De monitor is in januari en februari 2015 onder de leden (zorgaanbieders) van GGZ Nederland en RIBW Alliantie uitgezet om de effecten van de transitie in de ggz te volgen. Er blijkt nog veel onduidelijkheid te zijn over de budgetten en over de tarieven. Er zijn in de contracten met gemeenten ook ‘forse tariefs- en volumekortingen in de ggz-zorg afgedwongen’, aldus de brancheorganisaties in een brief aan het ministerie van VWS.
Wmo
Per 1 januari valt een deel van de langdurige ggz onder de verantwoordelijkheid van gemeenten. Dat is wettelijk geregeld in de Wmo 2015. Gemeenten financieren op ggz-gebied voor hun inwoners beschermd wonen, maar ook algemene voorzieningen zoals dagbesteding en inloop-ggz, een laagdrempelige voorziening waar mensen met een psychiatrische achtergrond zonder een indicatie terecht kunnen. Gemeenten financieren ook individuele ggz-begeleiding.
Dagbesteding
Het is verontrustend dat nog niet in alle regio’s de toegang tot de langdurige ggz goed is geregeld, schrijven de brancheorganisaties: ‘De inloopfunctie en de dagbesteding dreigen in 2016 zelfs te verdwijnen. Een zinvolle dagbesteding is volgens GGZ Nederland echter cruciaal om de afbouw van het aantal bedden te realiseren, zoals het plan is. Er bestaat een groot risico van verwaarlozing, terugval, meer crisisopnames en veiligheidsproblemen als niet kan worden voldaan aan de zorgbehoefte van deze kwetsbare groep.’
In de behandeling van mensen met psychische aandoeningen ligt de nadruk te veel op medicatie, blijkt uit onderzoek van het Landelijk Platform GGz. Terwijl de focus gericht zou moeten zijn op herstel, gezondheid en activering. Lees meer>>
Continuïteit van zorg
Toch vinden GGZ Nederland en RIBW Alliantie dat er voor de transitie al veel werk in het veld is verzet. Dat heeft ook gezorgd voor afspraken over de continuïteit van zorg en ondersteuning van ggz-patiënten. ‘Ook hebben gemeenten zich bereid getoond om noodoplossingen te bedenken, zoals bevoorschotting van instellingen om zorg te verlenen.’
Kwaliteit
De aanbieders van ggz-zorg geven verder aan dat ze te veel extra administratieve lasten en financiële risico’s hebben. Omdat gemeenten met verschillende eisen komen op het gebied van de kwaliteit van zorg, registratie, declaratie en verantwoording. Dat geeft een hoop bureaucratie en komt de zorg niet ten goede, aldus de brancheorganisatie.
Bekijk hier de uitkomsten van de eerste monitoring ggz voortgang Wmo 2015 >>
@ dhr Jacobusse
Mee eens. Je moet toe naar nieuwe voorzieningen. De verandering moet van twee kanten komen. Vanuit welzijn en de GGZ. Enerzijds die buurthuizen inclusiever maken (iedereen hoort erbij, iedereen is welkom) en anderzijds investeren om toch aan de mensen blijven trekken om de stap te zetten richting het buurthuis (of hoe het ding dan ook heet).
In de praktijk en uit onderzoek blijkt dat een substantieel deel van de bezoekers van GGZ dagactiviteitencentra niet aankomt en/ of niet structureel gebruik maakt van de buurthuizen. Deze mensen deels verdwijnen achter de geraniums en gaan terug vallen in hun ziektebeeld. Dat komt mijns inziens doordat het stigma nog niet van de psychiatrische ziektebeelden af is. Deze groep mensen reageert soms iets anders, onverwachts vreemd gedrag komt vaker voor en vraagt ook meer of andere aandacht van andere bezoekers.
De groep mensen met een psychiatrische achtergrond is vaak kwetsbaar en gevoelig voor acceptatie of juist het ontbreken daarvan. Onder elkaar is de acceptie groter en komen mensen tot hun recht. Ik zie dan ook de inloop GGZ als een opstapje naar vrijwilligerswerk in een gewoner organisatie of buurthuis.
De GGZ instellingen zouden er goed aan doen om met lokale partners om tafel te gaan en aan te haken bij voorliggende recreatie/dagbesteding/activiteiten centra. Veel van de infrastructuur, handjes in de uitvoering en kwartiermakerwerk kan vanuit Welzijn (e.a.) georganiseerd worden. De GGZ populatie ‘woont dan in bij anderen’ en als GGZ-organisatie lever je dan expertise op maat, i.p.v. dat je zelf een hele instelling/voorziening in de lucht houdt. Scheelt weer een aantal managementlagen, gebouw- en overheadkosten waardoor ‘het product dagbesteding’ aantrekkelijk blijft voor gemeenten om te blijven financieren en je beschermt zodoende de eigen expertise. Dat die expertise overeind blijft, is echt ontzettend belangrijk. Maar dan moeten wel de bakens verzet worden binnen de GGZ organisaties. 2015 is een overgangsjaar, gebruik dat om te experimenteren met deze samenwerking.
In 2014 kon de inloop-GGZ vanuit de AWBZ samen met een gemeentelijke subsidie kostendekking opleveren. Dat wordt nu lastiger omdat gemeente de uren per week uit de inloop-GGZ niet ‘dubbel’ wil betalen.