
‘Maar je bent toch niet bij hem in de auto gestapt?! Waarom heb je dat gedaan?’ Een heel voorstelbare reactie als een meisje jou vertelt dat ze een aardige meneer de weg naar de sporthal heeft gewezen. En dat ze als dank geld van hem heeft gekregen om snoep te kopen. Je schrikt je waarschijnlijk rot: hij heeft toch niet aan haar gezeten?
Op haar beurt schrikt dit meisje waarschijnlijk ontzettend van jouw reactie. Ze hoort de angst in jouw stem. Ze vult in dat jij geruststelling nodig hebt, dat je wilt horen dat jouw zorgen onterecht zijn, dat er echt niets ergs is gebeurd. Ze hoort de teleurstelling omdat ze wél bij die man in de auto is gestapt. Ze denkt dat ze iets verkeerds heeft gedaan. En ze durft niet verder te vertellen.
Als kinderen nare ervaringen onthullen, doen ze dat vaak via een omweg. Praten over wat je is overkomen, is niet makkelijk. Vaak moeten kinderen eerst een drempel overwinnen. Omdat ze zich schamen, bang zijn voor jouw reactie, omdat ze de consequenties niet overzien. Waar ze op hopen is een bemoedigende reactie en een uitnodiging om meer te vertellen. Over wat het voor hen betekende en hoe ze zich voelden…
Suggestieve vragen zijn niet aan te raden. Kinderen voelen haarfijn aan wat jij graag wil horen en zijn geneigd daarin mee te gaan. ‘Nee, ik ben niet bij hem in de auto gestapt, ik ben tot daar en daar met hem meegelopen…’ Ook waarom-vragen werken niet goed bij kinderen. Meestal weten ze niet waarom ze iets wel of niet doen. Of ze voelen het ‘waarom’ als een beschuldiging en proberen zich in duizend bochten te wringen omdat ze beseffen dat ze iets hebben gedaan wat niet mag. ‘Nou, hij was aardig, had een mooie auto, beloofde me geld, daarom.’
Misschien helpt het als je dit meisje uitlegt dat je schrikt van wat ze zegt, maar dat dat niets met haar te maken heeft. Dat je haar laat voelen dat je bereid bent te horen wat je eigenlijk niet wilt horen en dat je dat kunt dragen, omdat jij de volwassene bent. En dat wat er gebeurd is, nooit haar schuld is. Een open vraag stellen helpt waarschijnlijk ook: wat wil je mij vertellen?’. En als je doorvraagt vertelt ze misschien meer. Wat gebeurde er dan? Wie waren erbij? Hoe was dat voor jou?
Praten met kinderen over nare dingen die hen zijn overkomen vergt wat van jou als professional, als volwassene. Het gaat over wat je zegt en hoe je dat zegt, het gaat over je houding en het gaat over goed luisteren en het kind leren ‘lezen’. Het behoeft vakmanschap, kennis en vaardigheden. En bovenal behoeft het menselijkheid.
Edith Geurts is inhoudsdeskundige ingrijpende jeugdervaringen en veerkracht bij Augeo Foundation (augeo.nl) en hoofdredacteur van Augeo Magazine (augeomagazine.nl).