De regering deed met de Jeugdwet de belofte de regeldruk voor professionals serieus terug te dringen. Daarvoor is echter een fundamentele verandering nodig die moet uitgaan van een holistische professionele praktijk. Daarvoor moet zowel de segmentering als de standaardisering worden opgeheven. De situaties waarin de jeugdbeschermers adequaat moeten handelen wordt gekenmerkt door variatie, onvoorspelbaarheid en meerduidigheid. Verantwoording en toezicht moeten aansluiten bij dit open karakter van het werk. Jeugdbescherming wordt gezien als een publieke verantwoordelijkheid. Maar er is zoveel opgetuigd rond de certificering, dat dit heeft geleid tot een ingewikkeld, duur en ondoorzichtig systeem. Jeugdbeschermers krijgen de ruimte niet doordat ze aan standaardrichtlijnen moeten voldoen. Jeugdbeschermers zouden zelf de ruimte moeten nemen door hun werk anders te gaan doen. Dan kunnen de gemeenten en de rijksoverheid niet aan de zijlijn blijven staan. Deze beweging moet worden vertaald in een verbetering van het systeem, dat zelf een deel van het probleem is geworden in plaats van een deel van de oplossing.
Al vele jaren wordt er door beroepskrachten en organisaties geklaagd over de te grote druk van regels, protocollen, richtlijnen, voorschriften en rapportages. Een van de doelen van de Jeugdwet is volgens de Memorie van toelichting “meer ruimte voor professionals, door de regeldruk serieus terug te dringen”. De vraag is echter of dit doel ook is vertaald in de wet en in het beleid van de rijksoverheid, de gemeenten en de diverse toezichthoudende instanties. In het