Bijna 50.000 mensen komen er dit jaar in de zorg en welzijnssector meer binnen op de arbeidsmarkt dan er uit gaan. De instroom van professionals komt vooral ten goede aan de zorgsector en bestaat uit afstudeerders, zij-instromers en herintreders. Minder goed nieuws is dat de uitstroom van werknemers uit het sociaal werk en uit de jeugdzorg in het tweede achtereenvolgende jaar het grootst is. In 2018 stroomde 16,8% van de sociaal werkers uit de sector en 14,7% uit de jeugdzorg. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Uitstroomonderzoek
Vorige week bleek dat 4 van de 5 werknemers, die uitstromen uit de zorg en welzijnssectoren, de sector niet uitgaat. Uit het Uitstroomonderzoek Zorg en Welzijn van werkgeversvereniging RegioPlus werd duidelijk dat werknemers die contact hebben met cliënten graag in de sector blijven werken. Lees hier het artikel>> De cijfers hadden betrekking op de totale zorg en welzijnssector.
Grootste uitstroom
Het CBS heeft de cijfers onderverdeeld naar sector. Dan blijkt dat het sociaal werk en de jeugdzorg zowel het grootste uitstroom van de gehele sector ( 16,8%) hebben als ook de meeste uitstroom naar overige branches (11,7%) in zorg en welzijn. En sociaal werk en jeugdzorg hebben ook de minste uitstroom binnen de eigen branche: 2,6%.
Overschatting arbeidsmobiliteit
De conclusie is dus dat de branches sociaal werk en jeugdzorg waarschijnlijk het minst profiteren van de verhoogde instroom van werknemers in de zorg en welzijnssectoren. De kans is zelfs groot dat de branche niet profiteert van de hogere instroom. Volgens het CBS moet bij de cijfers over in- en uitstroom ‘in aanmerkring worden genomen dat wijzigingen als fusies en veranderde branche-indelingen kunnen leiden tot een toename van de arbeidsmobiliteit die louter administratief is. Iemand kan bijvoorbeeld hetzelfde werk blijven doen op dezelfde plaats, maar toch als uit- of doorstromer worden geregistreerd omdat zij een nieuwe instelling als werkgever krijgt. Dit leidt tot een overschatting van de arbeidsmobiliteit.’
Meer informatie over de arbeidsmarktcijfers van het CBS>>