in 40 jaar1982-2022 hulpvragen in de ggz nooit ervaren. Ik zou chronisch worden als ik wist wat er was gebeurd. Of,een andere; Het viel toch wel mee, en een psychopaat ,thu,thu, dat is niet zo hoor. En maar gevoelloos uithoren, vrouwen hulp verlening! De vele diagnoses zeggen mij alles over hun beperkte zicht, en onkunde, eigen belangen voor hun opleiding en door hun persoonlijke gebrek aan kwaliteiten. Afwezigheid van deskundigen begeleiders voor hun, die uren moeten maken. Willen weten, echt niet!! Te vertrouwen? Door monddood en weer heel erg angstig te worden gemaakt voor je zelf!? En niets, helemaal niets kunnen ze, die zgn. deskundige ordenen van zoveel wat ik vertelde. Iets niet kunnen als hulpverlener is prima, stuur door naar bestaande kundige. Die Eed van Hippocrates! Dat gebeurde mij niet. Nog meer chaos creëren, schuldgevoel en schaamte geven, verantwoordelijk maken van mijn verwarringen, dissocieeren, dat wel! Niet herkend. En die gevoels dempers hoef ik niet ! Gek hè! Iets met overleven?? ! Misschien? Juist daar in die kamertjes.Te vaak letterlijk levens-gevaarlijk door alle verdraaiingen, foute samenvattingen, schampere tronies, geiriteerdheid en niet benoemen of erkennen bij navraag, machtsvertoon door zich op te blazen. Grinniken, uit lachen, blaming the victum! Eigendommen niet teruggegeven al was Dat de afspraak. Verschrikkelijk, en zo slecht!! Zo ernstig onmenselijk!
Die ggz met dat domme gedragsboek, die dsm, is een grote stapeling verzinsels en aannames, die niets met de werkelijkheid te maken hebben, bij langdurige huislijkgeweld van af het begin. Die dienen die veels te hoog betaalde ggz hulpverleners en het gemak van aankruisen in die dsm. Zonder te kunnen luisteren te verstaan, verbanden uit te leggen. Dat heeft niets met hulpverlening en zorg aan de hulpvrager te maken. Dat is enkel hun eigen onkunde een erkenning geven, via de zo oude standaard, vooral niet luisteren! Zonder zelf na te denken. Allemaal in dat krabbenet, die clubjes, gevangen en vastgezet. Zo angstig!!
En er behoort in het Wetboek van strafrecht een strafbaarstelling te komen over en op psychisch geweld. Net zo als in Ierland en België. Dan duurt het nog zeer vele jaren voordat de ggz zinvol kan gaan hulp verlenen, aan al die getraumatiseerde kinderen en volwassenen!! Voor vééls te veel, te laat!!