Het kabinet heeft per 1 januari 2017 structureel honderd miljoen beschikbaar gesteld voor het terugdringen van armoede onder kinderen. Klijnsma: ‘Gemeenten hebben een belangrijke rol bij het realiseren van de ambitie dat alle kinderen meedoen. Zij ontvangen jaarlijks 85 miljoen euro via een decentralisatie-uitkering. Deze uitkering geeft gemeenten de vrijheid voor maatwerk dat past bij de lokale situatie. Diverse gemeenten hebben de middelen die zij ontvangen al ingezet. Anderen zijn hun plannen aan het uitwerken. Positief is dat gemeenten het bieden van kansen aan alle kinderen hoog op de agenda hebben staan.’
Kansrijk opgroeien
Zowel het rijk als gemeenten vinden het van belang dat alle kinderen kansrijk kunnen opgroeien. Daarom maakte Klijnsma in november 2016 afspraken met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Afgesproken is dat gemeenten door middel van de decentralisatie-uitkering op lokaal niveau, via een integrale aanpak, maatwerk kunnen leveren. Gemeenten rapporteren vervolgens aan de gemeenteraad over de inzet van middelen, instrumenten en behaalde resultaten.
Een nieuwe website ‘Kansenvoorallekinderen.nl’ biedt overzicht van voorzieningen voor kinderen in arme gezinnen. Ook hulpverleners kunnen iets doen voor kinderen in armoede, bijvoorbeeld bij de aanschaf van bijvoorbeeld schoolspullen. Lees meer >>
Specifiek voor kinderen
Klijnsma stelt in de brief die ze onlangs naar alle gemeenten stuurde, dat ze merkt dat er bij verschillende gemeenten en gemeenteraden vragen leven over het doel van de extra middelen en de manier waarop deze moeten worden ingezet. Zo heeft de meerderheid van de gemeenteraad in Heerenveen bijvoorbeeld besloten de decentralisatie-uitkering in te zetten voor achttienplussers in armoede. Klijnsma: ‘Ik wil u er nogmaals op wijzen dat de extra middelen specifiek zijn bedoeld voor bestrijding van armoede onder kinderen.’ De staatssecretaris heeft de VNG gevraagd te toetsen waar de verschillende gemeenten het geld nu voor gebruiken.
Kindpakket
‘Om de gezamenlijke ambitie te realiseren is het van belang dat de informatie over de mogelijkheden binnen gemeenten overzichtelijk en vindbaar is en dat gemeenten herkenbare terminologie, zoals het gebruik van het goed herkenbare woord “kindpakket”, gebruiken zodat we gezamenlijk eenduidig kunnen communiceren dat alle kinderen mee kunnen doen’, aldus Klijnsma.
Goede voorbeelden
De staatssecretaris wijst gemeenten ter inspiratie verder op goede voorbeelden. ‘Zo heeft Divosa onlangs met subsidie van SZW inspiratiesessies voor gemeenten georganiseerd om hen te ondersteunen bij de effectieve inzet van de middelen. De opbrengsten van deze sessies verschijnen binnenkort op de website van Divosa. Ook zijn er goede voorbeelden van gemeenten die al aan de slag zijn om kinderen te betrekken bij het gemeentelijk armoedebeleid. Zo doen Den Haag, Leiden, Groningen, Breda en Deventer mee aan een project van de Missing Chapter Foundation, waarbij een Raad van Kinderen wordt ingesteld, die advies uitbrengt hoe de extra middelen voor kinderen in armoede ingezet kunnen worden.’
Evaluatie
De uitvoering van de afspraken die Klijnsma en de VNG hebben gemaakt, wordt begin 2018 voor het eerst getoetst. In 2021 wordt er een vervolgevaluatie gehouden. ‘Dan zal getoetst worden of het gemeentelijk beleid ertoe heeft geleid dat (nagenoeg) alle kinderen in armoede worden