Uit de NIVEL kennissynthese Patiëntenparticipatie in de eerste lijn blijkt dat patiënten en cliënten graag hun ervaringen delen en meedenken over de zorg in de eerste lijn. Om hen gemotiveerd te houden, is het echter belangrijk om aan hen terug te koppelen wat er met hun inbreng gedaan is.
Niet vrijblijvend
De onderzoekers van NIVEL schrijven daarover: ‘Patiëntenparticipatie is dan ook niet vrijblijvend. Zorgverleners moeten daadwerkelijk iets doen met de uitkomsten van patiëntraadplegingen, zoals het uitvoeren van haalbare praktische suggesties, of het verbeteren van hun beleid aan de hand van inbreng van een cliëntenraad. Het kan ook voorkomen dat aan de wensen van patiënten geen gehoor gegeven kan worden, bijvoorbeeld als ze financieel niet haalbaar zijn. Ook dat vraagt om terugkoppeling, waarbij uitleg gegeven wordt waarom een suggestie niet haalbaar is.’
Organisatiekracht
Uit het onderzoek blijkt verder dat organisaties die beschikken over ‘organisatiekracht’ meer succes hebben met het opzetten en volhouden van patiëntenparticipatie of cliëntenparticipatie. Hiermee wordt bedoeld dat er binnen de organisatie iemand moet zijn die tijd kan vrijmaken voor de participatie en die de ‘kar trekt’.
Financiële ondersteuning
Wil je een goede cliëntenparticipatie van de grond krijgen? Dan kan financiële ondersteuning behulpzaam zijn. Daarmee kun je bijvoorbeeld mensen en middelen vrijmaken. Volgens de onderzoekers is financiële ondersteuning voor cliënten en patiënten geen voorwaarde om te participeren. Maar, zo is te lezen in het rapport: ‘Het aanbieden van ondersteuning kan ervaren worden als blijk van waardering en teken dat de input serieus wordt genomen. Bovendien kan het aanbieden van ondersteuning in de vorm van scholing en begeleiding bijdragen aan de kwaliteit van hun input.’
Tips
De onderzoekers van NIVEL hebben in hun rapport een handreiking opgenomen met drie praktische tips die kunnen helpen bij het opzetten van cliëntenparticipatie:
1. Begin klein
Begin eenvoudig en kleinschalig. Bijvoorbeeld door een al bestaand systeem van uitvragen (zoals evaluatieformulieren) beter te benutten, of een kleine pilot op te starten in een deel van de organisatie.
2. Verwachtingsmanagement
Het helpt cliënten/patiënten én professionals als duidelijk is wat van hen verwacht wordt en wat ze van elkaar kunnen verwachten. Bijvoorbeeld: over welke onderwerpen mag men een mening geven en over welke meebeslissen? Hoe en wanneer wordt aan de suggesties gehoor gegeven? Hoe worden resultaten van participatie-initiatieven door zorgverleners teruggekoppeld aan participerende patiënten? Verder blijkt dat een vruchtbare samenwerking tussen zorgverleners en patiënten/cliënten en patiënten/cliënten onderling moet groeien. Cliëntenraden moeten op elkaar ingespeeld raken door verloop van tijd, vertrouwen (dat je je mening mag/kan geven) moet groeien.
3. Zorg voor goede organisatorische randvoorwaarden
Het is raadzaam dat iemand binnen de praktijk tijd beschikbaar heeft voor patiënten-/cliëntenparticipatie en zich als kartrekker opstelt. Op die manier is er iemand die coördineert, de continuïteit bewaakt, en patiëntenparticipatie bij de rest van het personeel in het vizier houdt. Zorg voor de financiële middelen om patiëntenparticipatie te realiseren. Daarnaast is het belangrijk dat het belang van patiëntenparticipatie door de hele organisatie wordt gedragen en uitgedragen, van de receptionisten, tot zorgverleners en bestuurders.