Peter-Jan was een briljant scholier, gymnasium B op zijn sloffen. Hij ging werktuigbouwkunde studeren, zijn hobby was zijn motor.
Maar op een dag troffen voorbijgangers hem verward aan op het strand, en de politie bracht hem thuis. Peter-Jan hoorde een stem die hem dingen aanraadde, maar meestal afraadde. Dat was dertig jaar geleden, de studie moest worden gestaakt. Want de stem is gebleven. Peter-Jan kan zich niet langer concentreren op boeken, zijn talent heeft zich niet kunnen ontwikkelen. En omdat zijn blik naar binnen is gericht, maakt men zich zorgen over zijn gedrag in