‘Oké, dan spelen nu de Side Killers tegen de Side Boys. Oh, kijk es, heel netjes! De bal is prachtig in het veld gebracht. Oh, wat gebeurt daar? Ai, ai, ai: op de paal! Wat een pech voor de Side Boys. Hou die bal vast, hè jongens. Doorzetten nu. Kijk es wat een fel duel, wat een loeier van een bal.’ Commentator Chiel van Zundert becommentarieert en coacht tegelijkertijd op de zomertour van Streetsport in het Haagse stadsdeel Escamp. Via een versterker schelt zijn enthousiaste stem over het plein. Op een klein voetbalveldje spelen zes jongens van een jaar of elf een partijtje van tien minuten. ‘We hebben nog vier minuten te gaan. Kom op jongens! Jaaaaa, het is 1-0 voor de Side Killers. Maar daar komt de counter van de Side Boys en oh, oh oh, wat maken ze het spannend.’ ‘Wakker blijven Side Killers, want daar komen ze. Ja, ja, het is 1-1. En de tijd is voorbij. Gelijkspel!’
Van begin juni tot half augustus strijden jongeren op negen playgrounds in Den Haag voor een plaats in de grote streetsportfinale op 12 september. Voorafgaand aan het toernooi zijn sportclinics gegeven door bekende Haagse sporters in voetbal, basketbal, tennis en skaten. Onder professionele begeleiding strijden de teams voor de finale op het Spuiplein. Dit plein vormt het strijdtoneel voor alle beste teams en spelers in diverse wijken die winnaar zijn geworden tijdens de streetsporttour in hun wijk. De organisatie is in handen van Welzijn Haagse Hout, Sportsupport van de gemeente Den Haag en de Richard Krajicek Foundation.
In stadsdeel Escamp speelt de jeugd op de Campus, een Richard Krajicek Playground. Erg druk is het op deze middag niet. Misschien omdat het Nederlands elftal die avond tegen Portugal in de halve finale van het EK moet spelen. Op het plein zijn zo’n veertig kinderen aanwezig. Op het voetbalveldje trainen de jongste jongens. De tieners spelen basketbal en een enkeling doet mee met de tenniscompetitie.
De week ervoor was Richard Krajicek nog aanwezig op de streetsportdag in de wijk Loosduinen. De oud-tennisser heeft in zijn geboorteplaats verschillende playgrounds medegefinancierd. Krajicek vindt dat elk kind moet kunnen sporten en vanuit die visie is hij zelf op het idee gekomen om naar Amerikaans voorbeeld playgrounds op te zetten. In Nederland waren al wel meer van deze pleintjes, maar Krajicek wilde meer dan alleen een speel- en sportplek. Naast een goede infrastructuur vindt hij het belangrijk dat er goede begeleiding aanwezig is. Vandaar dat sport- en recreatieleiders aanwezig zijn op de playgrounds. Deze leiders organiseren met regelmaat trainingen en wedstrijden. Daarnaast moet de playground een sociaal veilige omgeving zijn. Hierdoor zijn de pleintjes altijd afgeschermd met een hek. Ze liggen in achterstandswijken waar de mogelijkheden tot sporten beperkt zijn.
Wim de Jong is naast zijn functie als medewerker van de afdeling Sportsupport van de gemeente ook in dienst van de Richard Krajicek Foundation. Hij is verantwoordelijk voor het aanleggen van playgrounds en helpt bij de organisatie van de streetsporttour. ‘We zoeken altijd plekken waarbij de pleintjes ook gemakkelijk gebruikt kunnen worden voor schoolactiviteiten en welzijnswerk. Zo kun je het werk met elkaar verbinden.’ De sport- en speelpleinen zijn elke dag op vaste tijden geopend en de spelleider, die gefinancierd wordt door de foundation, helpt de jongeren bij het sporten. ‘Je moet een plein niet aanleggen als je verder niets doet aan begeleiding. Anders wordt de ruimte in korte tijd een hangplek.’
Het sporten heeft een grote impact, zegt De Jong. ‘Een groep jongeren terroriseerde in één van de wijken de buurt. Sinds ze zijn komen basketballen op de playground zijn ze een stuk socialer geworden. Ze sporten hier met andere leeftijdsgenoten en hangen niet langer op straat rond. Waarden en normen vormen een belangrijke regel hier. Sport zien we als middel om jongeren te bereiken. De spelleider treedt corrigerend op, maar merkt het ook als er iets niet goed gaat met de jongens. Dan kun je daar op inspelen. Door actief bezig te zijn met sport, en de regels en omgangsvormen die er bij horen, krijg je betere en leukere kinderen. Jongeren moeten geprikkeld worden.’