Is huiselijk geweld en kindermishandeling door de coronacrisis toegenomen? Het is een vraag die sinds de uitbraak van het virus vaak aan Mariëlle Dekker wordt voorgelegd. Het antwoord is zo eenvoudig niet, weet ze. ‘We zien dat professionals zich zeker méér zorgen maken. Kinderen en families zijn veel meer uit beeld verdwenen.’ De risicofactoren van huiselijk geweld zijn zeker toegenomen, denk aan stress en armoede. Maar heeft dat geleid tot meer geweld?
Aantal meldingen
Dat is nog maar de vraag. Het aantal meldingen bij politie en Veilig Thuis is, zeker tijdens de eerste lockdown, niet explosief gestegen. En uit een onderzoek van Augeo Foundation en het Verwey Jonker Instituut onder meer dan honderd gezinnen die al bekend waren bij Veilig Thuis, blijkt dat er geen grote verschillen zijn voor en na corona. Dekker: ‘Betekent dit nu dat het allemaal wel meevalt en dat iedereen zich onterecht zorgen maakt? Absoluut niet. Het onderzoek laat namelijk zien dat bij twee op de drie gezinnen – een jaar na de melding bij Veilig Thuis – nog steeds sprake is van veelvuldig en ernstig geweld. Er zitten dus nog heel veel ouders en kinderen in de knel, en zij hebben dringend hulp nodig.’
Onverminderd
Een pijnlijke conclusie. Ondanks alle aandacht voor huiselijk geweld, ondanks het feit dat deze gezinnen in beeld zijn, gaat het geweld – soms nog onverminderd – door. In het kwalitatieve deel van het onderzoek hebben onderzoekers ook met de kinderen en ouders gesproken. Deze ervaringen vertellen het verhaal áchter de cijfers. ‘Dat is zo belangrijk. Willen we inzicht over huiselijk geweld in Nederland? Dan moeten we: tellen en vertellen. Er zijn zoveel visies en meningen over hoe we jeugdhulp moeten inrichten, maar het gaat uiteindelijk om hoe de families en kinderen de hulp ervaren en of dit wel leidt tot het gewenste resultaat: veiligheid. Dat moeten we niet vergeten.’
Uit de verhalen van de gezinnen blijkt dat de lockdown inderdaad bij sommige families voor wat rust heeft gezorgd. ‘Maar andere ouders en kinderen ervaren juist meer stress. Dit pleit dus vooral voor maatwerk.’
School cruciaal
Corona heeft in ieder geval veel ogen geopend en de aandacht voor geweld achter de voordeur vergroot. ‘Voor iedereen is het zonneklaar hoe cruciaal school is en dat vind ik heel positief. Natuurlijk is het onderwijs de kerntaak. Maar voor heel veel kinderen is school ook die belangrijke veilige plek. Veel kinderen in een onveilige thuissituatie hebben zoveel steun aan een meester of juf.’
Dit beschermt hen tegen ontwikkelingsschade door onveiligheid en vergroot de veerkracht. ‘Uiteindelijk kom je dan ook beter aan leren toe. En we weten uit onderzoek hoe huiselijk geweld en kindermishandeling een eigen negatief effect heeft op leerprestaties, bovenop negatieve effecten van factoren als bijvoorbeeld armoede.’ Kinderen die kindermishandeling, partnergeweld of emotionele verwaarlozing meemaken, volgen gemiddeld anderhalf jaar minder onderwijs.
Samenwerking
Dekker weet dat er al veel op het bordje van het onderwijs wordt geschoven. ‘Maar scholen moeten het niet alleen doen. Het is de samenwerking tussen sociale professionals, jeugdzorg en onderwijs die nog beter kan. Daar is in Nederland nog een hele wereld te winnen. Uit buitenlandse studies blijkt hoe effectief deze samenwerkingen zijn. Zo zijn er voorbeelden in het buitenland waar voor alle kinderen met een jeugdbeschermingsmaatregel of gemelde situatie van kindermishandeling, een individueel leerplan wordt opgesteld door samenwerkende jeugdhulporganisaties, onderwijs en welzijn.
Laptop, huiswerkbegeleiding, een ondersteunend mentor of maatje op school en toeleiding naar sport en cultuur in een samenhangende aanpak. Zo ontstaat een klimaat dat de veerkracht bevordert van kinderen die al door gezinsproblemen, en nu ook nog door corona, op de proef worden gesteld. Dekker betreurt het dat naast de 8 miljard voor onderwijs, er niet een extra stimulans naar zo’n samenwerking is gegaan.
Samenwerking
Volgens de directeur is het zeker geen onwil van professionals om samen te werken. ‘Integendeel, zij willen willen wel, maar protocollen, wet- en regelgeving en allerlei andere zaken staat die samenwerking vaak in de weg. En dat hele systeem maakt het zo moeilijk om inzichten uit onderzoek naar huiselijk geweld in de praktijk toe te passen.’
Ze somt op. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt keer op keer het belang van specialistische hulp bij gezinnen waar sprake is van geweld achter de voordeur. ‘En dat betekent dat met elke gezinslid – dus ook de kinderen – wordt gesproken over de problemen en over het ervaren geweld in bijzonder. En dat bij dit gesprek goede vragenlijsten en instrumenten moeten worden gebruikt. Daarna kan er voor ieder lid en voor het gezin een plan worden gemaakt.’ Andere belangrijke inzichten: ‘Kinderen in onveilige thuissituaties hebben baat bij steun van mensen om hen heen, zoals leerkracht, buren of familieleden. Traumatherapie aan ouders werkt effectief om ook het welzijn van kinderen te verbeteren, maar voor volledig herstel hebben kinderen vooral nodig dat het geweld ook helemaal stopt.’
Kortom: aan kennis geen gebrek. Dekker: ‘Maar het huidige systeem maakt het vaak heel lastig om dit alles in de praktijk te organiseren. En zo kan het gebeuren dat 30 procent van de kinderen anderhalf jaar na een melding bij Veilig Thuis zich niet gesteund voelen én geen professionele hulp hebben ontvangen.’