Depressie blijkt een groot probleem te zijn onder jongeren. Vroegtijdig signaleren en acties om depressieve gedachten bij jongeren te onderkennen is niet altijd goed georganiseerd op middelbare scholen. Jongeren weten vaak niet hun weg te vinden als er iets mis is. Niet op alle scholen is voldoende aandacht voor het thema. Sabine Neppelenbroek van GGD GHOR Nederland werkte als projectleider mee aan de wegwijzer Rondom Jong. ‘De meeste winst is te behalen als we preventief kunnen handelen.’
Wegwijzer
Rondom Jong is een wegwijzer voor professionals om het welzijn van jongeren te versterken. Met Rondom Jong zitten de ketenpartners samen aan tafel: school, jeugdgezondheidszorg, GGD, schoolmaatschappelijk werk, wijkteam, ggz, huisarts en gemeente. Neppelenbroek: ‘De professionals doorlopen de “reis” van een jongere met depressieve klachten en gaan met elkaar na of alle stappen in de begeleiding goed zijn ingericht, wie en wat nog mist, en wat er beter kan.’
Depressie
Het projectteam heeft onderzocht waar de problemen zitten in de preventie rondom en begeleiding van jongeren met depressies. ‘Het blijkt dat niet altijd goed wordt samengewerkt tussen professionals op school en in de hulpverlening en dat jongeren moeite hebben hun weg te vinden als ze hulp zoeken. Niet op alle scholen is voldoende aandacht voor het probleem van depressies. In interviews gaven jongeren die zelf te maken hadden gehad met een depressie aan dat het niet gewoon is om onderling of met ouders over depressieve gedachten te praten.’
Moeilijk over problemen praten
Loes van Rijsewijk heeft eind vorig jaar haar promotieonderzoek afgerond naar hoe jongeren met elkaar omgaan als ze problemen hebben. Ze bevroeg 1000 jongeren in klas 1 en 2 van de middelbare school. Daaruit blijkt dat de meeste jongeren voor elkaar klaar staan. ‘Wij horen van jongeren terug dat ze het lastig vinden om over problemen te praten’, zegt Sabine Neppelenbroek. ‘Dat kan ook verschillen per leeftijdsgroep en achtergrond.’
Rondom Jong
Met de interventie Rondom Jong gaan alle ketenpartners met elkaar om tafel zitten. Kun je niet beter een hulpverlener op een jongere zetten, die hem begeleidt en ondersteunt? ‘Dat is zeker in het belang van de jongere’, zegt Neppelenbroek, ‘maar het gaat ook om de fase vóór de hulp, om preventie en om laagdrempelige informatie. Het begint bijvoorbeeld met de vraag of de informatie op school over depressie en over hulp wel voldoende is. Kunnen jongeren op de website van school gemakkelijk die informatie vinden? In overleg met elkaar kun je simpele oplossingen vinden of misschien juist specifieke hulp voor een jongere.’
Weerbaarheid
Preventie van depressies onder jongeren is de eerste stap naar een betere ondersteuning. Dat houdt bijvoorbeeld in dat jongeren in de klas lessen krijgen over weerbaarheid en over mentale gezondheid. Het betekent ook dat leraren getraind worden om depressieve klachten te herkennen. ‘Dan kun je ook blinde vlekken vinden in de hulp’, zegt Neppelenbroek. ‘Aan de buitenkant is het vaak best moeilijk om depressies te zien.’