Afgelopen donderdag trok het Nederlands Centrum voor Jeugdgezondheid (NCJ) de nodige aandacht met haar pleidooi voor een gezamenlijke effectieve aanpak van Early Life Stress. Het meest in het oog sprong een oproep van NCJ-adviseur Frans Pijpers in het Algemeen Dagblad om bij alle kleine kinderen via het haar cortisol te meten, een stresshormoon. ’Net als lengte en gewicht’ aldus Pijpers.
Betuttelend
De reacties sindsdien vallen in twee categorieën uiteen. Enerzijds wordt betwijfeld of een cortisol-meting met behulp van het haar inderdaad een betrouwbaar indicator is. Anderzijds reageert de publieke opinie aan de hand van columnisten als Aleid Truijens in de Volkskrant en Phaedra Werkhoven op Radio 1 afhoudend. Omdat het betuttelend zou zijn. Omdat er weer een nieuw etiket dreigt te ontstaan (ELS) waar overbewuste ouders zich zorgen over kunnen maken. En omdat je het wellicht wel kunt meten, maar het vervolgens de vraag is wat dat bataljon van zich al in de handen wrijvende professionals kinderen met een hoog stressniveau te bieden heeft.
Preventie en vroegsignalering
Even aangenomen dat de meting betrouwbaar is, zijn de afhoudende reacties wonderlijk. Het belang van een veilige hechting tussen het jonge kind en ouders voor de verdere ontwikkeling van het kind staat buiten kijf. De wereld van zorg en welzijn heeft sowieso de mond vol over preventie en vroegsignalering. En in de laatste jaren wordt zeker in het sociaal domein, bijvoorbeeld in de schuldhulpverlening, stress steeds duidelijker gezien als bron van veel ander kwaad. Haal de stress weg, bijvoorbeeld over bestaanszekerheid, en veel andere problemen – huiselijk geweld, psychische ziektebeelden, scheidingen – verdwijnen ook of verminderen in ernst.
Kansrijke start
Het pleidooi van de NCJ sluit bovendien goed aan bij de beleidsbeweging om kwetsbare jonge moeders zo vroeg mogelijk te ondersteunen bij de opvoeding van hun kinderen. Op 13 september jongstleden lanceerde het ministerie van VWS het actieprogramma ’Kansrijke start’ gericht op de zwangerschap van de moeder en de eerste duizend dagen van het kind. Het project Moeders van Rotterdam is er al een aantal jaar een mooi voorbeeld van.
Ontwikkelingsproblemen
Ik ben zelf nu vader van drie tieners, maar kan me de bezoeken aan het consultatiebureau nog goed herinneren. Ik was er licht gespannen over, voelde me beoordeeld in mijn prille ouderschap. De vriendelijke, steunende bejegening van de professionals toen der tijd vond ik fijn en hun bevestiging dat het in hun ogen goed ging met de ontwikkeling van de kinderen geruststellend. Ik weet eigenlijk niet goed wat het bezwaar is wanneer behalve de meting van lengte, ontwikkeling en motoriek ook een stukje haar afgeknipt wordt om te testen op chronische stress. Is dat spannend voor jonge ouders? Ja, dat kan ik me voorstellen. Maar als stress inderdaad eenzelfde indicator voor ontwikkelingsproblemen is als overgewicht, wat zegt het dan als een ouder dat niet wil weten?
Zinvol aanvullend instrument
De weerstand tegen Early Life Stress en het meten ervan is eigenlijk onverantwoord. Quasi-principiële standpunten over betutteling en makkelijke kritiek op het onvermogen van professionals om vervolgens echt te kunnen helpen, gaan ten koste van ouders en het jong kind die om wat voor reden dan ook veel stress ervaren. Veel professionals zijn prima in staat om een hoge stressuitslag op een constructieve manier te bespreken met die ouders. De enige terechte vraag is of professionals die stresstest wel nodig hebben om te zien dat ouders en kind ondersteuning nodig hebben. Vaak zijn er al andere signalen. Maar als die professionals beoordelen dat het een zinvol aanvullend instrument is, gewoon doen.