De belangrijkste aanleidingen voor het opstappen in 2012 waren politieke conflicten over bezuinigingen, kostenoverschrijdingen en budgettering. Kwesties over integriteit en mogelijke belangenverstrengeling trekken wel veel aandacht, echter in een te verwaarlozen aantal gemeenten blijkt het de oorzaak voor gedwongen vertrek.
Hoeveel ambtenaren in deze gemeenten zouden zich mede verantwoordelijk hebben gevoeld? Natuurlijk draagt een bestuurder de politieke verantwoordelijkheid. Echter een goede ambtenaar moet zichzelf beschouwen als een professioneel politiek adviseur. Hij/zij moet een zo goed mogelijk advies geven aan de wethouder. Daarna kan hij/zij niet anders dan de beslissing overlaten aan deze bestuurder.
Regelmatig kom ik mijn werk uitstekende ambtenaren tegen die met hun uitgebreide kennis en gefundeerde adviezen voor hun wethouder een echte steun in de rug zijn. Helaas zie ik soms ook het tegenovergestelde. Ik merk dat dit nooit te maken heeft met onwil van de betreffende ambtenaar, eerder met het ontbreken van het juiste inzicht in de soms zeer uitgebreide en complexe materie. Iets wat de komende jaren door alle decentralisaties alleen nog maar erger gaat worden.
Per 1 januari 2015 is de transitie van de jeugdzorg een feit. Naast de jeugdzorg zal ook de begeleiding uit de AWBZ, de Participatiewet en passend onderwijs richting gemeenten komen. Door deze decentralisaties neemt de verantwoordelijkheid voor gemeenten en daarmee de wethouders verder toe. Wat mij betreft moeten we tegelijk met deze groeiende verantwoordelijkheden insteken op het verbeteren van de informatievoorziening onder ambtenaren bij gemeenten. Immers een goed geïnformeerde ambtenaar kan het verschil maken voor zijn/haar wethouder en gedwongen ontslag helpen voorkomen. Ook ik neem in deze mijn verantwoordelijkheid en zal nog beter ambtenaren informeren via mijn twitter account en door middel van deze nuttige reader.
Bas Wesseldijk is onderwijskundige. Zijn expertise ligt in het jeugd- en onderwijsveld. Ook geeft hij trainingen Social Media. Zijn doel is het jeugd- en onderwijsbeleid van overheden, het werk van jeugdvoorzieningen en de kracht van ouders en de jeugd zelf te versterken.