Terneuzen kreeg begin dit jaar 150 duizend euro van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om creatieve oplossingen te vinden tegen eenzaamheid; creatiever dan het kopje koffie. Wmo wethouder Jurgen Vervaet stelde twee ambtenaren aan om dit programma te trekken en is afgelopen twee maanden veel in gesprek geweest met stakeholders zoals wijkraden en welzijnswerk.
Meer dan koffie
‘We zijn nog niemand tegen gekomen die zei: dit gaan we doen. Afgezien van een aantal commerciële partijen die geld ruiken.’ Wat betreft dat geld, denkt Vervaet dat die 150 duizend het probleem niet gaat oplossen, laat staan dat de oplossing standhoudt. In principe moet het geld binnen een jaar op zijn. ‘Aan het eind van het jaar is dat geld op en storten ook de projecten in. Het is genoeg om alle eenzame mensen één kop koffie te geven.’ En dat is precies wat Verveat niet wel. Eerder vertelde hij al aan Zorg+Welzijn dat hij voorbij het koffiedrinken wil met zijn aanpak (lees hier ook dat artikel).
Maatwerk
‘We ontdekken steeds meer hoe belangrijk maatwerk is bij de aanpak van eenzaamheid. De wijkraden zijn bijvoorbeeld zeer geschikt als vliegwiel. Zij staan dicht bij de mensen en zijn actief bij hun wijk betrokken. In andere wijken zijn enthousiaste huisartsen nodig om eenzaamheid te signaleren en een eerste verbinding met buren te initiëren.’
Lichtpuntjes
In de zoektocht ontdekten de ambtenaren al enkele hoopvolle initiatieven. Bijvoorbeeld de Social Sofa’s van Karin Bruers, bedoeld om de leefbaarheid in de wijk te verbeteren en verbinding tussen buren te bevorderen. ‘En we zijn in gesprek met dezorgbalie.nl. Zij hebben oplossingen waarbij lotgenoten en mantelzorgers digitaal met elkaar worden verbonden.’ Via de website kunnen mantelzorgers hulpdiensten inroepen om hen te ondersteunen. Je kunt er maaltijd services, thuiszorg en mantelzorgondersteuning aanvragen.
Mediamoment
De wethouder die twee maanden terug nog riep dat hij af wilde van het eeuwige koffiedrinken (lees ook dat artikel), gaat eind april wel een mediamoment houden waarin hij koffie gaat drinken in de supermarkt. ‘Ik wil laten zien hoe makkelijk het is om een praatje met mensen te maken, bijvoorbeeld met die mensen die in de supermarkt in hun eentje koffiedrinken.’ Voor het mediamoment vraagt de wethouder een figurant. ‘Ik wil zeker met eenzame mensen spreken, maar ik kan me voorstellen dat ze er niet op zitten te wachten om in de krant te komen onder de kop: wethouder drinkt koffie met eenzame.’
Niet moedeloos
Ondanks de taaiheid is Vervaet nog lang niet moedeloos. ‘Ik zie echt wel het probleem en de omvang, hoe moeilijk het is om het op te lossen en dat niemand een pasklaar antwoord heeft. Maar ik geloof ook dat we wel antwoorden kúnnen vinden. We hebben gezien hoeveel wegen er zijn en hoeveel initiatieven, vaak ontstaan vanuit enthousiasme en frustratie en op vrijwillige basis. We zitten nu in de ontdekfase. De volgende fase is de oplosfase.’ Kortom: wordt vervolgd.