Een nieuwe naam voor de brancheorganisatie was nodig. Ooit behoorden tot de MOgroep, wat stond voor Maatschappelijke Ondernemersgroep, de branches jeugdzorg, kinderopvang en welzijn en maatschappelijke dienstverlening. In 2011 werd de organisatie gesplitst, jeugdzorg en kinderopvang gingen een eigen weg en welzijn en maatschappelijke dienstverlening bleef over. Maar de naam bleef hetzelfde. Staal: ‘We merkten dat we sindsdien steeds vaker moesten uitleggen wie we waren. Onze vlag dekte de lading niet meer. Daarom kozen we voor een andere naam die direct duidelijk maakt wie we zijn: Sociaal Werk Nederland is een brancheorganisatie voor alle organisaties in Nederland die opereren binnen het sociaal domein. Wij zíjn het sociaal werk, dus zo moeten we ook heten.’
Verbinden
Sociaal Werk Nederland wil zorgen voor verbinding tussen organisaties en werkgevers in het sociaal domein. Dit loopt uiteen in van welzijnsorganisaties tot jeugdwerk en van vluchtelingenwerk tot maatschappelijk werk. Staal: ‘ Verbinden begint met het kiezen van een naam die goed bij je past, maar dat alleen is niet genoeg. We willen onszelf ook op de kaart zetten en uitdragen waar we voor staan. Daarom zoeken we contact met onze huidige en potentiele nieuwe leden om te kijken wat ze nodig hebben en wat wij kunnen doen.’ Volgens de directeur heeft zijn organisatie een grote troef in handen omdat ze als landelijke brancheorganisatie toch goed weet hoe alles lokaal en regionaal georganiseerd is. ‘We zijn een landelijke organisatie met een landelijk netwerk, maar dat is duidelijk gekoppeld aan regionale organisaties. Dat is een goede startpositie voor de toekomst.’
BPSW, BVjong, FNV, CNV en Sociaal Werk Nederland werken momenteel aan een beroepsregister voor sociaal werkers. De partijen beschouwen dit beroepsregister als een middel om kwaliteit en vakmanschap te stimuleren en te borgen. Lees meer >>
Gesprekspartner
Kijkend naar die toekomst heeft Staal een duidelijke wens: hij wil zorgen dat de positie van het sociaal werk landelijk versterkt wordt. ‘Het is belangrijk om het sociaal domein op het landelijke podium nog beter te positioneren om de transformatie, waar ik echt in geloof, mee vorm te geven. Het sociaal werk is nu nog te vermijdbaar en hier en daar te onzichtbaar. Er is landelijk veel discussie over het sociaal domein, maar het sociaal werk wordt hierin nog niet gezien als een onmisbare gesprekspartner. Ik vind dat het vanzelfsprekend moet worden om het sociaal werk hierbij te gaan betrekken.’