Lees hier meer blogs van William Miero >>
Vergelijk het met gezinnen die sterk behoefte hebben aan de hulp van gezinscoaches. De coaches vertrekken nu meestal na 6 maanden, hooguit een jaar, en vervolgens glijdt het gezin weer af. Dat is ook de harde realiteit die ik tegenkom bij het werken met jongeren.
Belangrijk is om met name de eerste maanden intensief in te zetten om vervolgens af te bouwen tot een situatie waarin minder frequent, maar wel regelmatig en indien nodig jarenlang, sprake is van contactmomenten met de jongere.
De veelgehoorde slogan dat jongerenwerkers ‘pedagogen in vrije tijd’ zijn, past niet binnen mijn visie. Ik denk dat het goed is dat er bij intensieve begeleiding goed contact is met werkgevers en begeleiders van scholen. Ook als de jongeren al een baan hebben of op school zitten. Je bent als begeleider niet meer alleen bezig in de vrije tijd.
Natuurlijk zal dan de discussie ontstaan, of het dan nog wel jongerenwerk is wat je doet. Mij maakt het niet uit hoe je iets noemt of dat iets wel binnen een takenpakket past, als er maar gedaan wordt waar behoefte aan is. Het is nu ook te versnipperd.
Iemand moet de jongeren die afglijden, begeleiden in de verschillende opvoedmilieus. En het liefst de bevoegdheid hebben om partners als het moet aan te kunnen sturen. We moeten af van de vrijblijvendheid en willekeur binnen organisaties. Momenteel is het wel of niet positief afronden van een traject te veel afhankelijk van personen. De motivatie van jongeren is niet altijd alles bepalend .
Mijn wens voor 2011 is dat in de grote steden, waar soms nauwelijks vooruitgang lijkt te worden geboekt waar het gaat om de aanpak van zwaar overlastgevende groepen, een soort Stadsmariniersmodel in het jongerenwerk wordt ingevoerd. Dat betekent dat de beste jongerenwerkers, aan de slag gaan met de moeilijkste groepen en individuen.
Die categorie jongerenwerkers stroomt echter meestal snel door naar leidinggevende functies. Er ontstaat een soort kaalslag op de werkvloer. Achterblijvende jongerenwerkers missen daardoor de juiste ondersteuning. Er zou in mijn ogen anders gekeken moeten worden naar de inzet van die leidinggevenden, waarbij mijn idee is om hen in ieder geval dicht bij de werkvloer te houden.
In verband met de bezuinigingen zal 2011 nog meer dan 2010 een jaar worden waarin geprobeerd wordt om nieuwe methodieken en projecten te ontwikkelen en verkopen of een nieuw sausje over bestaande activiteiten te gieten. Soms met nieuwe elementen, soms oude wijn in nieuwe zakken. Neem Edutainment. Een nieuwe term voor iets dat al bestond. Ik vind het wel mooi om te zien dat beleidsmakers en opdrachtgevers daar gevoelig voor zijn. Marketingtechnisch gezien dus handig om daar op in te spelen
Twijfelen heeft geen zin meer, er is geen ontkomen aan, jongerenwerkstichtingen moeten in 2011 aan de social media. Het wordt een lastig jaar, maar mijn overtuiging is dat organisaties die gaan voor kwaliteit, aantoonbare resultaten en goede communicatie met de opdrachtgever, jongeren en samenleving, er sterker uit zullen komen.
William Miero (1964) houdt zich bezig met advisering, projectontwikkeling en uitvoering op het gebied van Jeugd & Jongerenwerk, Jeugd & Veiligheid en Leefbaarheid. In 1993 is hij als jongerenwerker in Oss begonnen en momenteel actief als zelfstandige met name in de Randstad en midden Nederland. Jeugd is zijn passie en onder het motto ‘vrijheid binnen grenzen, voor jongeren en jongerenwerkers’ is hij voortdurend met collega’s en partners op zoek naar mogelijkheden om jongeren een plek te geven in de samenleving.