Juist omdat sociale professionals naar de mens achter de vraag kijken en met een integrale aanpak komen, is het sociaal werk succesvol. Dat blijkt uit onderzoek naar sociaal werk, dat is gedaan door samenwerkende onderzoekers vanuit Vilans, Movisie en Sociaal Werk Nederland. Daaruit blijkt ook dat sociaal werk positieve effecten heeft op de kwaliteit van leven, zorgt voor minder zware zorg en bespaart op hulpverlening.
Preventief
Onderzocht werden 36 casussen, zo’n 100 sociaal professionals en burgers werkten mee door hun ervaringen te vertellen over de werkzame principes van het sociaal werk en de preventieve werking. ‘Ondanks dat het onderzoek niet representatief is vanwege de kleine schaal, laten de resultaten zien wat sociaal werkers doen en wat het oplevert’, verklaart Marije van der Meij, adviseur bij SWN en een van de onderzoekers. In het onderzoek is gebruik gemaakt van de Effectencalculator, een methodiek die de effectiviteit van projecten in het sociale domein onderzoekt en de meerwaarde voor bewoners en de financiële opbrengsten toont.
Sociale domein
‘Het is belangrijk om aannames over sociaal werk te onderbouwen met duidelijke resultaten van een effect-onderzoek’, zegt Van der Meij. ‘In het sociale domein en ook bij beleidsmakers heerst de vraag: “Wat lever de transformatie op?”. Opvallend is dat de resultaten van alle onderzochte 36 casussen positief waren. Zowel de beleving van de cliënt, als ook de financiële berekening.’
Maatschappelijke kosten
Uit het onderzoek blijkt dat juist omdat sociaal werkers ‘anders kijken’ naar de mens, zij met lichtere oplossingen komen. De sociaal werker pakt verschillende leefdomeinen aan en kijkt ook hoe de cliënt kan worden betrokken in de samenleving met bijvoorbeeld vrijwilligerswerk en groepsactiviteiten. De sociaal werker is de spin in het web die hij/zij moet zijn: de wegwijzer in de ‘systeemwereld’ van de hulpverlening. En de sociaal werker maakt besparing op maatschappelijke kosten mogelijk omdat hij eerder – en preventief – ingrijpt: ‘Dat scheelt huisuitzettingen, opname op de PAAZ-afdeling en schuldeisers’.
Beroepshouding
Wat is moeilijk voor de sociaal werker? ‘Grote schulden, psychische problemen, demente ouderen, het gaat wel ergens over. Moeilijk is dan om op de handen zitten’, zegt Van der Meij. ‘Bovendien moeten sociaal professionals tijdig hulp opschalen. Dan moet je het lef hebben om te zeggen: “Ik ben hier niet van”. Ook blijft een aandachtspunt om niet te veel voor de cliënt denken en te beslissen. Dat zit deels in de aard van de professional, hij wil zo snel mogelijk helpen. Maar dat zit ook in je beroepshouding. Sociaal professionals moeten actief op zoek naar vormen om mensen goed te horen.’
Marchand heeft een punt. Anderzijds is dit niet het enige onderzoek wat een dergelijke conclusie oplevert. Het gaat om de argumenten en het inzicht bij andere disciplines om goed te kunnen samenwerken en om tot de prestaties te komen die we voorstaan.
Kijk, bij aanvang van de transities was duidelijk dat de transitie altijd ging slagen (ook al zou dat niet zo zijn). Tenslotte had de overheid en het sociaal werk haar bestaan er aan verbonden.
Het is dan altijd opletten om al snel te komen met feiten van 'werkende principes' met daarbij een zeker 'wij van WC-eend adviseren WC-eend'-gehalte. Wanneer een beetje kritisch, fronsen dan toch minstens de wenkbrauwen en dat is bij dit onderzoek toch enigszins het geval……..
Nieuwe ontwikkelingen, eerst moeten de WMO's doordrongen worden van de noodzaak van practische Huishoudelijke hulp. Daarop bezuinigen is zo dom want dan is duurdere wijkverpleging of opname in Verpleeghuis nodig.