‘Het weerloze weer waarde geven.’ Met dit citaat opende de Vlaamse theatermaker Lucas de Man de eerste Dag van de Buurt op donderdag 28 januari. ‘Ik vat dat op als: het zijn de inwoners van de wijk die gezamenlijk de buurt maken, met al hun krachten en kwetsbaarheden’, zegt Daan de Bruijn, onderzoeker Inwonersparticipatie en lokale democratie van kenniscentrum Movisie. ‘Mensen in kwetsbare wijken kennen niet alleen kommer en kwel’, zag De Bruijn in diverse goede voorbeelden die tijdens het congres langs kwamen. ‘Er zijn heel mooie initiatieven en het is wel duidelijk geworden dat het belangrijk is om de wijkbewoners serieus te nemen en hen te betrekken bij de wijkaanpak. De bewoners weten heel goed wat nodig is om de wijk te verbeteren en hebben hun eigen perspectief daar op.’
Wijkwijzer.org
‘Mensen met hart voor de buurt zijn op dit online festival bij elkaar gebracht’, zegt De Bruijn over de Dag van de Buurt. ‘Je kunt wel spreken van een beweging van betrokkenen die aan de slag willen om de wijken te verbeteren.’ De Dag van de Buurt was ook nadrukkelijk bedoeld om meer verbinding te creëren tussen inwoners, beleidsmensen, bestuurders en professionals vanuit welzijn, woningcorporatie, politie en uit de zorg. Tijdens het congres is de website: https://wijkwijzer.org/ gelanceerd. Een kennisplatform voor de aanpak van leefbaarheids- en veiligheidsvragen in de wijk. De website dient ook als leeromgeving voor professionals uit de verschillende domeinen, voor beleidsmakers en voor inwoners van wijken. Movisie en Platform31 zijn – in samenwerking met LSA Bewoners en het platform voor buurt- en wijkgericht werken – aan de slag gegaan met de vraag: wat zijn de leervragen in de wijk, wat is het aanbod aan leermogelijkheden en wat moet er nog georganiseerd worden?
Leefbaar en veilig
Wat is de kracht van de inwoners in kwetsbare wijken? ‘Inwoners doen al vanuit zichzelf veel om hun medebewoners te helpen’, zegt De Bruijn. ‘Daarnaast hebben inwoners ook zelf ideeën over wat hun wijk leefbaarder en veiliger kan maken. Daar moet je als professional en als overheid gebruik van maken en de kracht en energie van de bewoners inzetten. Ik werk op dit moment met partners in een wijk en daar zie ik dat inwoners enerzijds overlast ervaren en moeizaam contact tussen ‘oude’ en ‘nieuwe’ wijkbewoners hebben, maar tegelijk ook positieve oplossingen bedenken om dat aan te pakken. Ze krijgen daarbij steun van een corporatie. Tegelijk is er ook een bewoner die duidelijk laat merken dat hij zich door diezelfde corporatie niet gehoord voelt door overlast van afval van mede wijkbewoners. Dat illustreert dat de aanpak van een kwetsbare wijk niet begint op het gemeentehuis’, zegt De Bruijn, ‘maar bij de dialoog met de mensen in de wijk. Hun perspectief op wat er nodig is kan heel anders zijn dan de visie van de beleidsmakers.’
Samenwerken
Op zoek naar de basis van een leefbare en veilige buurt wordt het wel iets complexer dan de betrokkenheid en inzet van de inwoners, aldus De Bruijn. Naar voorbeeld van het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken – in samenwerking met Movisie, Platform 31, Verwey-Jonker Instituut en het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid – het voortouw genomen om een nieuwe wijkaanpak op de politieke agenda te zetten. De steeds grotere problemen in vooral de kwetsbare wijken waren in 2020 de reden voor het initiatief. ‘De basis voor een leefbare buurt zijn goed onderwijs, voldoende werk, sociale veiligheid en passende woonruimte. Om daar iets mee te doen moet je dus luisteren naar de inwoners, maar het betekent ook dat professionals in de zorg, wonen en welzijn samenwerken. Zo kan een corporatiemedewerker of politieagent bij alarmerende signalen over inwoners eerst hun inzet afstemmen met een zorgprofessional, bijvoorbeeld als het gaat om inwoners die door hun aandoening overlast op straat of in huis veroorzaken.’
Politiserende rol
De rol van de sociaal werker in de nieuwe wijkaanpak is belangrijk, want deze professionals staan meestal dichtbij de inwoners van de wijk. ‘Sociaal werkers pikken de signalen op van problemen in de wijk’, zegt Movisie-onderzoeker De Bruijn. ‘Zij werken samen met bijvoorbeeld de woningcorporaties, met de politie en met de scholen om sociale problemen die zich voordoen aan te pakken.’ Daarnaast kan een sociaal werker een meer politiserende rol vervullen, zegt De Bruijn. ‘ In de eerste plaats om inwoners die dat niet gewend zijn of daartoe minder in staat zijn te ondersteunen om hun stem te laten horen. In de tweede plaats om ook zelf ook bij gemeenten, corporaties en andere instituties sociale problemen die ze tegenkomen in de wijk te agenderen.’
Sociale basis
Gemeenten hebben de afgelopen jaren sterk bezuinigd op de welzijnsorganisaties. De wijkteams zijn ingezet voor de aanpak van individuele problemen, zegt De Bruijn. ‘Investeren in een collectieve aanpak van problemen door het versterken van de sociale basis is juist hard nodig. Dat betekent dat er ruimte en middelen nodig zijn bijvoorbeeld opbouwwerkers en jongerenwerkers hun werk te laten doen: namelijk problemen signaleren, mensen empoweren en elkaar ondersteunen.’ Het is nodig dat er meer geld komt voor het opbouwwerk, dat zich meer richt op de sociale problematiek. Het wijkteam richt zich voornamelijk op de zorg en de individuele ondersteuning. Sinds de introductie van het wijkteam is de sociale problematiek niet afgenomen.’