Hoe sneller een inwoner met dreigende problematische schulden in beeld is bij de schuldhulpverlening, hoe sneller een oplossing voor het probleem gezocht kan worden. Maar op dit moment zijn lang niet alle Nederlanders met dreigende problematische schulden in beeld. Uit onderzoek blijkt dat één op de vijf huishoudens een problematische schuld heeft. Van deze huishoudens zicht echter maar zeventien procent in een schuldhulpverleningstraject.
Doorverwijzen
Volgens de Inspectie SWZ zijn er voor gemeenten verschillende manieren om tijdig te signaleren of burgers problematische schulden hebben. Zo kunnen ze afspraken maken met externe partijen als woningcorporaties, die signalen van huurachterstanden doorgeven of intern doorverwijzen als bij de inning van gemeentelijke heffingen of de uitvoering van de Wmo vermoedens van schulden ontstaan.
Sociaal werkers zijn bezorgd over de schuldenproblematiek die zij steeds vaker bij cliënten tegenkomen. Maar hoe help je deze cliënten het best? De Nationale Ombudsman geeft 8 tips. Lees meer >>
Risicomodellen
Ook het werken met risicomodellen kan volgens de Inspectie SZW een goede manier zijn om vroeg te signaleren. Door de inzet van risicomiddelen is het door het verzamelen van gevens over doelgroepen, risicofactoren en risicoprofielen namelijk mogelijk om burgers in beeld te brengen die mogelijk kampen met problematische schulden.
Niet alle mogelijkheden benut
De Inspectie SWZ stelt echter dat gemeenten vaak nog niet alle mogelijkheden van vroegsignaleren benutten. Dat kan verschillende oorzaken hebben:
- (Intern) doorverwijzen van burgers met mogelijk problematische schulden is niet goed geregeld.
- Er worden alleen afspraken over doorverwijzen gemaakt met de gebruikelijke partners in plaats van met alle relevante ketenpartners.
- Er wordt te weinig gebruik gemaakt van risicomodellen. Minder dan twintig procent van de gemeenten zet dit middel in.
- Veel gemeenten vinden het moeilijk om signalen die binnenkomen te duiden en hier conclusies aan te verbinden.
- Gemeenten beschikken niet altijd over een bruikbaar registratiesysteem.
Evalueren
Wat moet er dan anders? Volgen de Inspectie SZW is regelmatig evalueren een goed begin. ‘Vragen die een gemeente zich dan kan stellen zijn bijvoorbeeld: Wat is de grootte en samenstelling van de groep huishoudens met problematische schulden? Hebben we met vroegsignalering deze groep op tijd in beeld? Zo niet, waar ligt dat dan aan? Aan de manier waarop we informatie verzamelen, aan de manier waarop we signalen combineren en interpreteren, aan de actie die we daarop nemen of aan het moment van de actie? Op basis van deze antwoorden kunnen gemeenten hun werkwijze aanpassen. Maar een goede registratie is daarbij van groot belang. Alleen dan kan een gemeente leren van haar eigen systeem van vroegsignalering.’
VNG onderschrijft conclusie inspectie
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) herkent de signalen die de inspectie afgeeft. Woordvoerder Annelou en Egmond: ‘VNG onderschrijft de conclusie dat vroegsignalering de aandacht van gemeenten heeft, maar dat er ook verbeteringen mogelijk zijn. In de transformatie van het sociaal domein en het toewerken naar integraal werken is het vroegtijdig signaleren van (problematische) schulden een belangrijk onderdeel. Gemeenten willen voorkomen in plaats van genezen. Het is een intensief leerproces om de juiste balans te vinden als gemeente met de burger en vele samenwerkingspartners om tijdige én juiste informatie te krijgen en de dienstverlening hierop aan te passen. We zien mooie voorbeelden in gemeenten en daar kunnen we allemaal van leren. VNG wil samen met Divosa, NVVK en Sociaal Werk Nederland gemeenten ondersteunen in dit leerproces.’
‘Wij willen niet aansturen’
Maar de uiteindelijke taak om de vroegsingnalering te verbeteren, ligt bij de gemeenten zelf. Van Egmond: ‘Gemeenten zijn compleet zelfstandig en alleen de gemeenteraad kan er bij het eigen college op aandringen, als daar een politieke meerderheid voor is, om hier (nog meer) aandacht aan te besteden. Wij kunnen, en willen, gemeenten niet aansturen op welk onderwerp dan ook. Dat is onze bevoegdheid helemaal niet.’ Wel heeft de VNG, in samenwerking met Divosa, NVVK en Sociaal Werk Nederland een pamflet gemaakt waarin staat wat gemeenten kunnen doen om de vroegsignalering te verbeteren.
Wie beter begrijpt wat armoede is, hoe het ontstaat, wat het met mensen doet en in welke wereld je terecht komt als je arm bent, kan deze mensen beter helpen. Meer weten? Meld je dan aan voor het congres Armoede en Schulden Doorgrond op donderdag 16 februari.