Na wat tromgeroffel door sociale partners en Tweede Kamerleden heeft minister Donner van Sociale Zaken snel het budget verhoogd voor de deeltijd WW. Een prima instrument om geschoolde vakkrachten te behouden voor werkgevers. Deze maatregel werkt natuurlijk alleen maar als de economie in de loop van 2010 weer opkrabbelt en bedrijven weer orders en dus werk hebben.
Naast deze en andere zinvolle maatregelen zie ik in tijden van crisis ook een reactie van politici en bestuurders die ik niet zo goed begrijp. Namelijk dat de jeugdwerkloosheid een groot probleem is en direct om maatregelen vraagt. Waarom vind ik dat een verkeerde reactie? Het antwoord op die vraag gaat niet over jongeren, maar over ouderen.
Immers de arbeidsmarkt wordt binnen nu en enkele jaren niet gekenmerkt door een tekort aan werk – ook al hebben we nu een tijdelijke dip – maar door gebrek aan geschikte arbeidskrachten. Lees daarvoor maar het rapport van de commissie Bakker. De discussie over het verhogen van de pensioenleeftijd heeft natuurlijk ook rechtstreeks met die schaarste te maken.
Als er over enkele jaren een gebrek aan geschikte arbeidskrachten is, betekent dat volgens mij dat de jongeren die nu na de zomervakantie op de arbeidsmarkt komen dan prima aan de slag kunnen. De sectoren van zorg, onderwijs, maar ook bedrijfsleven kunnen over enkele jaren niet genoeg personeel vinden. Voor nu betekent dat even wat langer vakantie of een keuze voor het volgen van een vervolgopleiding in plaats van aan het werk gaan.
Daarom begrijp ik de standaardreactie van politici niet om de jeugdwerkloosheid als speerpunt te kiezen. Misschien omdat men de beelden van massale jeugdwerkloosheid uit de jaren ’80 nog in gedachten heeft, maar niet omdat het echt een structureel probleem wordt. Immers de situatie anno 2009 is radicaal anders. Het structurele probleem ligt bij de ouderen op de arbeidsmarkt.
Ouderen verliezen hun baan weliswaar minder snel dan jongeren, maar als ze hun baan verliezen zijn ze lang werkloos en verdwijnen zo als vakkrachten. Het behoud van die vakkrachten met het oog op de komende schaarste is cruciaal. Bovendien betekent het verwaarlozen van deze groep in het huidige economische klimaat dat er een grote groep ouderen uiteindelijk in de bijstand terechtkomt die over enkele jaren zo aan het werk zou kunnen.
Dus het credo zou moeten zijn behouden van de oudere werknemers door slimme maatregelen zoals gerichte inzet van de deeltijd WW. En als het niet lukt om deze werknemers aan het werk te behouden is het zaak dat UWV en gemeenten de beschikbare middelen voor re-integratie en scholing inzetten voor die groep.
Eric Dorscheidt (1966) is adviseur en politicoloog. Als adviseur werkt hij voor de lokale overheid bij BMC-groep op het gebied van participatie, sociale zekerheid en welzijn. Daarnaast is hij lid van de Raad van Toezicht van Combiwel Amsterdam. In de avonduren is hij actief als voorzitter van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van het openbaar basisonderwijs in Amstelveen.
Het begrip ouderen wordt veel gebruikt. Ik ben benieuwd welke leeftijdscategorie dan wordt bedoeld.