In de Wmo maakt het kabinet onderscheid tussen burgers die anderen kunnen helpen (vrijwilligers en mantelzorgers) en de burgers die geholpen moeten worden (mensen met beperkingen of problemen). Simpel gezegd wil het kabinet dat het gezonde deel van de maatschappij de mensen met beperkingen zoveel mogelijk bijstaat. (Tekening: Divers, Onbeperkt meedoen)
Beter in meedoen
Om dat te stimuleren financiert VWS diverse programma’s en kennisinstituten. Zo is er het Vernieuwingsprogramma ‘Beter in Meedoen’. Hierin worden trends onderzocht, nieuwe aanpakken en kwaliteitsstandaardenontwikkeld door het Verwey Jonkerinstituut en kenniscentrum MOVISIE (€ 2,8 miljoen). Dit laatste instituut ontvangt ook een subsidie voor de ontwikkeling en verspreiding van kennis over Wmo-praktijken (€ 8,1 miljoen).
Cliëntenparticipatie
Opvallend is dan dat juist het programma ‘Lokaal centraal’, uitgevoerd door Zorgbelang-organisaties wordt afgebouwd. Dit stimuleringsprogramma is gericht op de versterking van de cliëntenparticipatie in het gemeentelijke Wmo-beleid. Het kabinet vindt dat de ondersteuning van cliëntenparticipatie op lokaal niveau moet worden opgepakt, daar ligt ‘immers ten principale de primaire verantwoordelijkheid’.
Mantelzorgers
Om de groep mantelzorgers op peil te houden en het aantal vrijwilligers te laten groeien subsidieert het ministerie de kennisontwikkeling op dit terrein bij onder meer Mezzo, de landelijke vereniging voor mantelzorgers en vrijwilligerszorg (€ 3,2 miljoen). Ook investeert VWS in de lokale ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers (€ 4 miljoen per jaar). Voor de ontwikkeling van de makelaarsfunctie voor vrijwilligerswerk en maatschappelijk stage is in 2009 bijna € 15 miljoen beschikbaar. Bovendien is voor het mantelzorgcompliment, de jaarlijkse vergoeding aan mantelzorgers van € 250, een bedrag gereserveerd van € 65 miljoen.
Maatschappelijke opvang
Voor burgers met beperkingen zijn er onder meer middelen voor woningaanpassing (€ 25 miljoen) en bovenregionaal vervoer (€ 58 miljoen). Binnen de maatschappelijke opvang – voor burgers met psychosociale problemen – staan specifieke programma’s op stapel voor vrouwenopvang, lokaal beleid huiselijk geweld, de aanpak van genitale verminking, mannelijke slachtoffers van geweld en zwerfjongeren.