Het roept vragen op over vormen van ‘zelfredzaamheid’ die de kwaliteit van het bestaan verhoogt en de kosten omlaag brengt. Een waar dilemma dat vraagt om nieuwe paradigma’s . Het denken daarover wordt echter vertroebeld door de politiek financiële noodzaak te bezuinigen. Zelfredzaamheid dreigt een beladen term te worden, omdat het de kapstok is waaraan de ideologische rechtvaardiging van ingrijpende bezuinigingen wordt gehangen. Tijd om over de landsgrenzen te kijken.
In zijn boek ‘Vader aarde’ schetst Olof Smit een onbekend beeld van zelfredzaamheid in de Surinaamse bush. Smit begon zijn carrière in de jaren ’60 van de vorige eeuw als filmer, met een serie over de westerse voedselproductie. Dat leverde zoveel controversieel materiaal op dat de toenmalige minister van landbouw er pontificaal voor ging liggen waardoor de documentaire nooit is vertoond. Reden voor Smit om ons land te verlaten en in de kruiden en plantenleer te gaan bij een Surinaamse medicijnvrouw van een – van origine- Afrikaanse stam.
Deze voormalige slaven hadden zich in een vroeg stadium aan de verwoestende plantagecultuur onttrokken door diep het Amazonewoud in te vluchten. Zo bleef hun cultuurgoed bewaard en werd het aangevuld met een diepgaande kennis van de nieuwe biotoop. Wat door Olof Smit aanvankelijk bedoeld was als een studietrip van enkele maanden werd een ingrijpende sjamanistische leerschool van 12 jaar.
Wie zich exclusief thuis voelt in het domein van een westerse, rationalistische wetenschapsbenadering waarin genezing verbonden is met de farmaceutische producten van multinationals, doet er goed aan met lezen te stoppen. Dat bomen en planten een aardse taal spreken, dat malaria preventief voorkomen kan worden, dat de biotoop een eigen identiteit heeft, zijn voorbeelden van een werkelijkheid die de westerse mens vreemd is. De sjamanistische scholing in de bush heeft het wereldbeeld van Smit grondig gekanteld, net zoals de kritieke stuitligging van een baby met een indrukwekkend ritueel gedraaid wordt. Bittere noodzaak, met een ziekenhuis op meer dan drie dagreizen afstand.
Het ontwikkelen van de zelfgenezende capaciteit van een kleine gemeenschap, staat in scherp contrast met onze afhankelijkheid van een complexe bedrijfstak die de exclusieve expertise claimt over de kennis van lijf en geest. Dat wij als westerse mens totaal vervreemd zijn van de – en onze- natuur is geen nieuws, echter het is de moeite waard te ontdekken welke consequenties daar in ons denken over gezondheid en welzijn aan verbonden zijn. Dan kan het geen kwaad eens te rade te gaan bij een gemeenschap die ooit uit Afrika geëxporteerd werd als economisch product, en die ons anno 2012 wil laten delen in hun benadering van wat zelfredzaamheid betekent.