Projectgroep Thuis in je huis – ‘Mannen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld? Zijn die er dan?’ Dat is vaak de eerste reactie op het onderwerp ‘mannelijke slachtoffers van huiselijk geweld’. Wanneer er vervolgens uitleg wordt gegeven over wat deze doelgroep en hun problematiek precies inhoudt, kan men zich daar aarzelend iets meer bij voorstellen. Mannelijke slachtoffers van huiselijk geweld hebben door het maatschappelijke taboe moeite met het delen van hun ervaringen met huiselijk geweld.
Voor zes vierdejaarsstudenten van de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening aan de Gereformeerde Hogeschool te Zwolle, was dit aanleiding tot een onderzoek naar mannelijke slachtoffers. De studenten vormen samen de projectgroep ‘Thuis in je huis’ en deden in opdracht van MOVISIE een afstudeeronderzoek naar mannelijke slachtoffers van huiselijk geweld.
Onderzoek
Het onderzoek bestond uit twee dimensies: allereerst is er onderzoek gedaan naar het huidige zorgaanbod onder vijf hulpverleningsinstanties en de Advies- en Steunpunten Huiselijk Geweld. Daarnaast zijn de behoeften en wensen van mannelijke slachtoffers van huiselijk geweld in kaart te gebracht aan de hand van interviews. Zo heeft de projectgroep zeven interviews afgenomen onder mannen die slachtoffer waren van psychisch, lichamelijk en/of seksueel geweld door een vrouwelijke partner.
Behoeften
In Nederland is het beeld van huiselijk geweld vaak gekoppeld aan een man die zijn vrouw mishandelt. Veel Nederlanders associëren huiselijk geweld met stoere gewelddadige mannen versus zielige vrouwen als slachtoffer. Met een groeiend aantal kleine artikelen en persoonlijke websites wordt steeds meer duidelijk dat dit probleem niet een eenzijdige groep vrouwelijke slachtoffers betreft, maar dat ook mannen thuis mishandeld worden.
Discussies over het bestaan en de behoeften van deze doelgroep zijn van alle tijden, maar harde feiten over de omvang van deze doelgroep zijn er weinig. Terwijl de belangen van mannelijke slachtoffers van huiselijk geweld worden gediend met deze gegevens.
Het onderzoek van Thuis in je huis geeft geen cijfers over de doelgroep maar geeft wel weer welke behoeften de slachtoffers hebben en doet aanbevelingen die verder onderzoek nodig maken. Bij het vooronderzoek naar deze doelgroep viel vooral op dat het hulpverleningsaanbod voor mannelijke slachtoffers van huiselijk geweld klein is, in vergelijking met het hulpverleningsaanbod aan vrouwelijke slachtoffers van huiselijk geweld. Het was echter niet duidelijk of het bestaande hulpverleningsaanbod aansluit bij de behoeften van mannelijke slachtoffers van huiselijk geweld. Ook was het niet duidelijk of het ‘front office’ deze mannen met hun problematiek erkent. Met ‘front office’ worden personen bedoeld die het eerst in aanraking komen met de doelgroep. Er valt dan te denken aan politie, huisarts en EHBO posten.
Pyschisch en lichamelijk geweld
In het rapport van Thuis in je huis valt op dat bij alle mannen sprake was van zowel psychisch als lichamelijk geweld gedurende meerdere jaren in de relatie. Het psychisch geweld betreft onder andere de volgende vormen: vernederen, pesten, schelden en manipuleren. Lichamelijk geweld uit zich voornamelijk in slaan, schoppen, bijten en wurgen. Eén respondent heeft ook seksueel geweld ervaren, gedurende de periode van huiselijk geweld. Bij alle mannen ging het om een opbouw van geweld. Het begon met psychisch geweld in de vorm van kleineren en pesten. Wat zich langzamerhand ontwikkelde in een relatie waarin ook sprake was van lichamelijk geweld.
De meeste mannen waren in de leeftijd van 50 tot 60 jaar en kwamen uit stedelijke gebieden. Ook was het opvallend dat vijf van de zeven mannelijke slachtoffers tijdens de periode waarin het huiselijk geweld plaats vond, kinderen hadden.
Hulpverlening
Mannelijke slachtoffers gaven aan behoefte te hebben aan hulpverlening die hen serieus neemt, niet oordeelt en luistert naar hun verhaal. Ten aanzien van de hulpverlening is er vooral behoefte aan een brede instantie die op meerdere gebieden hulp biedt. Wat opviel was dat het merendeel van de mannelijke slachtoffers aangaf dat zij behoefte hebben aan een hulpverlener die echt ingrijpt ten tijde dat dit noodzakelijk is en doortastend handelt.Met betrekking tot de hulpverlening gaf één van de mannelijke slachtoffers verder aan dat het in ieder geval niet tot zijn wensen behoorde om door zes agenten gearresteerd te worden toen hij melding maakte van het feit dat hij slachtoffer was van huiselijk geweld.
Aanbevelingen
De belangrijkste aanbevelingen uit het rapport adviseren om het zorgaanbod aan mannelijke slachtoffers te spreiden over heel Nederland. Ook zouden hulpverleners beter op de hoogte moeten zijn van het zorgaanbod voor mannen om adequate doorverwijzing mogelijk te maken. Daarnaast moet de eenzijdige beeldvorming over huiselijk geweld worden tegengegaan. Nu bestaat voornamelijk promotiemateriaal waar vrijwel uitsluitend vrouwelijke slachtoffers en mannelijke daders worden getoond. Dat kan helpen om het taboe rond mannelijke slachtoffers te doorbreken. Verder wordt aanbevolen onderzoek te doen naar de omvang van de groep mannelijke slachtoffers en naar huiselijk geweld in homoseksuele relaties.Brochure
Er is door de projectgroep een brochure ontwikkeld voor hulpverleners die in contact staan met mannelijke slachtoffers. In deze brochure staan een aantal tips waaruit de hulpverleners kunnen opmaken hoe ze deze slachtoffers het beste kunnen herkennen en benaderen.
Op de website www.huiselijkgeweld.nl kunt u het rapport en de brochure downloaden.
De Projectgroep Thuis in je huis bestaat uit Mariët Batterink, Jantine Griffioen, Esther Grit, Kitty Korf, Arnold Messelink en Reina van Wijhe.