‘Soms leggen mensen gewoon de post in de magnetron, dan zien ze niet hoe diep ze in de schulden zijn verzonken.’ Anya Wiersma is schuldhulpverlener bij de Tussenvoorziening in Utrecht. Wiersma werkt specifiek met ex-gedetineerden aan hun financiën als ze uit de gevangenis komen. En ze is “associate member” van kennisinstituut Movisie in de projectgroep Armoede en Schulden. ‘Als je pas na vier weken een uitkering kunt krijgen en je hebt verder niets als je vrij komt, dan wordt de aandrang om proletarisch te winkelen toch groot.’
Is het handig dat ex-delinquenten verschillende hulpverleners krijgen, een voor financiële zaken en een voor maatschappelijke begeleiding?
‘Schulden en geld zijn vaak een enorme trigger voor mensen; het genereert veel stress als je te maken krijgt met schulden. Als de stress hoog oploopt, dan is er geen ruimte in het hoofd voor bijvoorbeeld dagbesteding of een ander begeleidingstraject. Daar staat tegenover dat ik beter afspraken kan maken met cliënten over hun financiën als zij verder geen andere zaken van mij verwachten. De lijnen in de hulpverlening aan ex-gedetineerden moeten duidelijk blijven, voor de cliënt en ook voor mij. Ik beheer het inkomen van een cliënt, we verdelen het geld over verschillende potjes. Ik houd me alleen bezig met schulden, niet met andere begeleiding voor bijvoorbeeld verslaving of met werk. Ik hoef niet te zeggen: “Jij kunt niet in deze activeringsregeling, want ik krijg nog geld van jou”.’
Wanneer word jij als schuldhulpverlener voor ex-delinquenten ingezet?
‘De cliënt wordt meestal aangemeld door Justitie. Er is geen wachtlijst, want de schuldhulp wordt opgelegd door de rechter, justitie of de reclasseringswerker koopt dan een plek in. Ik hoef niet te weten voor welk delict mijn cliënt is veroordeeld. Maar als de reden van detentie met armoede te maken heeft en dit een belangrijke factor in recidive kan zijn, moet je het wel weten. Als de gedetineerde na twaalf jaar vrij komt, dan kun je wel bedenken wat er aan de hand is. Voor mij is het alleen belangrijk te weten voor welk delict de cliënt heeft vastgezeten als het contact niet veilig voor mij is. Of als de cliënt zodanig in de war is dat het noodzakelijk is dat ik weet wat zijn psychische achtergrond is. Ik had bijvoorbeeld een cliënt die angstig was voor buitenaardse straling uit stopcontacten. Dan is het wel handig voor mij om te weten dat we eerst alle stopcontacten na moeten gaan vóór we samen aan tafel kunnen om de schulden door te spreken.’
Wat is het verschil tussen schuldhulp aan ex-gedetineerden en “gewone” schuldhulpverlening?
‘Als je een schuldentraject begint, zet je eerst in op stabilisering van de situatie. Pas daarna kun je de problemen inventariseren en kun je beginnen met de inventarisering van alle schulden. Dit is al een langdurig traject, dan ben je al snel zes tot acht maanden bezig. Daarna kom je pas toe aan de daadwerkelijke afbetaling van schulden. Bij mensen die net uit detentie komen heb je eigenlijk minder tijd. Hun financiële situatie is niet goed te stabiliseren, want ze hebben vaak geen inkomen als ze uit detentie komen. Soms komt er ineens een oude justitiële zaak boven en moeten ze weer terug in detentie en stagneert de schuldenregeling. Of ze hebben een taakstraf, moeten een schadevergoeding betalen of kunnen geen baan vinden omdat ze geen VOG – verklaring omtrent gedrag – krijgen. Het hele schuldentraject moet dan uitgesteld worden, bij schuldeisers kun je gemaakte afspraken niet nakomen. Ik kan proberen om een voorlopige regeling met schuldeisers te treffen. Het is lastig. Je kunt alleen muizenstapjes maken, vooral ook om de cliënt te laten voelen: “we gaan vooruit”. Het is een belangrijke manier om mensen te motiveren. En daarnaast: duidelijk zijn in wat je doet, regelmatig afspraken maken en je cliënt houvast bieden met de stappen die hij heeft gezet.’
Waarom is samenwerking met partners zo belangrijk?
‘Wij werken veel samen en met de reclasseringswerkers, met gemeenten, met wijkteams, bijvoorbeeld voor een uitkering en bijzondere bijstand. Vaak hebben ex-gedetineerden ook ggz-zorg nodig of maatschappelijke begeleiding nodig. Het is belangrijk dat wij korte lijnen hebben met die professionals, om snel te kunnen schakelen. Zodat de ambtenaar van de afdeling werk en inkomen mij kan vertrouwen als ik zeg: “Geef hem alvast een voorschot”. Het is heel belangrijk dat wij, vooral in de beginperiode als de cliënt vrij komt, snel contact hebben met de betrokken professionals. En dat je ook afspraken kunt maken over een uitkering, over verzekeringen, over wie de zorgtoeslag regelt. Bij de ene professional lukt dat beter dan bij de andere. Nauw contact en vertrouwen tussen professionals zijn doorslaggevend.
Wat echt lastig is, is het aanvragen van een uitkering. Het duurt minimaal zes tot acht weken voor een cliënt na aanvraag een uitkering krijgt. Zes weken geen inkomen hebben stelt mijn cliënten al behoorlijk voor problemen. Soms kun je al tijdens detentie een uitkering aanvragen, dan ga je bijvoorbeeld tijdens verlof naar het loket werk en inkomen. Maar als de cliënt dan weer terug in de gevangenis is, is hij voor de gemeente weer niet te bereiken, waardoor de administratie niet afgerond kan worden. Het zou mooi zijn als mensen al een uitkering kunnen regelen aan het einde van hun detentie. Een inschrijfadres is daarvoor belangrijk, anders kunnen ze geen uitkering aanvragen.’
Meer weten over associate members van Movisie>>